De entertainmentindustrie moet intensiever gebruik maken van drm (digital rights management). Zo niet, dan moet legalisering van het aanbieden van muziek en film worden overwogen. Dit zegt Tweede-Kamerlid Martijn van Dam.
De huidige nationale en Europese regelgeving gaat uit van een geleidelijke vervanging van de collectieve heffingen op datadragers door drm-systemen. Deze omschakeling komt echter nauwelijks van de grond, concludeert Computable elders in dit nummer. PvdA-Kamerlid Van Dam in een reactie op deze conclusie: “De bal ligt nu bij de film- en muziekindustrie. Die moet aan de slag met digital rights management (drm) om haar producten te beschermen. Lukt dit niet, dan moet je je afvragen of de huidige wetgeving nog valt te handhaven.”
Privacyschending
De huidige wet verbiedt het buiten de auteursrechthebbenden om aanbieden van auteursrechtelijk materiaal. Om dit verbod te handhaven moet in de privé-sfeer worden ingegrepen: anders kan bijvoorbeeld uitwisselen via een peer-to-peer (P2P)-netwerk niet worden tegengegaan. Deze inbreuken op de privacy kunnen worden geminimaliseerd door grootschalig gebruik van drm door contentaanbieders. Van Dam: “Maar wanneer de muziek- en filmindustrie concludeert dat drm in de praktijk onvoldoende uitkomst biedt, dat ze haar producten nooit volledig kan beschermen, dan volgt automatisch de vraag of de privacyschending nog wel acceptabel is.”
Van Dam verwijst naar de activiteiten van de Stichting Brein, die overtreders van de auteurswet tracht op te sporen. “Dit is een private organisatie die achter ip-adressen aangaat en nagaat welke activiteiten mensen in de privé-sfeer op internet ontplooien. Dat vind ik sowieso een onwenselijke situatie, omdat dit uiteindelijk een taak van de politie is. Mocht daarom blijken dat drm de muziek- en filmindustrie onvoldoende uitkomst biedt, dan zou je logischerwijs kunnen kiezen voor een algehele legalisering van het aanbieden van muziek en film.” In dat geval zouden auteursrechthebbenden weer gewoon met heffingen moeten worden gecompenseerd.
Zie ook het artikel ‘Kopieerheffingen: wie wil er niet vanaf?'