Hoe bescherm je het intellectueel eigendom van software? Het lijkt onvermijdelijk dat software aan algemene economische regels moet gehoorzamen, maar de praktijk blijkt weerbarstig. Een aantal deskundigen probeert de toekomst te voorspellen.
De kloof tussen ontwerpers en patenten Hoe integreer je softwarepatenten in de ontwikkeling van software? In het kader van een onderzoek naar softwarepatenten hebben Paul Klint en Jan Bergstra, allebei professor in de computerwetenschappen aan de Universiteit van Amsterdam, een model bedacht om de kloof tussen softwareontwerpers en softwarepatenten te overbruggen. De vijf stappen die leiden tot de ontwikkeling van software zijn: inventariseren, ontwerpen, bouwen, testen en installeren. In iedere stap moet je je afvragen of er een bestaand softwarepatent is waar je inbreuk op maakt. Het is mogelijk een stap verder te gaan en in iedere fase van de ontwikkeling waar mogelijk softwarepatenten aan te vragen. Dit zal in ieder geval leiden tot een aanzienlijke verhoging van de ontwikkelingskosten en is alleen weggelegd voor organisaties die over diepe zakken beschikken. De meest vergaande vorm van softwarebescherming is een model waarin bij iedere fase een overeenkomst met de houder van een bestaand softwarepatent wordt aangegaan of een andere technische oplossing wordt bedacht die het patent omzeilt. Waar iets nieuws wordt toegevoegd, moet niet alleen volstaan worden met softwarepatenten. Houd waar mogelijk informatie geheim. |
Schrikbeeld
Er is niets mis met de bescherming van intellectueel eigendom, maar het schrikbeeld dat die constructie in combinatie met software oproept, heet triviale patenten. Het meest welluidend werd de kritiek al enige jaren geleden verwoord door een Amerikaanse professor: Donald Knuth van Stanford University.
Triviale patenten – Voetnootmanagement voor display en printen (IBM 1987). Het patent beschrijft het gebruik van voetnoten in een tekstverwerkingssysteem. Het is een standaardtechniek die sinds 1970 in iedere tekstverwerker wordt toegepast.
|
Fysieke uitvinding
De Europese patentconventie van 1973 sluit software expliciet uit van bescherming. Dat geldt ook voor bijvoorbeeld formules, esthetische creaties en bedrijfsmethoden. Software wordt momenteel beschermd onder het auteursrecht. De EPO (European Patent Office) patenteert alleen software met een technisch karakter of met een technisch effect. In de VS moet software een concreet resultaat opleveren om voor patentering in aanmerking te komen. Beide definities zijn discutabel, legt Robert Plotkin, docent Boston University of Law uit. “Dat komt omdat patenten uit het industriële tijdperk stammen. De enige vraag die moet worden beantwoord, luidt: ‘is het ding nieuw?’ Morse bedacht de telegraaf. Zodra het ontwerp klaar was, kon iedereen van een gemiddeld technisch niveau het apparaat bouwen. De transistor was een revolutionaire uitvinding. Niemand vroeg zich af of de transistor gepatenteerd moest worden. Veel problemen ontstaan doordat rechtbanken software beoordelen als een fysieke uitvinding. Een pen of een verbrandingsmotor kun je prima door middel van een patent beschermen. Computers houden zich bezig met processen op een heel ander terrein. Ontwerpen worden steeds abstracter. Sommige ideeën zijn zo algemeen dat niemand ze nog de moeite waard vindt om te patenteren. Het dwingt de wet zich af te vragen waar de grens ligt. Er is een troost. Wat er ook voor het huidige softwarepatent in de plaats komt, het is altijd een verbetering.”
Jan Bergstra, professor Computerwetenschappen aan de UVA, ziet de komst van nieuwe softwarepatenten als een onvermijdelijke ontwikkeling. “Er zit intellectuele arbeid in software. Het zou vreemd zijn als die activiteit ontsnapt aan het economisch verkeer. Een nieuw patentsysteem zorgt er in ieder geval voor dat de industrie gaat nadenken over software. Het zal niet de nekslag voor open source betekenen. Open source kan als ideologie de softwarepatenten wel weerstaan.”
http://homepages.cwi.nl/~paulk/patents/index.html
http://www.base.com/software-patents/examples.html
http://www.cwi.nl/pr/CWIiB/CiBannounc.html
Peter Steeman