Het aanpassen van de regels voor aanbesteding lijkt zijn doel, het bevorderen van concurrentie, voorbij te zijn geschoten. Peter van Schelven, juridisch adviseur bij brancheorganisatie ICT~Office, heeft geen goed woord over voor de nieuwe wetgeving.
Van Schelven wijst op het alom erkende probleem dat veel overheidsorganisaties, vooral veel gemeenten, zich al jarenlang niet aan de aanbestedingsregels houden. “Dan zou je verwachten dat de nieuwe richtlijnen daar wat strenger in worden. Dat er sancties komen. Maar nee hoor. Je kunt wel in beroep gaan tegen een gunning door bij de Voorzieningenrechter een kort geding aan te spannen, maar dat moet wel binnen twee weken gebeuren. Dat is een absurd korte termijn. Vaak heb je dan nog niet eens alle informatie binnen met de motivering waarom je bent afgevallen. Die heb je nodig voor het kort geding. En wat te denken van buitenlandse inschrijvers, die beroep willen aantekenen? Die termijn is veel en veel te kort. In de belastingwetgeving wordt een bezwaartermijn van zes weken gehanteerd. Dat is redelijk.”
Van Schelven denkt dat de overheid de termijn willens en wetens heel krap heeft gehouden. “De facto betekent dit dat de rechtsbescherming voor het bedrijfsleven wordt uitgehold.”
Dan is er nog de papierwinkel. Die is niet verminderd en zal ook niet verminderen, meent van Schelven. “Bedrijven moeten vaak meer informatie ophoesten dan ze kunnen. Of mogen. Beursgenoteerde bedrijven mogen immers geen koersgevoelige informatie verstrekken. Daar wordt bij de toepassing van deze richtlijnen vaak wel om gevraagd. Er is helemaal niks ondernomen om dit soort tegenstrijdigheden te ondervangen.”
Een andere gemiste kans is dat er geen standaardprocedures zijn voorgeschreven, vervolgt hij. “Het gevolg daarvan is dat elke afzonderlijke aanbestedende dienst zijn eigen beleid handen en voeten moet geven. In gemeente A gaat het allemaal anders dan in plaats B en in B weer anders dan in C. De bestaande bureaucratie draait gewoon door.”
BIBOB
Wat ICT~Office bovendien heel zwaar op de maag ligt is de bijzondere status, die de sectoren bouw, milieu en ict hebben binnen de nu geldende regelgeving. “Dat is de zogeheten BIBOB-toets, een uitvloeisel van de parlementaire enquête over de bouwfraude. De ict-sector wordt daarmee volkomen onnodig gecriminaliseerd.” (BIBOB – Bevordering Integriteitsbeoordelingen door het Openbaar Bestuur – zie www.justitie.nl/bibob)
In de nieuwe Raamwet wordt deze ongelijkheid wel opgeheven, omdat een vergelijkbare toets dan voor alle bedrijven gaat gelden, maar van Schelven vindt ook dat niet goed. “Daarmee wordt de suggestie gewekt dat grote delen van het bedrijfsleven in de criminele hoek zouden kunnen zitten.” Het niet voldoen aan deze toets kan tot integrale uitsluiting leiden; niet alleen voor de actuele order, maar voor alle overheidsopdrachten.”
Bovendien is het een discriminerende maatregel, betoogt hij. “Deze integriteitstoets geldt namelijk niet voor buitenlandse inschrijvers. De wet is om volstrekt onduidelijke redenen aanzienlijk strenger voor Nederlandse bedrijven. Een beter voorbeeld van hoe knullig deze regelgeving in elkaar zit en hoe weinig er over is nagedacht is er eigenlijk niet.”