Op de beurs Infosecurity in Utrecht organiseerde Computable een rondetafeldiscussie met als thema Cybercrime in de polder. Gespreksleider Ernst Fuld vroeg zich af of er eigenlijk wel sprake is van serieuze computercriminaliteit.
Hij vroeg de aanwezige toehoorders hun hand op te steken wanneer ze last hadden gehad van een DoS-aanval of een andere vorm van cybercrime. “Je ziet het. Niemand steekt z’n hand op dus zal het wel meevallen”, aldus Fuld, in het dagelijks leven directeur van de NGN. Simon Hania van XS4ALL moest toegeven dat het begrip cybercrime zelf een beetje een hype is. “Dat betekent echter niet dat er geen probleem zou zijn. Computercriminaliteit gaat ook over misbruik van gegevens en dat is minder zichtbaar.” Volgens Hedy van de Ende, directeur van Govcert is identiteitsfraude door de koppeling van gegevens wel degelijk een risico.
“In 2007 moet ruim 65 procent van de communicatie tussen burger en overheid elektronisch gaan. Dat betekent dat we ook meer moeten gaan doen aan het bewustzijn van de gebruiker.” Hans Oude Alink van het National High Tech Crime Center onderstreepte dit. “Het kennisniveau is te laag en men wil het liefst een gratis programma om alles tegen te houden. Die awareness zou moeten veranderen.”
Ronald Prins van Fox-IT vergeleek het investeren in informatiebeveiliging met de tijd die nodig is om een buitendeur achter je dicht te doen. “Al die tijd opgeteld, is vele malen groter dan de tijd die nodig is voor een inbraak. Toch doet iedereen de deur netjes achter zich op slot.”
“Hij vroeg de aanwezige toehoorders hun hand op te steken wanneer ze last hadden gehad van een DoS-aanval of een andere vorm van cybercrime. “Je ziet het. Niemand steekt z’n hand op dus zal het wel meevallen”, aldus Fuld”.
Hoeveel van die toehoorders hebben er überhaupt een beeld van het aantal hack aanvallen op hun systemen? “Het zal wel meevallen” is dus een ongefundeerde kreet.