Dertig jaar geleden was hij nog applicatieprogrammeur op het gebied van fabricage en distributie. Nu is Joe Alsup ceo en mede-eigenaar van Progress Software, met een jaaromzet van bijna 400 miljoen dollar. Alsup wil verder groeien en is daarvoor regelmatig op zoek naar nieuwe acquisities.
U hebt de laatste tijd nogal wat bedrijven gekocht. Apama, ObjectStore, en recentelijk nog EasyAsk, om er maar een paar te noemen.
‘Vier bedrijven in tweeënhalf jaar, dat is toch niet zo heel veel? En pas tien jaar geleden hebben we onze eerste acquisitie gedaan.’
U lijkt er wel steeds meer plezier aan te beleven.
‘Ja, ik geef toe, het begint nu inderdaad een beetje een trend te worden.’
Hoe gaat u al die nieuwe bedrijven integreren?
‘Dat is een terechte, Europese vraag. Europeanen denken altijd gelijk aan het hele proces van integratie, terwijl Amerikanen alleen denken aan de deal van de acquisitie. Ik zeg ook altijd: het uitschrijven van de cheque is het duurste, maar ook het gemakkelijkste gedeelte. Onze real-time divisie, inmiddels goed voor een jaaromzet van meer dan dertig miljoen dollar, is bijvoorbeeld opgebouwd uit drie verschillende aangekochte bedrijven. Het zal op zijn minst een jaar kosten om die bedrijven te integreren, maar zeker twee jaar om het echt tot een geheel te smeden. Je moet eerst de organisatie opnieuw vormgeven en daarna moet je kijken hoe de verschillende producten beter met elkaar geïntegreerd kunnen worden.’
Waar kijkt u specifiek naar als u een bedrijf overneemt?
‘De producten moeten natuurlijk goed met elkaar geïntegreerd kunnen worden, maar daar doen we van tevoren altijd uitvoerig onderzoek naar. De cultuur van het bedrijf is ook belangrijk, maar dat merk je meestal wel direct als je een bedrijf binnenstapt. Het zit hem in kleine dingen. Het is een goed teken als mensen blij zijn en als ze onderling relaxed op elkaar reageren. Ook is het belangrijk dat er energie in de onderneming zit. Als de menselijke kant niet goed voelt, dan gaan we niet verder met de onderhandelingen.’
Ik heb gehoord dat u nog genoeg geld in kas hebt om uw koopjesjacht voort te zetten. Wat kunnen we nog meer verwachten?
‘Wij begrijpen alles van de it-infrastructuur, van de database en de applicatieserver. Dus de onderliggende structuur die je nodig hebt om applicaties te kunnen laten draaien. We willen daar niet te veel van afwijken.’
Waar liggen de grenzen in uw aankoopbeleid?
‘We willen wel verder diversificeren, maar in lijn met wat we al doen. Verkoop aan consumenten past daar bijvoorbeeld niet in. We willen ook niet direct concurreren met de grote marktpartijen, zoals Microsoft, Oracle of SAP. Daarom doen we bijvoorbeeld niks met businessapplicaties. Onze resellerpartners bouwen die applicaties en dat is al vele jaren een gelukkige samenwerking. Als we wel in applicatieontwikkeling zouden stappen, dan worden we bovendien een concurrent van onze partners en dat doen we liever niet.’
Progress Software als leverancier van totaaloplossingen. Is dat niet uw ultieme droom?
‘Er zijn maar weinig klanten die enkel en alleen gebruik maken van Progress Software. Wij verwachten dat ook niet van hen, ook in de toekomst niet. Daarom maken we het klanten juist gemakkelijk om software van Progress te integreren met applicaties van andere leveranciers, via de integratiesoftware van onze dochteronderneming Sonic Software. Als wij de klant helpen met het integreren van zijn applicaties, zal hij bovendien niet de druk voelen om alle applicaties van één leverancier te nemen, zoals van Oracle of van SAP. Want we willen natuurlijk in ieder geval voorkomen dat klanten alleen SAP of Oracle gaan gebruiken.’
U gebruikt open source in de strategie om verder te expanderen. Ook in de nieuwe versie van OpenEdge 10.1, die aan het einde van dit jaar uitkomt, is dat terug te zien. OpenEdge 10.1 maakt gebruik van het open source platform Eclipse. Bent u niet bang dat deze strategie juist eroderend werkt voor uw eigen software?
‘Zeker niet. Door Eclipse te gebruiken als basis voor de ontwikkelingstools van Progress, neemt de compatibiliteit met tools van andere leveranciers toe. Dat is goed. Het betekent dat je niet alles van een en dezelfde leverancier hoeft te kopen. Hoe gemakkelijker het voor een eindgebruiker is om applicaties te integreren, des te eerder zal hij gebruik maken van verschillende leveranciers en dus ook van Progress.’