De Europese Commissie maakt zich ernstige zorgen over de stagnerende Europese investeringen in onderzoek en ontwikkeling. Als Europa zijn koers niet wijzigt komen volgens Eurocommissaris Potocnik de plannen in gevaar om Europa in 2010 tot een “leidende kenniseconomie in de wereld” maken (de Lissabon-agenda).
Potocnik spreekt van “rinkelende wekkers” die niet langer genegeerd mogen worden. De groei van de r&d-bestedingen in Europa loopt al sinds 2000 terug en staat volgens de laatste beschikbare cijfers bijna op nul. Daarmee verdwijnt het doel uit het zicht om tot 2010 de Europese bestedingen aan onderzoek en ontwikkeling te verhogen van thans 1,9 procent van het bruto binnenlands product (bbp) tot drie procent in 2010.
Europa besteedt ook een veel lager percentage van het bbp aan onderzoek (1,93 procent in 2003) dan de grote concurrenten de VS (2,59 procent) en Japan (3,15 procent). China staat met 1,31 procent nog vrij laag op de lijst, maar het percentage nam van 1997 tot 2002 jaarlijks met tien procent toe. Als die trend doorzet besteedt Beijing in 2010 evenveel aan r&d als Europa: 2,2 procent.
Met name de r&d-bestedingen van Europese ondernemingen laten een weinig florissant beeld zien. In 2002 namen die 55,6 procent van de binnenlandse investeringen in r&d voor hun rekening, vergeleken met 63,1 procent in de VS en 73,9 procent in Japan. Het aandeel van de bedrijfsinvesteringen in Europa daalt bovendien, terwijl dat zou moeten stijgen om nog een kans te maken de Lissabon-doelstelling te bereiken van tweederde van de totale r&d-bestedingen.