Na ruim 25 jaar heeft het Zeeuwse ‘multi-utility’-bedrijf DELTA een punt gezet achter het werken met een mainframe. Op 27 mei dit jaar werd het uitfaseren van de laatste applicatie gevierd en is de stekker symbolisch uit de IBM Multiprise 2000 getrokken. De onderneming is inmiddels helemaal overgestapt op een Unix-omgeving en een san (storage area network). Het ingrijpende afscheid duurde vier jaar.
Personalia Harriëtte Hesselmans kwam in 1982 bij DELTA. In 2001 werd ze it-projectmanager voor het project Poema (Programma Open Energie Markt). In juli 2003 volgde haar benoeming tot hoofd I&A (IT Services en Applicatiebeheer). Rob Woudstra was twintig jaar directeur-eigenaar van een it-dienstverlener. Na de verkoop daarvan kwam hij in dienst bij de nieuwe onderneming. Sinds 2003 werkt hij namens G-Nius als zelfstandig it-projectmanager. Hans de Moor staat sinds 1979 bij DELTA op de loonlijst.Via Systeemprogrammering, Teamleider IT infrastructuur en Chef IT Services kwam hij uiteindelijk in de rol van IT Architect terecht. Als Chef IT Services was De Moor verantwoordelijk voor de operationele dienstverlening, terwijl in de rol van IT Architect juist meer tactisch en strategische sturing wordt gegeven aan de dienstverlening. |
Monopolies
“Het woord ‘klant’ kenden we nog amper”, vervolgt Hesselmans. “We hadden verbruikers. Veel hadden die niet in de melk te brokkelen, want de energiebedrijven uit die tijd waren monopolisten. De klant had geen mogelijkheid om naar een ander te gaan. Om diezelfde reden hadden we tijd genoeg. We konden op ons gemak nieuwe applicaties bouwen.”
Deze situatie veranderde voor het eerst in de jaren tachtig en negentig toen via fusies en samenwerkingsverbanden schaalvergroting werd nagestreefd. DELTA, van oudsher actief op het gebied van elektriciteit en gas, voegde water aan het aanbod toe en begon ook diensten te ontwikkelen op andere terreinen, zoals afvalverwerking en het exploiteren van glasvezelverbindingen voor radio, televisie en internet. Deze nieuwe activiteiten betekenden dat het concern voor het eerst moest vechten met concurrenten om de gunst van de klant.
Bressen in het frame
Tegelijkertijd waren er binnen de automatisering ook al enige tijd veranderingen gaande. Het mainframe verloor macht aan de randen van zijn toepassingsgebieden. De eerste grote bres werd midden jaren negentig geslagen door de opmars van mail en tekstverwerking.
Fusie DELTA (http://www.delta.nl) is in 1991 ontstaan uit een fusie tussen Watermaatschappij Zuid West-Nederland (WMZ) en de Provinciale Zeeuwse Energie Maatschappij (PZEM). Het concern levert een breed pakket diensten en producten. Gas, water, elektriciteit, afvalverwerking, internet via de kabel en radio- en televisiesignalen zijn de belangrijkste. Daarnaast is de onderneming actief op de internationale energiemarkt, onder meer als exploitant van een windmolenpark op Cura�ao en energieleverancier van bedrijven in Duitsland. Er werken 1400 mensen. De it-afdeling telt zeventig medewerkers, van wie twintig externen. |
De plannen voor de liberalisering van de energiemarkt zetten uiteindelijk alles op scherp (zie kader). Het monopolie van DELTA zou helemaal verdwijnen. Dat stelde ingrijpend andere eisen aan de bedrijfsvoering en dus ook aan de automatisering. Omdat de markt voor grootverbruikers het eerst werd geliberaliseerd, hadden hier ook de eerste aanpassingen plaats. DELTA startte in april 2001 een project om de benodigde functionaliteit voor het grootverbruik uit het mainframe los te weken en onder te brengen in standaardapplicaties. Een jaar later zijn deze opgeleverd: het crm-systeem (customer relation management) E-point, CorDaptix voor de facturering en MDR voor de administratie van metergegevens. Daarmee had DELTA een oplossing voor een beperkt aantal klanten (tweeduizend), die overigens wel 80 procent van de omzet vertegenwoordigden. Vervolgens verschoof de aandacht naar de consumentenmarkt.
Harde waarheid
Begin 2002 werd er nog van uitgegaan dat enkel een technische uitfasering van het mainframe zou resteren. Tijdens inventarisaties van wat dat allemaal met zich meebrengt, brak gaandeweg het besef door dat er ook veel functionaliteit veilig gesteld moest worden en dat dit een kolossale opgave zou zijn.
Hesselmans: “De harde waarheid luidde dat 80 procent van onze applicaties ongeschikt was voor de nieuwe situatie. Een paar voorbeelden: als klanten keuzevrijheid krijgen, moeten we verzoeken tot verandering kunnen afhandelen. Met de bestaande applicaties kon dat niet. Verder moesten we communicatie onderhouden met de systemen van conculega’s, ‘clearinghouses’ en andere externe partijen. Die systemen hadden we evenmin. Bovendien moest er vanwege allerlei nieuwe wettelijke vereisten een administratieve en organisatorische scheiding worden aangebracht tussen netwerk- en leveringsbedrijven. Daarnaast moesten we sneller kunnen reageren op de markt en crm-systemen in gebruik gaan nemen, want eenvoudige klantgegevens voldeden niet langer.”
Te duur
De hele infrastructuur werd nog eens flink tegen het licht gehouden. Die bezinning werd het mainframe noodlottig. “Niet omdat al die nieuwe applicaties er niet voor geschreven zouden kunnen worden, maar omdat het mainframe zelf te duur werd”, licht Hans de Moor toe. “Het was het kleinste in zijn soort, maar het was toch al overgedimensioneerd. Het was prima voor banken en verzekeringsmaatschappijen, maar voor ons een paar maten te groot. We betaalden per jaar een vermogen aan licenties voor het besturingssysteem en andere licenties. Dat is de voornaamste reden waarom we het niet hebben laten staan.”
Begin 2002 besloot de directie van DELTA om over te stappen op SAP/R3, crm van deze firma en andere standaard applicaties. Dit grote project kreeg de naam Deltawerken. Onderdeel daarvan was het ontmantelen van het mainframe. Projectmanager Rob Woudstra moest het uitfaseren van het mainframe in goede banen te leiden.
Ontrafelen
Woudstra begon in april 2003 met het ontrafelen van alle toepassingen op het mainframe. “Als eerste stap hebben we in kaart gebracht welke applicaties welke data gebruiken en welke bedrijfsprocessen daarmee worden bediend. Dat is een lastige fase, want het lijkt of er niks uit je handen komt. Je bent alleen maar aan het puzzelen; 25 jaar programmeerwerk is een megapuzzel. Daarna moet je ervoor zorgen dat de gebruikers minimaal dezelfde functionaliteit terugkrijgen in de nieuwe applicaties. Dat is programmeren geblazen, want met een dekking van 80 procent mag je al in je handen knijpen.”
Oud en Nieuw Oud: IBM Multiprise 2000/215 met OS 390 Comparex tape-eenheid 6390 en 2 TB aan data op tapes Nieuw: 17 IBM Power 5-series met Unix (AIX) san met 24 TB opslagcapaciteit taperobot met 180 TB aan data Co-locatie in Goes |
Uitgangspunt bij deze ‘big bang’ was dat de nieuwe systemen direct de nieuwe transacties moesten gaan uitvoeren en dat het mainframe nog gebruikt moest worden voor de afhandeling van ‘oude’ transacties en voor het raadplegen van historische gegevens. Hesselmans: “De consequentie hiervan was dat correspondentie over oude nota’s nog via het mainframe moest worden beantwoord. Dat leidde tot de nodige afstemmingsproblemen, maar de historische gegevens meenemen zou een enorme ballast betekend hebben. Het zou te veel tijd en geld gekost hebben.”
Laatste zucht
Het uitstel van de liberalisering van de energiemarkt voor consumenten en kleinzakelijke afnemers gaf lucht. Na 1 juli 2004 verschoof de aandacht naar de ongeveer 25 overige applicaties die op het mainframe draaiden, waaronder een beheersysteem onroerend goed en een systeem voor de vastlegging en configuratie van meters en apparaten. “Als daarvoor geschikte standaardpakketten beschikbaar waren, installeerden we die. Zo niet, dan lieten we ze op maat maken door systeemintegrators, ons eigen Poema-team of een combinatie van die twee.”
De deadline voor deze tweede fase lag op 1 januari 2005. Die deadline is niet gehaald. Het mainframe gaf zich niet zo gauw gewonnen. Woudstra: “Er bleek toch veel meer aan resterende functionaliteit in te zitten dan we vermoedden. Dat merk je als je op het punt staat om de stekker eruit te halen. Dan
Liberalisering De energiemarkt is in drie fasen geliberaliseerd. Het begon in 2000 met zeshonderd voornamelijk industriële grootafnemers. In 2002 volgden bedrijven en instellingen met een afname boven de 2 megawatt. De laatste fase, voor consumenten en kleinere zakelijke afnemers, zou aanvankelijk op 1 januari 2004 ingaan, maar is een half jaar uitgesteld tot 1 juli van dat jaar. |
Data platslaan
Wat restte was een enorme berg tapes met historische data en applicaties in tal van versies. “De data hebben we uitgelezen en platgeslagen. Dat wil zeggen: we hebben ze losgemaakt uit de applicaties en in txt-formaat bewaard. Aan alle managers hebben we gevraagd welke van die gegevens zij nodig hebben en die zijn hen ter beschikking gesteld. Alle overige gegevens slaan we op in het archief.”
De applicatietapes met gelicenseerde kopieën worden vernietigd. Dit gebeurt onder toezicht van de afdeling Kwaliteit en Procesmanagement. De leveranciers van de software krijgen bericht van dit levenseinde. Ten slotte wordt de infrastructuur ontmanteld: het IBM-mainframe zelf, het Comparex-tapesysteem, de emulatiesoftware op de desktops en de verbindingen naar de vestigingen.
Een ander belangrijk onderdeel van de operatie Deltawerken was de vergroting van de opslagcapaciteit. Omdat de nieuwe systemen meer ruimte nodig hebben, vooral door de grotere databases, is de opslagcapaciteit door ingebruikname van een san meer dan vertienvoudigd. Bovendien is een taperobot met een maximale capaciteit van 280 TB in gebruik genomen. Deze wordt ingezet voor archiveringsdoeleinden (zie kader ‘Oud en Nieuw’).
Eigen initiatief
Wat was het moeilijkst aan de operatie? Hesselmans: “De acceptatie bij de gebruikers. In de oude applicaties heb je één scherm waarbinnen je werkt. Nu zijn er meerdere schermen en systemen. De mensen moeten daar opnieuw hun weg in leren vinden. Vroeger kon iedereen bij heel veel applicaties, maar ook dat is veranderd. Je moet nu rechten hebben voor toegang en voor bepaalde handelingen. Het belangrijkste is dat vroeger alles maatwerk was. De gebruikers werden aan het handje meegenomen door het systeem. Nu wordt meer eigen initiatief verlangd. Dat gaat allemaal niet zonder slag of stoot.”
Fred Teunissen
Ik ben nauw betrokken geweest bij dit traject. Als je achteraf terugkijkt op dit traject is het nog maar de vraag of de keuze een gelukkige is geweest. Delta heeft namelijk haar oorspronkelijke budget met bijna 100% overschreden.
De grootste problemen zijn ontstaan in het feit dat van n gegevens-systeem is gemigreerd naar drie, in principe onafhankelijke, systemen. Vervolgens zijn deze systemen met MiddleWare aan elkaar geknoopt zonder de integriteit van de data optimaal te borgen. Dit heeft uiteindelijk in de praktijk geleid tot facturatieproblemen, klantgegevens die kwijtraakten in systemen en problemen met het koppelen van meetgegevens.
Delta heeft zich door de consultants om de tuin laten leiden en had zich in mijn perceptie beter kunnen laten adviseren over het in stand houden van het mainframe als gegevens-huis, uitbreiden van het datamodel voor de nieuwe energiemarkt en het hierop aansluiten van de nieuwe GUI’s.