Fin-Force neemt vanaf 2007 het buitenlands betalingsverkeer van de Rabobank voor zijn rekening. Het gaat om alle grensoverschrijdende euro- en non-eurobetalingen. De bank neemt bovendien een belang van 22 procent in deze bancaire it-dienstverlener.
Fin-Force werd in september 2000 opgericht door de Belgische bankverzekeraar KBC (95%) en de Belgische vestiging van automatiseerder EDS (5%). Fin-Force biedt totaaloplossingen voor betalingsverwerking aan de KBC Groep en andere banken, zoals de Duitse DZ BANK. Door de uitbesteding van dit deel van het betalingsverkeer verwacht Rabobank een betere operationele effectiviteit en kostenefficiëntie. Op termijn verdwijnen er bij de Rabobank maximaal zestig arbeidsplaatsen.
Fin-Force wil meer banken binnenhalen om zo via grotere volumes efficiëntieverhoging (en dus kostenvoordelen) te bereiken. Dat vormt een belangrijke troef van de transactieverwerker. Op dit moment verrichten Fin-Force en Transaktioninstitut (een joint-venture van DZ Bank en KBC) in hun strategisch partnerschap ongeveer 300 miljoen transacties per jaar (waarvan 22,5 miljoen grensoverschrijdende transacties) voor beide banken. Met Rabobank komen daar nog eens ongeveer tien miljoen betalingen en cheques extra ter verwerking bij.
De samenwerking tussen Rabobank en Fin-Force is tevens opgezet met het oog op de SEPA (Single Euro Payments Area): de uniforme Europese betalingsruimte met de euro als boegbeeld. De komende jaren vereist een goedwerkende Sepa voor banken nieuwe investeringen in de backoffice van het grensoverschrijdend betalingsverkeer. Volgens Piet Van Schijndel, lid van de Raad van Bestuur van de Rabobank, worden de kosten hiervan beheersbaar gehouden door met een specialist als Fin-Force in zee te gaan. “Als we alles zelf blijven doen, staan we voor grote investeringen in hardware en -software.”