Tijdens de oorlog in de Balkan werd het internet ontdekt als effectief medium om staatscontrole te ontduiken. Het Servische bewind van Milosevic had geen benul hoe ze moest voorkomen dat de eigen inwoners op buitenlandse sites keken, informatie doorstuurden en onafhankelijke (in het buitenland gehoste) sites in de lucht hielden. Staatscontrole leek kortom nooit meer te kunnen worden wat het geweest was, dankzij internet.
Maar China komt langzamerhand toch een heel eind, mede dankzij hightech-oplossingen van westerse bedrijven. Handel is handel immers. De Chinese overheid wil ook in het internettijdperk controle houden over de informatie die haar burgers te zien krijgen. Dat lijkt een strijd die tot mislukken gedoemd is, maar in het kat- en muisspel tussen censuur en vrijheid blijft de staat nog volop punten scoren. De nieuwe wereldmacht heeft zo’n beetje de strengste internetcensuur ter wereld.
Het land filtert e-mails, websites, blogs en en forums op alles wat politiek of sociaal ‘onwenselijk’ zou zijn. Het raadplegen van buitenlandse sites wordt sterk beperkt door De Grote Chinese Firewall: een systeem van proxyservers met geavanceerde filters die de toegang een zeer groot aantal buitenlandse sites blokkeren. Sinds kort is er bovendien een registratieplicht voor elke Chinese website of blog, waarbij de makers zichzelf bekend moeten maken; nieuwssites zijn verplicht een aantal redacteuren in dienst te hebben met ruime ervaring bij de staatsmedia. Ten slotte heeft de Chinese overheid duizenden propagandamedewerkers in dienst die internetpagina’s controleren en discussies actief beïnvloeden. Buitenlandse internetbedrijven die actief zijn in China – zoals Yahoo, Microsoft en recentelijk ook Google – werken actief aan de censuur mee. Hun redelijk klinkende verweer is dat ze de wetten van het land respecteren. En dus verwijdert Microsoft kritische Chinese bloggers van MSN Spaces en filtert het informatie op basis van perverse termen als ‘mensenrechten’, ‘democratie’ en ‘Taiwan’. Google is recent gestart met een gecensureerde Chinese zoekmachine die een groot aantal websites met informatie die de Chinese overheid niet aanstaat, negeert. ‘Hoewel dat in tegenspraak is met onze missie, is helemaal geen informatie bieden nog meer in strijd met onze missie’, verweert de Google-directie zich. Het is het verweer van de burgemeester in oorlogstijd: zonder mij was het nog een stuk beroerder. Dat is een riskante positie. Met het accepteren van zo’n brede politiek gemotiveerde censuur is de toon gezet. Daarmee zal de Chinese bemoeienis niet ophouden. Op een dag zal de overheid op de stoep staan om informatie over het zoekgedrag van gebruikers op te vragen.