Het voorstel om het aftappen van internettelefonie mogelijk te maken is belachelijk, vinden drie Amerikaanse rechters. Ze lieten dit weten tijdens een beroepszitting, die Amerikaanse universiteiten en bibliotheken hadden aangespannen tegen de Federale Communicatie Commissie (FCC).
De regering-Bush wil de drempel voor het aftappen van internettelefonie verlagen om het voor de politie en de FBI makkelijker te maken om ook internetgesprekken af te luisteren. Rechter Harry Edwards noemde het voorstel ‘belachelijk’ en ‘nonsens’.
Het voorstel is een aanpassing van de CALEA-wet die uit 1994 stamt. Daarin wordt het aftappen van mobiele telefonie mogelijk gemaakt. Volgens de FCC is VoIP een duidelijk te onderscheiden breedbanddienst die afgetapt moet kunnen worden onder diezelfde wet. Andere informatiediensten die internet service providers aanbieden vallen niet onder deze regeling.
Edwards vindt dat die uitzondering niet duidelijk genoeg naar voren komt in het voorstel. Analisten zijn het met hem eens. De nieuwe regels zijn volgens hen te breed en ze sluiten niet aan bij de bedoeling van de in 1994 geformuleerde wet. Het onderwijs is van mening dat de regering regels uit het telefoontijdperk toepast op de nieuwe internetgeneratie. Per 14 mei zouden alle instanties van VoIP voldoen aan de door de FCC gestelde regels moeten voldoen.