Tijdregistratie met een net geslepen potlood op een tabellenformulier. Het lijkt iets uit een ver verleden, maar in werkelijkheid komt de handmatige tijdregistratie in bijvoorbeeld de sport nog veelvuldig voor. De organisatoren van de Tulpenrallye, een regelmatigheidsrally voor historische auto’s, vroeg sponsor Atos een volledig geautomatiseerd alternatief te maken.
Het lijkt onwaarschijnlijk, maar berekeningen en registratie bij regelmatigheidsrally’s worden nog grotendeels handmatig gedaan, met potlood, ondersteund door bijvoorbeeld Excel. Voor het eerst in de geschiedenis werd dit jaar de Internationale Historische Tulpenrallye gereden met een geautomatiseerd tijdregistratiesysteem, ontwikkeld door Atos Origin.
Sinds jaar en dag worden controles en berekeningen in de Tulpenrallye al met potlood, stopwatch en papier gedaan. In het verleden werden na een rally de gegevens in de zogenoemde ‘rekenkamer’ verwerkt, wat doorgaans zo’n drie uur in beslag nam. Atos noemt het geautomatiseerde systeem ARS, de Atos Origin Registration Solution. Deelnemers krijgen nu een chipkaart mee die ze op de ideale tijdstippen in een slot moeten prikken, waarna ze verder kunnen naar de volgende controlepost.
Omdat ook de organisatoren van de Tulpenrallye zich bewust waren van de kans op fouten bij de berekening van een klassement – mensen maken nu eenmaal fouten – werd Atos ingeschakeld. De oplossing moest automatisch en heel nauwkeurig kunnen bepalen hoe laat een rallyrijder binnenkwam. Bovendien wilden de organisatoren van de rally dat het systeem snel het klassement kon berekenen, terwijl het tevens rekening moest houden met bijvoorbeeld snelheidsovertredingen en strafpunten voor het afwijken van de ideale tijden.
ARS bestaat uit een softwarepakket, deelnemerskaarten, een rally-timer, een rally-manager en een printer. Op de deelnemerskaart zit een geheugenchip, iButton genaamd, die op een slot op de timer past. De timer lijkt veel op een stopwatch. Door de geheugenchip op de timer te klikken wordt de tijd van de klok opgeslagen in de chip. De geheugenchip past ook op de rally-manager, een uitleesklok, waardoor de gegevens van de chip naar de klok overgebracht worden. Na een finish wordt de rally-manager aangesloten op een computer waarop het softwarepakket van ARS draait. Deze software maakt gebruik van een Microsoft SQLServer database en een Win32-applicatie. De software berekent binnen enkele seconden automatisch het klassement.
Kunst afkijken
In januari begon Atos met het ontwerpen van het systeem. Het bedrijf keek naar bestaande systemen, ontwikkeld door onder anderen studenten van de universiteit van Luik in België. Het keek de kunst goed af en ontwikkelde die onderdelen die voor ARS noodzakelijk waren. “We zijn er gelukkig niet zo lang mee bezig geweest. In totaal was het maar zo’n vier tot vijf maanden”, vertelt Wim Kieboom, directeur van Atos Nederland en zelf fervent rallyrijder. Het systeem werd uitvoerig getest in onder andere de Gelderse Vallei Rit op 25 maart. ARS was daar een schaduwsysteem, dat naast het traditionele potlood en papier zijn werk deed. Tijdens die rit werden verschillende kinderziektes uit het systeem gehaald. Frank Pauli, woordvoerder van de Tulpenrallye, die betrokken was bij de implementatie en het testen: “Toen het eenmaal goed werkte, konden we een veel beter overzicht krijgen van de rally, waardoor we achteraf beter wisten wat er onderweg gebeurde. Tijdens de Tulpenrallye wordt er iedere dag zo’n
400 kilometer afgelegd. Er zijn een stuk of vijftien controleposten. Daar kan niet continu iemand van ons bij staan. Door ARS kunnen we veel nauwkeuriger bijhouden hoe mensen zijn gereden.”
Wat vooral veel tijd vergde, was het instrueren van de programmeurs. Kieboom: “Je moet goed kijken wat er voor een dergelijk systeem nodig is. Programmeurs zijn geen rallyrijders. We moesten ze dan ook leren denken zoals een rallyrijder denkt.”
In april werd het verbeterde systeem nogmaals getest en kwamen nog wat ‘suggesties’ naar boven. “We hadden niet zozeer problemen, als wel suggesties vanuit de rallyrijders”, vertelt Kieboom. Zo bleek bijvoorbeeld dat de print-out voor de rijders slecht te lezen was. Daar wordt nu aan gewerkt.
Heikel punt
Ook het instrueren van de marshals bleek echter nog een heikel punt, volgens Kieboom. Daar is Aad Verhoeven, wedstrijdsecretaris van de Tulpenrallye, het mee eens. “Er waren in het begin veel gebruikersfouten, die gelukkig snel opgelost konden worden. Mensen moesten wennen aan het systeem.” Volgens Kieboom waren deelnemers vooral bang dat de wedstrijdmarshals direct op de knop zouden drukken als ze kwamen aanrijden. Dan zouden de rallyrijders strafpunten krijgen, omdat ze de chipkaart niet op de ideale tijd in het slot staken.
Het systeem is bedrijfsklaar afgeleverd door Atos. “Tijdens de Vallei-rit hebben we naar ons idee de kinderziektes uit het systeem gehaald. We zijn nu zo arrogant geweest om onze mensen niet naar de Tulpenrallye te sturen.” Op de eerste dag van de rally kwam Atos er echter achter dat de snelheidscontrole nog niet helemaal in het systeem zat. “Daar is via een liveverbinding direct iets aan gedaan”, laat Kieboom weten.
Volgens Verhoeven is ARS nog niet geschikt voor alle takken van sport en alle andere sectoren: “Zoals het systeem nu werkt, is het vooral geschikt voor regelmatigheidsrally’s. De oplossing is toepasbaar in sporten en sectoren waar tussentijden van belang zijn. Deelnemers moeten zelf de chip fysiek in het slot van de rally-timer drukken. Bij klassementssporten waar millisecondes tellen, zoals schaatsen en de Formule 1, is dat natuurlijk niet handig.”
Het systeem wordt nog niet commercieel vermarkt. Kieboom: “De organisatie van de Tulpenrallye kwam naar ons toe met de vraag of wij wat konden doen. Dit is voor ons een manier om de rallysport te promoten en om nieuwe dingen uit te proberen.” Er is wel interesse vanuit verschillende partijen.
Foutmarge
De toekomst van het registratiesysteem ligt bij rfid, vindt Kieboom. Door ARS is de foutmarge al een stuk kleiner, maar die foutmarge wordt nog veel kleiner met rfid. “Een chipkaart in zo’n slot drukken blijft mensenwerk”, legt Kieboom uit. “We kunnen de transponders ook in bomen hangen, zodat deelnemers bij wijze van spreken door geheime controlepoortjes rijden. Daarmee kun je ook beter op snelheid controleren.” Of er dan bij controles helemaal geen mensen meer aan te pas komen, betwijfelt Kieboom echter. “Dat zou afbreuk doen aan de sport. Het zou geen leuke sport zijn als je alleen maar door poortjes moet rijden en je niemand meer ziet. Dan houd ik er mee op.”