De licentiepolitiek van softwarebedrijven staat onder druk van technische ontwikkelingen en toenemende oplettendheid van gebruikers. Het woud van mogelijkheden wordt exotischer. Het loont daarom de moeite software license management serieus te nemen.
De laatste tijd is veel commotie ontstaan over de prijspolitiek van Oracle als het gaat om het gebruik van diens software op machines met processoren die twee of meer kernen hebben. Aanvankelijk wilde de databasereus een prijs rekenen per kern; dus dubbel bij een dual core en vier maal bij een processor met vier rekenaars aan boord. Dit is later afgezwakt naar driekwart per kern met een afronding naar boven. Toch zullen gebruikers beduidend meer moeten betalen als zij de snellere processoren inzetten. Dit heeft veel kwaad bloed gezet, omdat er aan Oracle-zijde niets veranderd hoeft te worden aan de programmatuur. Dezelfde database (en applicaties) draait op een enkelpits processor als op een meerpitter. Meer betalen zonder dat er een aanwijsbare inspanning tegenover staat, valt niet in goede aarde.
Overigens houden ook IBM en Sybase vast aan de strategie licentiekosten per processorkern in rekening te brengen. BEA rekent een kwart extra, terwijl het niet eens zeker is dat de software ook twee keer sneller (of zelfs een kwart meer) gaat presteren bij een dubbele kern.
Gartner schat dat organisaties die licenties per processor afdragen hun softwarekosten eind 2005 met minimaal de helft zien stijgen, tenzij ze erin slagen in onderhandelingen andere resultaten te bereiken.
Microsoft heeft dit goed ingezien en heeft bepaald dat het aantal kernen per processor geen invloed heeft op de licentieprijs. Dat is geen altruïstische geste, maar eerder een poging marktaandeel weg te snoepen van Oracle. Met SQL Server 2005 in aantocht (lanceerdatum: 7 november) gaat Microsoft het gevecht aan met gevestigde databaseleveranciers als Oracle en IBM. Niet alleen met deze softwarebouwers overigens, maar ook met de makers van software voor business intelligence. In SQL Server 2005 stopt Microsoft gratis veel BI-tools (ETL, rapportage en dergelijke) die bij andere apart aangeschaft moeten worden. Tegelijkertijd heeft Gates’ onderneming aparte licentievoorwaarden voor het mkb in de maak. Daarover volgt binnenkort meer nieuws.
Bedrijfsproces
Ronald de Jong, regional channel manager bij Computer Associates Nederland, zegt dat het gebruik van meerdere kernen niet veel invloed heeft op de licenties die gebruikers van het (toch wel omvangrijke) CA-softwarepalet moeten betalen. De gebruikers betalen namelijk naar de capaciteit van een machine, uitgedrukt in MIPS (millions of instructions per second). CA hanteert drie MIPS-categorieën, waarbij de verschillen niet echt groot zijn, aldus De Jong. “Je zult in elk geval niet twee keer zoveel betalen als de MIPS verdubbelen”, wat theoretisch het geval kan zijn bij een processor met twee kernen.
Een woordvoerder van SAP Nederland onttrekt zich geheel aan de dubbelekernendiscussie. “Bij ons speelt dat niet, want bij ons gelden licentiekosten per het maximaal aantal gebruikers dat met de software kan werken”, is de kern van het betoog. Dat is echter de helft van het verhaal. Want zo’n constructie, die toch nog veel voorkomt, gaat volgens Gartner met bijna honderd procent zekerheid verdwijnen. SAP onderzoekt de mogelijkheid om een licentie per bedrijfsproces in rekening te brengen. Tot nu toe is software per functionaliteit geprijsd, maar een manager wil gewoon een ‘korrel tot kassa-proces’ automatiseren en zich niet druk hoeven te maken over het feit dat dit software-elementen nodig heeft voor reclamecampagnes, contractbeheer, orderinvoer, facturering, beprijzing, vervoer, belastingafdracht, enzovoorts.
Ook Oracle is overigens doende een licentiepolitiek naar ‘processtromen’ binnen organisaties vorm te geven.
Spanningsveld
Andere technologische ontwikkelingen dan de dual core processor spelen een rol in de licentiepolitiek. Denk aan virtualisatietechnieken, waarbij een applicatie rekenkracht vergt van een processor die op dat moment niks te doen heeft. Dit is van tevoren niet vast te leggen, omdat het gebruik van de processoren per (milli)seconde wisselt. Daarom kijken veel softwareleveranciers naar het totale vermogen en stemmen daar hun prijs op af, waarmee gebruikers in beginsel dus altijd te veel betalen.
Het spanningsveld is hier helemaal duidelijk. Softwareleveranciers willen maximale winst en gebruikers willen zo weinig mogelijk betalen voor de programmatuur. Het is voor gebruikers zo lastig omdat er een woud aan verschillende licentieregelingen in het leven is geroepen. Aanhangers van complottheorieën vermoeden hier opzet van de software-industrie, maar het lijkt er eerder op dat elke leverancier streeft naar winstmaximalisatie volgens zijn eigen specifieke aanpak.
Feit is dat er een jungle aan verschillende tarievenstructuren bestaat, wat het leven er voor it-managers niet makkelijker op maakt. Je maakt immers niet alleen een keuze op functionaliteit, maar ook op de kosten die dat doel met zich meebrengt.
Gratis
Witte raaf in deze discussie is Sun Microsystems, dat overweegt al zijn software weg te geven (volgens GNU-licentiepolitiek). Deze leverancier ziet meer heil in de aantrekkende verkoop van zijn hardware als gevolg van de gratis bijbehorende software. Een ander doel de programmatuur vrijwel gratis van de hand te doen, is het halen van winst uit te leveren onderhoudscontracten, een strategie die nu thuis hoort bij bedrijven als Novell, Red Hat en Mandriva.
Het licentielandschap overziend, is het duidelijk dat het niet eenvoudig is een route uit te stippelen. In de onderhandelingen zal in elk geval wel moeten worden gevraagd naar de standpunten van de leveranciers aangaande de nieuwe technologieën. En: wantrouw degenen die geen politiek hebben geformuleerd op deze aspecten, aldus Gartner.
Ga pas het gesprek aan als zelf al is bepaald wat de waarde is van bepaalde software voor een organisatie. Dat is op zich al lastig genoeg. Enige softwarehulp, van bijvoorbeeld Ariba of BMC, is dan welkom. Maar vraag wel eerst naar de licentievoorwaarden.