Het ministerie van Economische Zaken vindt het niet terecht dat gemeenten de plaatsing van umts-masten blokkeren zolang een nadelige invloed op de gezondheid niet bewezen is. Het ministerie weigert de uitrolverplichtingen van aanbieders te versoepelen.
Uit een enquête van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten bleek begin juli dat zo’n dertig gemeenten de plaatsing van umts-masten tegenhouden in afwachting van de resultaten van een Zwitsers onderzoek naar de invloed van umts op de gezondheid. Het onderzoek is naar verwachting aan eind deze zomer afgerond. EZ wil de resultaten echter niet direct naar buiten brengen. EZ-minister Brinkhorst heeft bij de aankondiging van het onderzoek in 2003 aangegeven dat de uitkomsten alleen in een gerenommeerd wetenschappelijk tijdschrift terug te vinden zullen zijn. De publicatie van zo’n artikel kost tijd. Een Nederlands onderzoek van TNO naar umts deed in 2003 veel stof opwaaien omdat er onder een beperkte groep mensen een significante invloed op het welbevinden geconstateerd werd. Nadelige effecten op de gezondheid zijn echter niet gemeten.
Beperkte zeggenschap
Gemeenten hebben formeel weinig te zeggen over de plaatsing van umts-masten. Volgens het Antenne Convenant tussen rijksoverheid en aanbieders kunnen bedrijven telecommasten die lager zijn dan vijf meter zonder overleg met gemeenten plaatsen. Tot deze procedure is besloten om zo weinig mogelijk vertraging op te lopen bij de aanleg van gsm-netwerken enkele jaren terug. Deze overeenkomst is ook van kracht voor de nieuwe umts-netwerken. Omwonenden hebben wel de mogelijkheid om een bezwaarprocedure te starten. Bij grote antenne-installaties hebben aanbieders wel een vergunning van de gemeente nodig.
Telecomaanbieders voelen de hete adem van EZ in hun nek. Alle woonplaatsen met meer dan 25 duizend inwoners moeten per 1 januari 2007 van umts-dekking voorzien zijn. Het dilemma is extra groot doordat een umts-netwerk vanwege de hogere datacapaciteit en kleinere reikwijdte veel meer masten nodig heeft.