In de glastuinbouw worden miljoenen euro’s uitgegeven aan de nieuwste robots en warmkrachtkoppelingen, maar voor investeren in software is men nog wat huiverig. Reden voor veel leveranciers om zich niet aan die sector te wagen. Zoniet voor de Distel Groep, die er zijn specialiteit van maakte.
Wij hebben de hele productketen geautomatiseerd, dat is nieuw in de glastuinbouw”, zegt Paul van der Hulst, directeur van de Distel Groep. “Klanten krijgen steeds meer behoefte aan makkelijk opvraagbare managementinformatie. Zodra een bedrijf groeit, wordt de planning lastiger, helemaal in de tuinbouw. Daar gaat het om de planning van de productie van een levend iets. Je kunt plannen tot je een ons weegt, maar die plant stoort zich daar niet aan.”
De bedrijfskolom bestaat uit drie stappen. De r&d-afdeling van de glastuinbouw bevindt zich bij de veredelaar. “Zij veredelen rassen, doen genetisch onderzoek om nieuwe rassen of resistente planten te ontwikkelen”, legt mededirecteur Hans van Dijk uit. Het Distelsysteem voor de veredelaar heet Verdi (een samentrekking van ‘veredelaar’ en ‘Distel’). “Brengt muziek in veredeling”, grapt Van der Hulst. De volgende stap in de keten is de vermeerderaar, die jonge planten of halffabrikaten maakt. De kweker maakt van dat halffabrikaat vervolgens het eindproduct. Voor deze twee stappen kent Distel respectievelijk de producten BiTVermeerderaar en BiTKweker. “Wij zijn het enige bedrijf ter wereld dat software bouwt voor de drie stappen in de keten die ook nog eens met elkaar kan communiceren”, zegt Van der Hulst.
Kenmerkend voor de projecten die Distel uitvoert is de hoge mate van integratie, aldus de directeur. “Dan gaat het om hardware-integratie, zoals koppelingen met robots, maar ook de meer basale zaken, zoals koppelingen met boekhoudpakketten.” Hoewel het pakket dat het bedrijf aanbiedt een standaardpakket is, is de implementatie geen kwestie van ‘een cd’tje over het hek gooien’.
“Eigenlijk is er altijd maatwerk nodig in verband met de teelt. Een kweker van een bromelia (lange teelt) heeft andere eisen dan een kweker van anjers (korte teelt). Ze hebben dezelfde knelpunten, maar er hangen andere prioriteiten aan. Ook een potplantenbedrijf heeft weer andere eisen dan een bloemenbedrijf. De glastuinbouw is vele malen complexer dan men over het algemeen denkt”, aldus Van der Hulst. De combinatie van complexiteit en de relatieve kleinschaligheid van de markt maakt het lastig om te investeren in de ontwikkeling van softwarepakketten. “Dat is ook eigenlijk nooit gebeurd, de markt heeft heel lang gewerkt met losse systemen, deeloplossingen.”
Prefab-beton
Naast de glastuinbouw is de Distel Groep ook actief in de prefab-betonindustrie. Geen logische keus, zo op het eerste gezicht. “We zijn erin gerold.” De overeenkomst zit hem erin dat ook de prefab-sector een specialistische tak binnen een industrie is. Ook hier zijn weer drie takken te onderscheiden die door software worden samengebracht: klant, order en productie. “Een klant bestelt bijvoorbeeld een prefab-vloer. Deze wordt opgenomen in de planning en in een CAD-systeem getekend. Op basis van de CAD-tekening worden de robots in de fabriek aangestuurd, waar aan het einde van het productieproces de bestelde prefab-vloer van de band rolt. Deze drie werelden hebben wij in één systeem gestopt”, zegt Van der Hulst.
Grotere erp-leveranciers wagen zich eens in de zoveel tijd aan de glastuinbouwsector, maar falen steeds, aldus de Distel-directeuren. “Er zijn geen goede erp-systemen voor de glastuinbouw. SAP en Baan proberen het wel, maar de markt is veel te klein voor dat soort grote bedrijven”, zegt Van Dijk. “Zij denken met hun gebruikelijke arrogantie dat ze dat wel even doen, maar de sector werkt met planningen die niet meer kloppen zodra ze af zijn. De standaardsystemen die zij maken zijn toch meer gericht op het produceren van voorraad zuiver op order”, vult Van der Hulst aan. “Daarbij is het ook een bepaald volk waar je mee omgaat in de glastuinbouw. Als je daar in je blauwe pak met aardappel in je keel komt vertellen hoe die meneer zijn bedrijf moet runnen, werkt dat niet.”
Ook in de prefab-industrie lopen de erp-leveranciers vast. “Zij gaan stuk op de integratie met CAD, dat hebben ze niet. Daar worden dan aparte interfaces voor gebouwd, maar dat werkt niet optimaal. Bij onze systemen gebeurt alles vanuit dezelfde database en werken alle pakketten met dezelfde gegevens.” Dat daar ook nadelen aan kleven, beseffen de beide directeuren maar al te goed. “Onze projecten zijn vrij groot”, zegt Van Dijk. “Daarbij zijn ze complex, wat meer visie van de klant verlangt. Dat is de reden waarom wij vooral aan de bovenkant van de markt opereren. Hetzelfde geldt eigenlijk voor de glastuinbouw.”
Innovatiesubsidie
De Distel Groep heeft een beroep gedaan op de Wbso-subsidie die de overheid voor innovatieve ondernemingen uit het mkb beschikbaar stelt. Dit is een stimuleringsregeling die een deel van de loonkosten voor speur- en ontwikkelingswerk compenseert. Het bedrijf ontving ongeveer honderdduizend euro over twee jaar. “Dit hebben we gebruikt voor onderzoek naar ons veredelingspakket, Verdi. In eerste instantie wilden we eigenlijk nog een stap verder gaan. We wilden kijken of we de software advies konden laten genereren over kruisingsdoel en kruisingsouders van planten en bloemen. Dat bleek nogal stoutmoedig, dus dat hebben we voorlopig nog maar even doorgeschoven. We moeten niet harder gaan lopen dan de beer, de markt moet wel kunnen volgen”, aldus directeur Van der Hulst.
Distel groep
Aantal medewerkers: 31, waarvan 4 programmeurs op MaltaJaaromzet: 2,5 miljoen euro
INNOVATOR
In deze rubriek komen vernieuwende bedrijven in Nederland aan bod: niet alleen qua karakter, maar ook wanneer ze een innovatieve dienst of innovatief product op de markt hebben gebracht.