Het Internet Service Provider Overleg roept vandaag de regering in een brief op af te zien van een jarenlange bewaarplicht van telefoniegegevens en Internetdata. Deze maatregel is volgens hen technisch zeer moeilijk te realiseren en uitermate kostbaar.
De brief is een reactie op het rapport van Erasmus-onderzoeker Paul Mevis naar het nut en de noodzaak van een bewaarplicht. Dit rapport is in de Eerste Kamer op hevige tegenstand gestuit, omdat het meer een wensenlijstje is van opsporingsdiensten dan een wetenschappelijk onderbouwd betoog dat de bewaarplicht wel of niet noodzakelijk is.
De Internetaanbieders stellen dat het uit de opsporingspraktijk niet is gebleken dat historische verkeersgegevens systematisch bijdragen aan de oplossing van misdrijven. In de Computable van aanstaande vrijdag geeft Mevis ook zelf toe dat deze beperking van het onderzoek de noodzakelijkheid van een bewaarplicht niet aantoont.
De Britse EU-voorzitter Groot-Britannië heeft gisteren een spoedoverleg gevoerd om de bewaarplicht versneld in te voeren om terroristische aanslagen in de toekomst te voorkomen.
De Internetaanbieders stellen in hun brief dat het zeer lastig is om loggegevens goed te doorzoeken, omdat er honderden verschillende opslagformaten in gebruik zijn bij Nederlandse isp’s. Hierdoor is het onmogelijk om uit deze informatie betrouwbare gegevens te destilleren.
Daarnaast is het uit Internetgegevens heel lastig op te maken wie met wie communiceert. Een isp zou voor een groot aantal vaak ook externe applicaties zoals MSN en Skype moeten bijhouden welk ip-nummer van welke klant contact legt met de andere kant. Verder zijn Internet-telefoongesprekken zoals Skype op een hoog niveau versleuteld, waardoor individuele gesprekken niet te ontwarren zijn. Naast deze technische bezwaren verwachten Internetaanbieders ook dat zij veel geld moeten uittrekken voor onder andere extra opslagcapaciteit.