De werkgevers in de ict slaan helemaal geen gek figuur met de arbeidsvoorwaarden die zij hun werknemers bieden. Dit blijkt uit een onderzoek van Centraal Beheer Achmea naar de situatie in 3600 bedrijven, verspreid over een groot aantal branches.
Uit het onderzoek blijkt dat zowel de primaire als de secundaire arbeidsvoorwaarden in de ict-sector in veel opzichten boven het gemiddelde liggen.
Dat is al direct heel duidelijk op het punt van het loonstrookje. Aan het begin van 2005 bedroeg de gemiddelde bruto loonsom in de ict-branche 42.622 euro. Dat is ruim 11.000 euro meer dan de gemiddelde werknemer in ons land opstrijkt.
Dit verschil groeit. Uit het onderzoek blijkt namelijk dat het jaarsalaris van ict’ers vorig jaar met 4,7 procent toenam, terwijl dit bij de gemiddelde Nederlandse werknemer stokte bij 2 procent. Het jaar 2005 geeft een nog rooskleuriger beeld te zien. Gemiddeld is de totale beloning van ict’ers de eerste zes maanden met 7 procent gestegen.
Veel uren
Daar staat tegenover dat daar hard voor gewerkt moet worden. Een indicatie daarvoor is dat ruim negentig procent van de bedrijven in de ict-sector een veertig-urige werkweek heeft. In andere branches is dat gemiddeld beduidend minder en is veertig uur eerder uitzondering wordt dan regel.
In het onderzoek is niet gevraagd naar overwerk en naar de mate waarin dat ook wordt uitbetaald. Dat is jammer, want daardoor zou een ander beeld kunnen ontstaan. In het onderzoek is alleen gekeken naar de contractuele hoeveelheid uren, niet naar de feitelijke.
Dat er veel uren en overuren worden gemaakt in de ict is echter duidelijk. We zien dat ook terug in de zeer matige vertegenwoordiging van parttime werkers. Maar tien procent van de ict-bedrijven heeft parttimers in dienst, tegenover 37 procent gemiddeld. Dit lijkt een duidelijk minpunt in de arbeidsvoorwaarden.
Prestaties
Dat neemt niet weg dat de basisbeloning voor de overwegend fulltimers zonder meer goed is te noemen. Van hun loonsom van 42.622 euro is ongeveer 37.000 euro salaris, de rest bestaat uit variabele beloningen zoals bonussen, auto van de zaak, mobiele telefoon, laptop en internetaansluiting op kosten van de zaak.
Opvallend is dat bijna driekwart van de bedrijven in de ict werkt met bonussen en provisies, tegenover iets meer dan de helft in het gemiddelde Nederlandse bedrijf. Dat betekent dat een groter stuk van het loon in de ict-branche prestatiegerelateerd is.
Geldelijk gezien zit het dus wel snor, maar hoe zit het met het > immateriële? Het beeld hier is: ietsje beter dan gemiddeld, maar niet zo veel. Als we kijken naar de (niet wettelijk verplichte) verlofmogelijkheden, dan valt op dat maar iets meer dan een kwart van de bedrijven een regeling heeft voor loopbaanonderbreking (sabbatical leave), tegenover 21 procent gemiddeld. En 45 procent van de ict-bedrijven heeft een regeling voor studieverlof. Dat is ongeveer hetzelfde als gemiddeld. Van de bedrijven met zo’n regeling voor studieverlof betaalt de helft hieraan mee. Dat is merkwaardig weinig in deze toch bij uitstek kennisintensieve branche.
Onkosten
Daar staat weer tegenover dat de werkgevers over de vergoeding van studiekosten niet moeilijk doen. Dik 90 procent van de bedrijven heeft daar een regeling voor. Hetzelfde geldt voor reiskosten. Bijna de volle honderd procent van de ict-bedrijven geeft daar een vergoeding voor, tegenover slechts 30 procent bij het gemiddelde bedrijf in ons land.
Het onderzoek van Centraal Beheer Achmea heeft betrekking op de situatie aan het begin van 2005. Overwogen wordt om het begin 2007 te herhalen.