Fluke Networks kondigt vandaag de nieuwe CableIQ Service Kit. Met deze kit is één servicetechnicus voor datanetwerken in staat zowel problemen op de bekabeling op te lossen als de netwerkservice te verifiëren. De nieuwe servicekit biedt alle tools voor de nieuwe ‘best practice’ standaard waarbij de servicetechnicus zowel passieve connectiviteittests op bekabeling als actieve communicatietests met betrekking tot de werking van het netwerk uitvoert.
In de Fluke Networks applicatienotitie Het verifiëren van de beschikbaarheid van netwerkservice bij verplaatsingen, toevoegingen en wijzigingen staat hierover het volgende: “bij het verifiëren van netwerkservice tijdens de installatie kan de link onmiddellijk in gebruik worden genomen.” Hierdoor kan de taak sneller en met een grotere mate van zekerheid van succesvolle prestaties worden uitgevoerd, terwijl het risico van terugroepingen afneemt.
Een groot aantal organisaties voert verplaatsingen, toevoegingen en wijzigingen standaard uit met twee afzonderlijke teams. Allereerst lost de bekabelingtechnicus problemen met kabelfouten, zoals overspraak en impedantie, op. Vervolgens is het de verantwoordelijkheid van het netwerkteam om de netwerkconnectiviteit te bevestigen. De CableIQ Service Kit reduceert de hoeveelheid vereiste mankracht om deze zeer gangbare taken uit te voeren, door één technicus alle tools in handen te geven die nodig zijn voor het testen van zowel de bekabeling als het netwerk.
Componenten van de Service Kit
De CableIQ Service Kit bevat de CableIQ Qualification Tester, die bepaalt in hoeverre de kabel in staat is de vereiste netwerksnelheid te ondersteunen en problemen oplost met betrekking tot fouten in de prestaties van de bekabeling; de IntelliTone Probe, die de juiste kabel opspoort en verifieert; en de LinkRunner Network Multimeter die bepaalt of de netwerk-aansluiting actief is en de communicatie tussen belangrijke netwerkapparaten verifieert.
De CableIQ Qualification Tester bepaalt of een bestaande kabellink aan de eisen voldoet om de vereiste bandbreedte van het netwerk te ondersteunen en biedt gedetailleerde informatie over de aard en de locatie van storingen in de prestaties van de bekabeling. Een test van vier seconden bepaalt of een link, inclusief de patch kabels, is gekwalificeerd voor spraak, 10/100BASE-T, Gig of VoIP. Door op de hoogte te zijn van de bandbreedtemogelijkheden van de bekabeling voordat er een upgrade wordt uitgevoerd, kunnen talloze uren van downtime in de toekomst en verspilde werkuren voor onnodige probleemoplossing worden uitgespaard.
CableIQ biedt tevens gedetailleerde informatie over de aard en de locatie van storingen in de prestaties van de bekabeling. Een intelligente wiremap geeft een grafische weergave van de draadconfiguratie van de kabel en toont de afstand naar open links en korte links. De modus Discover van CableIQ stelt vast wat er zich aan de andere kant van een kabel bevindt, inclusief de zeven identifiers voor externe kantoren die onderdeel vormen van de kit.
CableIQ fungeert tevens als de toongenerator voor de IntelliTone 200 probe van de kit. De IntelliTone probe is alleen gevoelig voor het digitale signaal dat door de digitale toongenerator van CableIQ wordt afgegeven. Dit zorgt ervoor dat de IntelliTone probe vrijwel immuun is voor signaallekken en RF/elektromagnetische interferentie; hierdoor is het mogelijk één enkele kabel te identificeren, zelfs wanneer deze zich in een bundel van kabels op een actief netwerk bevindt.
De IntelliTone probe beschikt over een RJ45 input-poort die op het patch panel kan worden aangesloten voor een eenduidige bevestiging dat de juiste kabel is gevonden. Tegelijkertijd wordt de continuïteit en de wiremap van de geteste kabel geverifieerd.
De LinkRunner Network Multimeter bepaalt of de drop actief is en herkent de snelheid, de duplexmogelijkheden en het servicetype ervan. Dankzij het ingebouwde Cisco Discovery Protocol (CDP) kan de kabellocatie op een switch in homogene Cisco omgevingen worden bepaald door het model van de switch, het slot en de poort weer te geven. LinkRunner kan tevens worden gebruikt om het netwerk te pingen om de connectiviteit naar belangrijke netwerkbronnen zoals servers, printers en externe opslag te verifiëren, en om vast te stellen of een NIC reageert.