Onderzoekers van het Massachusetts Institute of Technology (MIT) willen alle kinderen van de wereld een computer geven, ook al is er geen stopcontact. Het ontwerp moet stevig zijn, onafhankelijk kunnen werken en bovenal, goedkoop. Het MIT denkt aan 100 dollar.
De voeding van het apparaat doet tevens dienst als handvat, en een zwengel kan voor de stroom zorgen als er geen elektriciteit in de buurt is. Slechts tien minuten werken na één minuut draaien, maar het is beter dan niets. De computer is volledig omkleed met rubber, dat hem schok- en stofbestendig moet maken.
Aan de wieg van dit idee staat Nicholas Negroponte, die in Cambodja zag hoe profijtelijk het was dat kinderen daar een laptop van school mee naar huis konden nemen. Daarom werd in januari ‘One Laptop Per Child’ opgericht, een organisatie zonder winstoogmerk die zich tot doel heeft gesteld een ultragoedkope laptop te ontwerpen en te distribueren.
De organisatie werkt samen met AMD en E Ink. Dat laatste bedrijf maakt ‘electronic ink’-schermen, die een fractie van de stroom verbruiken van een normaal beeldscherm. Bovendien zijn deze schermen veel goedkoper om te produceren dan de reguliere tegenhangers.
Negroponte denkt dat er binnen een jaar 5 tot 15 miljoen van deze machines kunnen worden gemaakt, en het jaar daarna moeten dat er zelfs 100 tot 150 miljoen zijn. Ter vergelijking: momenteel worden er per jaar wereldwijd ongeveer 50 miljoen laptops geproduceerd.
Eerst via overheden
In eerste instantie is het de bedoeling dat er wordt samengewerkt met overheden, maar men overweegt om ook een commerciële versie te laten maken. Die kan dan tegen een iets hogere prijs worden verkocht, waarbij de winst weer kan worden gebruikt voor de pc’s voor de kinderen.
In november moet er een prototype van de pc verschijnen met een 500 MHz AMD-processor, een flashdisk in plaats van een harddisk, en met Linux in plaats van Windows. Dankzij een draadloze wifi-verbinding staan alle computers met elkaar in verbinding, waardoor er een ‘meshed’ netwerk ontstaat (vgl. peer-to-peer). Wanneer vervolgens een enkele computer een verbinding met internet heeft, kan de rest daar ook gebruik van maken.