De term information lifecycle management wordt door veel storage-aanbieders in de mond genomen. Velen claimen een totaaloplossing te bieden om data levenslang op het juiste medium op te slaan, terwijl dat bij minstens zo velen zorgt voor hoog opgetrokken wenkbrauwen. Zij zeggen dat ILM niet werkelijk van de grond komt, zolang er geen standaard voor is.
Erik van Veen, product & solutions marketing manager bij Veritas Software, zegt dat het ‘verhuizen van data naar een goedkoper medium’ niets nieuws is. ‘HSM, hierarchisch storage-management, bestaat al jaren. We bieden daar zelf al tien jaar producten voor aan. Maar de behoefte aan andere oplossingen groeit, onder meer doordat de wetgeving aangescherpt wordt – je moet kunnen aantonen dat files niet gemuteerd zijn of een e-mail ontvangen is – en je met HSM niet kunt zoeken in informatie.’
Op dit moment bevinden we ons in de overgangsfase van data lifecycle management (DLM) naar information lifecycle management (ILM), stelt Van Veen. ‘ILM is abstracter dan DLM, dat over ruwe data en files gaat. Bij ILM kun je binnen data zoeken naar informatie. Financiële data moeten over het algemeen veel langer bewaard worden dan andere informatie. Als ik een mailtje van een collega krijg, kan dat een uitnodiging voor de lunch zijn, die wat mij betreft meteen na de lunch weg kan, maar het kan ook een orderbevestiging zijn die natuurlijk goed bewaard moet blijven.’ Van Veen benadrukt dat het op dit moment nog niet mogelijk is automatisch te zoeken binnen informatie. ‘Aanbieders die zeggen dat ze dat wel kunnen, strooien zand in de ogen van hun klanten.’
Van Veen stelt dat ondanks de aangescherpte wetgeving de belangrijkste reden voor data-archivering de total cost of ownership is. ‘De eerste besparing die je kunt maken is overigens een goede inventarisering van de data op het netwerk. Als je niet weet wat je hebt, weet je ook niet waar je winst kunt boeken. Over het algemeen kun je stellen dat je 25 procent van je opslagruimte opnieuw kunt gebruiken als je het aantal kopieën van documenten terugdringt. Dat kan door met fingerprints te werken. Daarnaast kunnen negen van de tien bedrijven niet garanderen dat er geen MP3’tjes op het netwerk staan.’
Woordspelletje
Herman Doorn, channel manager bij CommVault, bestempelt de discussie over data lifecycle management versus information lifecycle management als een woordspelletje. ‘Maar ik zie dat onderscheid ook wel. DLM gaat over ruwe opslag, zonder te kijken naar de inhoud van informatie. Wij geloven dat je juist wel moet kijken naar de waarde van de informatie. Is een document zo belangrijk dat je er vier kopieën van bewaart of zijn twee versies wel voldoende? Wanneer de klant het belang van een bepaald document bepaald heeft, kan hij het best direct vastleggen hoe het geclassificeerd is.’
‘ILM is niet iets wat je kunt kopen,’ stelt Doorn. ‘Het is een stempel dat je als bedrijf graag wilt halen, te vergelijken met een kwaliteitscertificaat zoals ISO 9000. Je kunt de tools kopen om ILM te bereiken, maar je hebt zelf in de hand hoe vaak je daarmee een back-up maakt. Logfiles zijn heel mooi en bieden een schat aan informatie, maar als je er niet naar kijkt, heb je er ook niets aan.’
Kostenbesparing
Gert Vernhout, senior business consultant bij StorageTek, noemt kostenbesparing als een van de belangrijkste voordelen van ILM. ‘Veel bedrijven besteden 22 procent van hun IT-budget aan storage. Door ILM kun je dat percentage reduceren. Bedrijven kunnen 20 tot 30 procent besparen op hun huidige storage-budget door middelen effectief in te zetten. Data maken maar een relatief korte periode onderdeel uit van het bedrijfsproces, het merendeel van de data bevindt zich in het archief.’
De belangstelling van klanten voor ILM is groot, zegt Vernhout. ‘Percentages aangeven is lastig, maar ik kan wel zeggen dat in onze gesprekken met klanten ILM het meest besproken onderwerp is. In het high-end segment zijn bedrijven maximaal aan het investeren; daar zullen ILM-oplossingen relatief snel aangeschaft worden. In de lagere marktsegmenten wordt geïnvesteerd in deelgebieden, bijvoorbeeld e-mailarchivering, waar relatief goedkope oplossingen voor op de markt zijn. Ook op het gebied van filearchivering wordt nu een grote slag gemaakt.’
Vernhout wijst op de noodzaak naast de leeftijd te kijken naar het belang van data. ‘Wij onderscheiden actieve en inactieve data. De verhuizing van data naar een ander medium is afhankelijk van de policy’s en trashholds die bedrijven willen. Sommige documenten die drie maanden oud zijn, zijn nog van belang voor de bedrijfsvoering, andere al lang niet meer. Daarom geloven wij meer in regels in de trant van “elk document dat twee maanden niet geraadpleegd is, gaat naar een ander medium”. De filosofie van StorageTek is: als je data toch wegschrijft, dan kun je dat het beste zo snel mogelijk naar het goedkoopst mogelijke medium doen. ‘Als je data niet meer online nodig hebt, accepteer je een zekere traagheid bij het terughalen van die data. Maar het medium dat je gebruikt moet wel superbetrouwbaar zijn; daar moet men in de storage-wereld nog aan wennen. De trend is toch om data-archivering op snelle media te doen, maar dat zorgt voor een enorme kostenpost.’
ATA-disks
Bert van der Zande van Network Appliance wijst de ontwikkeling van ATA-disks aan als een versneller voor de opkomst van ILM. ‘Er is veel veranderd door de opkomst van een goedkope diskoplossing, als toevoeging aan tape. Vroeger werd ook al gewerkt met verschillende media, maar er is door ATA een medium bijgekomen dat flexibel toegepast kan worden. Je hebt nu een tussenstadium waarin je relatief snel toegang hebt tot je data. De behoefte om slim om te gaan met data is er altijd wel geweest, hoewel die de laatste tijd wel groeit, maar de middelen om dat te doen zijn er nu. Het is lastig om cijfers te geven, maar near-store is wel onze snelst groeiende productgroep.’
Complex
Dave Truslow, general product manager bij DataCenter Technologies, spreekt over een complexe situatie. ‘Veel bedrijven claimen een volledige ILM-oplossing te bieden, en daardoor is er veel onduidelijkheid bij klanten. Niet zo heel lang geleden werd ons bedrijf nog ontraden de term ILM te gebruiken. De redenen daarvoor waren dat niemand nog begreep wat ILM precies is en er teveel oplossingen zijn die onder die naam op de markt gebracht worden. Het gaat vaak alleen maar om marketingpraat, het re-branden van bestaande producten. Bovendien bestaan er sowieso al veel drieletterige namen in de storage-wereld, wat voor veel verwarring zorgt.’
Truslow verwacht veel van de Storage Networking Industry Association (SNIA), waarvan DataCenter Technologies ook deel uitmaakt. ‘ILM moet het geraamte zijn waarbinnen de verschillende storage-leveranciers hun producten kunnen aanbieden. Er is niet één vendor die alles alleen afkan. Daarom is het zo belangrijk dat we met een open standaard werken, waardoor hardware en software van verschillende aanbieders goed gecombineerd kunnen worden.’
Truslow wijst erop dat veel leveranciers oplossingen op deelgebieden hebben, zoals e-mailarchivering. ‘EMC claimt een totaaloplossing te bieden en komt daar waarschijnlijk van iedereen het dichtst bij in de buurt, maar zelfs dit bedrijf heeft vooral goede oplossingen op deelgebieden. ILM is nu nog niet meer dan een ruwe schets van hoe het zou moeten werken. Het zou leuk zijn als er nu al een standaard voor was. Er wordt hard aan gewerkt, en elke schatting die ik maak over het moment waarop die standaard gepresenteerd wordt is toch fout, maar ik hoop dat het volgend jaar zover is.’
Hoewel er veel over gepraat wordt, worden ILM-producten volgens Truslow nog niet vaak aangeschaft. ‘Zoals wel vaker geldt, zijn er onder de klanten een paar early adopters die de technologie al omarmd hebben. Er zijn ook conservatieve bedrijven die wachten tot de technologie zich volledig bewezen heeft en die geen enkel risico durven nemen, maar het grootste deel van de klanten zit daartussen in. Voor die groep geldt dat ze behoefte hebben aan een relatief volwassen technologie, waar een mooi ecosysteem omheen te vinden is en dat ze de voordelen van overstappen op deze technologie helder voor ogen hebben.’
Onterecht
Cees Heikamp, partner alliance manager Hitachi Data Systems, vindt de hantering van de term information lifecycle management onterecht. ‘Information lifecycle management impliceert dat IT-leveranciers de waarde van informatie kunnen bepalen en op grond daarvan kunnen inschatten hoe er met informatie moet worden omgegaan. Zo ver is de branche nog niet, onder meer doordat branchebrede (multi-vendor) standaarden voor ILM ontbreken. Wat nu wel aan de orde is, is data lifecycle management.’
‘De waarde van data kan in de tijd gezien variëren, en dat heeft als gevolg dat data door verschillende opslaglagen heen moeten kunnen schuiven,’ vervolgt Heikamp. ‘DLM zorgt ervoor dat er storage-capaciteit beschikbaar is voor de cruciale bedrijfsgegevens en dat dure enterprise storage-capaciteit wordt ingezet voor die dataomgevingen die het echt nodig hebben. Alle data die daar niet op thuishoren, worden gemigreerd naar een goedkoper platform.’
Ook Heikamp wijst op het gemis van een multi-vendor standaard voor ILM. ‘Het grootste risico daarvan is dat bedrijven zich binden aan een enkele leverancier en diens standaarden, en dan in de toekomst te maken krijgen met complexe migratievraagstukken. De SNIA werkt aan de ontwikkeling van standaarden voor ILM in multi-vendor omgevingen. Inmiddels is er voor beheersoftware al een standaard ontwikkeld, de SMI-S-standaard.’