Tegenstanders van ruime Europese regels voor softwarepatenten gaan ijveren voor beter toezicht op de patentverleners. Na het verwerpen van het Europese wetsvoorstel voor softwarepatenten richten ze de pijlen op het Europees Octrooibureau.
Ook zonder een Europese wet voor softwarepatenten worden er octrooien op software verleend. Eurocommissaris Charlie McGreevy gebruikte het nog als argument tijdens zijn slotpoging het Europees Parlement (EP) te paaien te stemmen vóór het voorstel.
Het hielp niets: het EP verwierp begin deze maand voor de tweede en definitieve keer het wetsvoorstel. Een nieuw voorstel, speciaal voor octrooien op uitvindingen met software komt er niet, aldus McGreevy.
Daarmee neemt het Europees Octrooibureau (EOB) plaats in de vuurlinie. De patentspecialisten vinden zowel voor- als tegenstanders tegenover zich.
Controle
In Nederland overwegen tegenstanders van softwareoctrooien hun volgende zet. “Misschien beginnen we beroepsprocedures tegen enkele triviale softwarepatenten”, aldus een van de tegenstanders, ict’er Arend Lammertink. Eind mei riep ook een adviescommissie voor het ministerie voor Economische Zaken op tot meer controle op het EOB.
Karien van Gennip, de Nederlandse staatssecretaris voor Economische Zaken, kent de zorgen over het EOB. Dat schreef ze onlangs in antwoord op kamervragen van SP-Kamerlid Arda Gerkens. “Niet uit te sluiten is dat er bij een aantal van circa 175 duizend aanvragen per jaar bij nader inzien triviale octrooien door de toetsing komen.” Volgens Van Gennip doet het EOB het in vergelijking met de Verenigde Staten en Japan goed.