De Stichting Brein heeft begin deze week een zware nederlaag geleden in de juridische strijd tegen muziekdownloaders en internetproviders (isp’s). De rechter oordeelt dat de Kazaa-gebruikersgegevens waarmee Brein klantgegevens opeist bij de providers onrechtmatig zijn verkregen.
De belangenbehartiger voor onder meer de muziekindustrie had de providers al eerder om die gegevens gevraagd, maar de providers weigerden dat. Zij stellen dat alleen een strafrechter een bevel tot bekendmaking van persoonsgegevens kan geven. Volgens de voorzieningenrechter kan een civiele rechter dit ook bevelen, maar dan moet er wel aan enkele voorwaarden worden voldaan.
Afgelopen dinsdag bepaalde de rechter in het kort geding dat de p2p-gebruikersinformatie onrechtmatig is verkregen. Hij oordeelt dat de providers terecht geweigerd hebben de klanteninformatie te verstrekken. Struikelpunt voor de rechter is dat Brein een Amerikaans onderzoeksbureau in de arm heeft genomen om de gedeelde mappen op het peer-to-peer (p2p) Kazaa-netwerk door te nemen en de gebruikers in kaart te brengen. Daarbij is mogelijk ook persoonlijke data bekeken, wat onder de Nederlandse wet een privacyschending inhoudt.
De stichting had – samen met andere partijen, waaronder Buma/Stemra en diverse muziekuitgevers – het kort geding aangespannen tegen vijf isp’s: UPC, Essent, Tiscali, Wanadoo en KPN, moeder van Planet Internet en XS4ALL. De aanklagers willen van de providers de naw-gegevens (naam, adres, woonplaats) van de opgespoorde p2p-gebruikers verkrijgen. Doel hiervan is die individuen aan te klagen wegens illegaal kopiëren van muziekbestanden en – daarmee – het schenden van auteursrechten.