Microsoft wil beter en sneller afdrukken. Daarvoor ontwikkelt het Metro, een printsysteem dat wordt ingebed in de volgende versie van Windows. Dat zal niet alleen de printermarkt opschudden. Sommige mogelijkheden van Metro lijken op die van Adobe’s pdf (portable document format).
Praten met printers Moderne printers spreken twee talen: HP’s PCL (Printer Command Language) en Adobe’s Postscript. Beide zijn het methoden om bestanden te vertalen naar wiskundige termen en geometrische vormen. Het grote verschil tussen de twee is dat Postscript te typeren valt als een heuse programmeertaal, terwijl PCL eerder een serie tekens voorafgegaan door uitzonderingstekens (escape characters) is. Printers gebruiken de omgerekende data om daar zelf een opeenvolging van stippen van te maken. Die werkvolgorde stelt de printers in staat om afdrukken te maken van verschillende bestanden zonder dat ze moeten beschikken over bijvoorbeeld zowel de gangbare als alle obscure lettertypes. Nog een voordeel is dat via de bitmap de printer meteen de best haalbare afdrukkwaliteit behaalt. |
Microsoft claimt dat het zo het verschil elimineert tussen wat te zien is op het beeldscherm en het gedrukte resultaat. Metro zou daardoor concurreren met de huidige twee printconversietalen, PCL en Postscript (zie kaders). Daarnaast kan de gebruiker Metro-documenten delen met anderen, bijvoorbeeld via mail, met behoud van illustraties en opmaakkenmerken als fonts. Daarin lijkt het ook op Adobe’s pdf, een conclusie die velen meteen trokken. Toch lijkt de vergelijking mank te gaan.
Doorzichtig
Het Britse Global Graphics is betrokken bij de bouw van Metro. Adrian Ford, de technische topman van dat bedrijf, meldde op de nieuwssite PDFzone afgelopen juni: “Metro maakt betere pdf’s mogelijk.” Volgens hem maken veel computergebruikers een pdf-bestand vanuit de toepassing waarmee ze werken via een programma als Distiller. Binnen in het systeem stuurt de applicatie echter gegevens naar het Windows-printsysteem. Printersoftware converteert die naar Postscript, en dat wordt weer omgezet naar pdf. Op die manier verlies je bijvoorbeeld doorzichtigheid. Pdf kan dat aan, maar het printsysteem niet.
Adobe zegt dat het zich geen zorgen maakt over Metro. Mark Wheeler, verantwoordelijk voor de Europese marketing van Adobe, noemt ogenblikkelijk het belangrijkste verschil: Metro bestaat nog niet, terwijl miljoenen gebruikers pdf nu al wereldwijd gebruiken. “We kunnen dit echt niet zien als concurrent.” Metro streeft volgens Wheeler een ander doel na: het vergroten van de kwaliteit van afdrukken en beeldschermkwaliteit. Met pdf streeft Adobe vooral naar betere documenten. “Pdf maakt een reeks van diensten mogelijk. De Nederlandse Belastingdienst bijvoorbeeld helpt bedrijven via een in te vullen pdf met de aangifte van de omzetbelasting.”
Laconiek
Volgens de eerste schetsen van Metro die Microsoft naar buiten heeft gebracht moeten alle platformen ermee overweg kunnen. Het bedrijf zegt dat het de specificaties via een kostenloze licentie zal openbaren. Dat geeft commerciële aanbieders de gelegenheid de nieuwe regels voor afdrukken en beeldschermpresentatie in te bouwen in hun eigen software en hardware.
Microsoft aan andere partijen over of concurrerende besturingssystemen iets gaan doen met Metro. De softwaregigant is bijvoorbeeld niet van plan om een ‘Metro-viewer’ beschikbaar te stellen voor andere besturingssystemen dan Windows XP, Server 2003 en de opvolger van XP, nu nog bekend onder de werktitel Longhorn. “Het is op ieder besturingssysteem te implementeren. De XML-code voor het beschrijven van de opmaak van documenten is dezelfde als die in de nieuwe WinFX-api. Dat vergemakkelijkt de omgang voor Metro-documenten die gemaakt zijn voor WinFX of .NET.” Dat verklaart ook de wat laconieke reactie van Adobe’s Wheeler. “Ach, Metro heeft vergelijkbare mogelijkheden – voor het Longhorn-besturingssysteem.”
Taalhistorie
De ontwikkeling van HP’s printertaal PCL (Printer Command Language) begon eind jaren zeventig. Met de eerste twee versies konden alleen Ascii-karakters worden afgedrukt. Versie 5, die midden jaren negentig gepubliceerd is, is de meest wijdverbreide variant van deze printertaal. Dat PCL van HP is, weten niet alle printerdeskundigen meer. Een Nederlandse medewerker van Kyocera: “PCL, dat gebruiken de meeste printerfabrikanten; wij, Nashuatech, Toshiba en Sharp. HP gebruikt het ook.”
De oorsprong van tegenhanger Postscript ligt eveneens in de jaren zeventig. Een van de uitvinders, John Warnock, ontwikkelde de taal om afdrukken te kunnen maken uit een database met driedimensionale opnames van de haven van New York. Een volgende versie van de programmeertaal schreef hij voor kopieermachinefabrikant Xerox. Die deed weinig met de taal. Uit frustratie begon Warnock in 1982 Adobe. Op verzoek van Apple-oprichter Steve Jobs werd Postscript geschikt gemaakt voor laserprinters van Canon. Dat leidde in 1985 tot de Apple Laserwriter, het startpunt voor dtp (desktop publishing).