Fred van der Molen beschouwt en becommentarieert het ict nieuws van de afgelopen week. Met deze keer: Hup Ajax.
Hup Ajax
Voor Netscape-oprichter Marc Andreessen, de godfather van de browser, was het in 1996 zonneklaar. Windows was een hopeloos achterhaald product om computersystemen mee uit te rusten. Hij gebruikte zelfs de typeringen ‘proprietary’ en ‘legacy’, wat in die jaren hele erge scheldwoorden waren. Weg met de ‘fat client’, de toekomst was aan internet: de browser, servergebaseerde web-applicaties en de netwerkcomputer. Gebruikers zouden vanaf elk type computer met een willekeurig besturingssysteem hun gegevens en toepassingen kunnen gebruiken.
We zijn nu bijna een decennium verder. Wat is er gebeurd? De aangekondigde webrevolutie vond inderdaad plaats, maar het vermaledijde Windows bleef het dominante besturingssysteem. Microsofts totale greep op de it-industrie verminderde dankzij het internet, maar anno 2005 zit het gros van de professionele kantoorwerkers nog altijd een fors deel van de werkdag achter Windows-applicaties. Hoe komt dat eigenlijk?
Ik kan daar tal van redenen voor geven. De belangrijkste is natuurlijk dat Microsoft niet heeft zitten slapen. Ze begreep medio 1977 dat internet geen nutsvoorziening was, maar dat het web een computertijdperk inluidde. Daarna heeft het bedrijf zichzelf opnieuw uitgevonden en de concurrentie met alle middelen – oirbaar en niet – het leven wederom zuur gemaakt.
Maar er is meer. Webgebaseerde computing heeft lang behalve voordelen ook flinke nadelen gehad. Laat ik me beperken tot de interface: de webinterface was inferieur aan die van Windows. De Windows-client was misschien wel fat maar ook rich. Mijn indruk is dat de meeste gebruikers bijna altijd de Windows-client prefereren boven de webinterface als er keuze is: handiger, mooier, directer. Er zit vaak iets plakkerigs aan het gebruik van web-applicaties en bovendien ontbreken geavanceerde bedieningsfuncties en integratie-elementen. Of beter: er zit nog iets plakkerigs aan. Want de verschillen vervagen. Voor een deel komt dat door wat Ajax is gaan heten, een acroniem van Asynchroon Javascript And XML. Met deze set gevestigde webtechnologieën blijken zeer geavanceerde dynamische webinterfaces gebouwd te kunnen worden die nauwelijks onderdoen voor Windows-applicaties. Zelfs drag-and-drop blijkt gewoon mogelijk. Goede voorbeelden van mooie Ajax-clients zijn Google Maps en de Zimba Collaboration Suite. Zelfs Microsoft schijnt Ajax-technieken te gebruiken in de volgens Hotmail-versie, codenaam Kahuna, hoewel het bedrijf dat Javascript-gepruts officieel maar ouderwets gedoe vindt en inzet op zijn XAML/Avalon grafische systeem.
Ajax is zeker niet zaligmakend. Het is uitermate complex dergelijke applicaties te bouwen en ook de debugging moet een ramp zijn. Ajax markeert echter wel een mijlpaal in de omwenteling van client/server naar web-applicaties. Na tien jaar internet hebben we het punt bereikt dat de zogeheten ‘rich client’ nauwelijks meer is te onderscheiden van zijn web-broertje. Dat is toch wel iets om bij stil te staan. Hup Ajax.
Fred van der Molen beschouwt en becommentarieert het ict-nieuws van de afgelopen week.