Kleine bedrijven weten de weg naar onderzoek op het gebied van informatiebeveiliging beter te vinden sinds de introductie van innovatievouchers.
Met het bedrag van 7500 euro kun je geen serieus onderzoek doen”, zegt Bart Jacobs, hoogleraar computerbeveiliging aan de Radboud Universiteit Nijmegen. “Toch zijn ze wel degelijk nuttig doordat ze leiden tot verrassende nieuwe contacten.” Bij de onderzoeksgroep van Jacobs, waar onder meer onderzoek plaatsvindt naar de beveiliging van Java-programma’s en cryptografie, hebben zich drie bedrijven met vouchers gemeld. Jacobs: “Het blijkt dat deze bedrijven juist door die vouchers rond zijn gaan kijken naar wat zij bij ons aan de universiteit konden vragen.”
Dat de contacten er zijn, is natuurlijk leuk. Maar vinden de mkb-bedrijven uiteindelijk wat zij zoeken? Is de Radboud Universiteit Nijmegen zelf bijvoorbeeld voldoende uitgerust om het mkb te bedienen met kennis op het gebied van informatiebeveiliging? “In principe niet”, erkent Jacobs. “Hoewel wij er wel wat aan proberen te doen via initiatieven als LaQuSo (zie www.laquso.nl, red.). Je moet begrijpen dat wij aan de universiteit, voor wat betreft ons onderzoek, vooral worden afgerekend op aantallen publicaties en op hoeveelheid externe financiering die we binnenbrengen. Verder is het niet onze directe taak om voor het mkb te werken. Als we het fundamentele onderzoek voor de lange termijn verwaarlozen, breekt dat ons als onderzoeksinstelling op.”
MKB sneller Voor sommige mkb-bedrijven zou de innovatieve hulp vanuit de wetenschap veel te traag verlopen. Jacobs heeft daar begrip voor, maar kan geen beterschap beloven. “Het bedrijfsleven, en het mkb in het bijzonder, heeft een veel kortere cyclus
Moeten universiteiten hun leven beteren om het mkb beter te kunnen bedienen? Jacobs vindt van niet. “Vaak wordt er geroepen: universiteiten moeten dingen doen die het bedrijfsleven wil. Mijn reactie is dan: wat wil het bedrijfsleven dan? Het bedrijfsleven heeft geen coherente agenda. Er wordt veel op de korte termijn gewerkt. Daar kan ik geen verantwoord wetenschapsmanagement op baseren.”