Bedrijven bieden werknemers vaak onvoldoende ondersteuning met betrekking tot technische hulpmiddelen om mobiel te kunnen werken. Uit een Europees onderzoek van IDC onder eindgebruikers blijkt dat veel bedrijven niet goed weten hoe ze een mobiele strategie moeten opzetten.
Het onderzoek toont aan dat bedrijven terughoudend zijn met het proactief ondersteunen van mobiele werkers. Die steun ontbreekt omdat de oplossingen complex en onvoorspelbaar zijn. Werknemers kunnen hierdoor allerlei producten aanschaffen zonder dat hier aan een strategie ten grondslag ligt. De wens deze apparatuur vervolgens te integreren in het bedrijfsnetwerk kan problemen veroorzaken voor het IT-team dat probeert hen te ondersteunen.
‘Het klinkt voor de hand liggend, maar er wordt van alle kanten beslag gelegd op de tijd van IT-managers,’ aldus Renske Ellens, senior research analyst bij IDC Benelux. ‘Hierdoor moeten ze dingen eenvoudig houden. Het ondersteunen van mobiele werkers kan kopzorgen veroorzaken, want de IT managers moeten niet alleen bijblijven met convergentie, maar hebben ook te maken met verschillende samenwerkingsverbanden en overlap tussen oplossingen van aanbieders.’
Lars Vestergaard, research director European Wireless and Mobile Telecommunications bij IDC, voegt toe: ‘Bedrijven zien langzamerhand in dat ze niet door kunnen gaan op deze niet-strategische weg. Ze zouden meer kunnen profiteren van de voordelen van mobiele werkers als ze hun behoeften op dit vlak niet zien als een aanvulling op, maar als een integraal onderdeel van de huidige IT-infrastructuur. Om dit voor elkaar te krijgen, zijn bedrijven op zoek naar consultative support van leveranciers die de behoeften van het bedrijf begrijpen en oplossingen kunnen bieden die hierop aansluiten.’
Ellens vervolgt: ‘We hebben gezien dat 22 procent van de Nederlandse bedrijven graag algemeen advies wil over mobiele data-oplossingen. En 13 procent wil graag advies over integratie met bestaande oplossingen. Bovendien weet 40 procent niet goed op welke gebieden ze precies advies kunnen gebruiken. Dit geeft aan dat er in het bedrijfsleven nog steeds verwarring heerst met betrekking tot mobility in het algemeen en mobiele data-oplossingen in het bijzonder. Dat er iets moet gebeuren is echter wel zeker. We zien nu bijvoorbeeld dat er steeds vaker gevraagd wordt om de iPod op het bedrijfsnetwerk te kunnen aansluiten. De iPod zal niet het laatste apparaat zijn, dus de situatie voor de IT-afdeling zal steeds complexer worden.’