In 2004 was Europa nog goed voor 18 procent van de wereldchipmarkt. De Europese Commissie moet snel maatregelen nemen, wil het zijn chipindustrie niet verliezen aan concurrenten uit Azië.
Clustering De Europese Commissie wil de samenwerking tussen chipfabrikanten verbeteren door deze industrie te clusteren.. Voorbeelden hiervan zijn Dresden (rond Infineon), Grenoble (rond ST Microelectronics, Philips Semiconductor en Freescale), Nijmegen en de streek rond het Italiaanse Catania. |
Als Europa zijn chipindustrie wil behouden, moet het snel maatregelen nemen op overkoepelend Europees niveau. Dat was de boodschap aan Europees Commissaris voor industrie Günter Verheugen bij de presentatie van het ‘European Semiconductor Industry: 2005 Competitiveness Report’. Volgens de European Semiconductor Industry Association (ESIA) telt Europa nog drie halfgeleiderbedrijven in de toptien van de wereld: Infineon Technologies (4e), ST Microelectronics (7e) en Philips Semiconductor (9e). In 2004 was Europa goed voor 18 procent van de wereldchipmarkt, 10 procent van de kapitaalinvesteringen in waferproducenten en meer dan 86 duizend banen. Dat is weliswaar meer dan velen zouden denken, maar of die cijfers nog lang standhouden, is nog maar de vraag.
Gelijk speelveld
ESIA wil daarbij in essentie een ‘gelijk speelveld’ voor alle betrokkenen. Daarbij spelen loonkosten een rol, maar vooral ook financiële (en andere) voordelen die buiten Europa worden geboden. Die maken dat een waferproducent in Duitsland in vijf jaar tijd een netto cumulatief inkomen van 650 miljoen euro genereert. Dat is ruim twee keer minder dan een gelijksoortige fabriek in China, Zuid-Korea of Maleisië.
De chipfabrikanten willen een Europees kader om hun concurrentiepositie te verbeteren. Verder staan het harmoniseren van douanemaatregelen, milieueisen en gelijke patentbescherming op hun agenda. Europa kan ook helpen in het streven naar leiderschap op het vlak van onderzoek en innovatie door minimaal 3 procent van het bruto binnenlands product voor onderzoek en ontwikkeling uit te trekken. Ook zouden universiteiten meer naar de noden van bedrijven moeten luisteren, stelt ESIA.
Industriële basis
Een cruciale eis is het behoud van een sterke productiebasis in Europa. Naarmate de productie van chiphoudende goederen naar andere oorden trekt, volgt ook de productie en de ontwikkeling van chips. Producenten willen immers de kortst mogelijke communicatielijn met de ontwikkelaars van een onderdeel dat steeds belangrijker wordt. Zo vertegenwoordigden de halfgeleiders in 2004 al ongeveer 7 procent van de waarde van een gemiddelde auto, terwijl elektronica goed was voor 12 procent. Omgekeerd vormt een sterke halfgeleiderindustrie ook voor industrieën als de autoproductie of de consumentenelektronica de belangrijkste hefboom om andere werelddelen voor te blijven. Een bijkomende reden voor een sterke(re) Europese halfgeleiderindustrie is verder dat Europa nu veel chips moet invoeren.