Intels nieuwe dualcore Xeon-processoren (codenaam Paxville) zijn verschenen voor servers met vier tot tweeëndertig processoraansluitingen (sockets). De strijd tegen concurrent AMD gaat een nieuwe ronde in.
Intel zit zichzelf dubbel dwars Intels Xeon-processor deelt het pad – en dus de bandbreedte – naar het geheugen met de andere processoren in een server. Bij intensief geheugenverkeer zitten de cpu’s elkaar in de weg. Een ander probleem dat specifiek bij multiprocessorsystemen speelt is dat Intel het MESI-protocol (Modified Exclusive Shared Invalid) gebruikt voor het synchroniseren van de cachegeheugens van de verschillende processoren. MESI heeft als nadeel dat de data bij een cacheconflict via het relatief trage hoofdgeheugen wordt uitgewisseld, wat het prestatieniveau bij bepaalde applicaties nogal drukt. Andere processorfabrikanten, waaronder AMD, gebruiken juist MOESI (Modified Owner Exclusive Shared Invalid) waarbij cachegeheugens onderling conficten oplossen. Dit vertaalt zich in hogere prestatieniveaus. |
De Itanium valt vanaf de aankomende volgende generatie (codenaam) Montecito in de 9000-familie. Montecito is een grote dualcore processor met 1,7 miljard schakelelementen, die half volgend jaar uitkomt – mits er geen nieuwe productieproblemen opduiken.
Servers met de nu verschenen Xeon 7000 zijn per direct leverbaar. Dell en HP hebben hun systemen opgebouwd rond de Intel 8500-chipset. IBM gebruikt voor zijn machines met vier tot tweeëndertig sockets de eigen, snelle X3-chipset. De meeste van deze systemen zijn al eerder op de markt gekomen met gewone Xeon MP-chips, voorzien van een enkele core. Deze servers kunnen de Xeon 7000 gebruiken, mits ze voldoen aan de iets hogere eisen voor de warmtehuishouding.
Verviervoudiging
De Xeon 7000 is dualcore en voorzien van HyperThreading. Deze beide technologieën geven opgeteld een verviervoudiging in de ‘core-beleving’ van het besturingssysteem ten opzichte van het aantal sockets. Een server met vier sockets gevuld met dualcore HT-processoren uit de 7000-familie geeft een besturingssysteem het idee dat er 16 processoren (cores) zijn.
Intel verwacht met dualcore voorlopig een prestatiewinst van vijftig procent ten opzichte van single core processoren op gelijke kloksnelheid. Reden dat de prestaties niet verdubbelen is dat het snelheidsverschil tussen processor en geheugen steeds groter wordt en dat bij Intel de toegang tot het geheugen wordt gedeeld.
Concurrent AMD geeft elke processor eigen, ongedeelde toegang tot het hoofdgeheugen. De prestaties die de Opteron-chips hiermee halen levert de producent veel lovende recensies op. Bovendien zit AMD prijstechnisch onder Intel. De prijs van een Xeon 7000 varieert – afhankelijk van de kloksnelheid – van twee- tot drieduizend dollar; een Opteron kost tussen de duizend en tweeduizend dollar.
Verder werken
Intel werkt echter gestaag verder aan betere processoren met hogere prestatieniveaus. Halverwege volgend jaar verschijnen er processoren in de 7000-familie op basis van 0,65 nanometer-technologie met hogere kloksnelheden en groter cachegeheugen (tot wel 16 MB). In 2007 komt Intel met Tigerton. Deze serverprocessor gebruikt high-speed interconnects voor de communicatie naar de chipset.