De plannen van de Europese Commissie voor een Europees technologie-instituut doorkruizen niet de plannen van de drie Nederlandse technisch universiteiten om nauwer te samenwerken.
Begin dit jaar opperde commissievoorzitter Barroso in het Europees Parlement de oprichting van een gezamenlijk Europees topinstituut, het European Institute of Technology (EIT), dat de tegenhanger van het Amerikaanse MIT zou moeten worden.
Onlangs is de Europese Commissie een open consultatie gestart over de wenselijkheid en het mogelijke model van zo’n instituut. Volgens collegevoorzitter Hans van Luijk van de Technische Universiteit in Delft is het EIT ook niet direct een stimulans voor Europese universiteiten om te gaan samenwerken. “Het zal nog jaren duren voor zo’n EIT kan worden verwezenlijkt”, zegt hij in het universiteitsblad TU Delta. De drie universiteiten proberen wel gezamenlijk te reageren op de open consultatie. Volgens collegevoorzitter Amandus Lundqvist van de TU/e is dat een kwestie van positionering. “De TU/e is toch een wat kleine universiteit, maar als je de drie TU’s optelt, praat je over het grootste technologische instituut van Europa. Daar kunnen ze niet zomaar omheen”, zegt hij in het Eindhovense universiteitsblad.
Vestigingsplaats
De EC heeft nog geen duidelijk beeld van een mogelijk technologisch topinstituut. Vanaf ‘scratch’ beginnen heeft weinig zin, omdat dit te veel tijd en moeite kost. Daarnaast kan het veel getouwtrek veroorzaken over de vestigingsplaats. Zowel Frankrijk als Duitsland heeft zich al kandidaat gesteld als mogelijke vestigingsplaats. Het lobby-comité Cometis (Committee for a European Technology Institute in Strasbourg) stelt voor dat het EIT zich vestigt in het gebouw van het Europees Parlement in Straatsburg.
Vestiging van het European Institute for Technology kan in 2009 gerealiseerd zijn, maar de EC zal eerst op basis van de binnengekomen reacties op de open consultatie een aanbeveling schrijven over de oprichting van het instituut.