Op het eerste gezicht lijken de meeste leden van het Europees Parlement het met elkaar eens te zijn. Software die is ingebed in apparatuur moet tezamen met die apparatuur octrooieerbaar zijn, zuivere software op zich niet. Grote vraag is alleen of dit in de tekst van het wetsvoorstel duidelijk genoeg gesteld zal worden.
Er bleken genoeg nuances in de standpunten voor een verhit debat op dinsdagochtend in het Europees Parlement in Straatsburg. De meeste fracties willen de eenentwintig amendementen, waarover woensdag na het ter perse gaan van Computable wordt gestemd, overnemen. De tekst die de Raad van ministers heeft opgesteld (het gemeenschappelijk standpunt) laat namelijk te veel ruimte voor pure softwareoctrooien, waardoor de concurrentiepositie van Europa en veel mkb-bedrijven in gevaar komt.
Of, zoals mevrouw Berger van de Sociaal-democratische fractie tijdens het debat zei: “We willen eigenlijk allemaal hetzelfde, een grote innovatiecapaciteit van de Europese industrie. We kunnen het alleen niet eens worden over de formulering.” Uit de stemming in de parlementaire commissie (Juri) bleek dat vooral de conservatieve en liberale partijen voorstander zijn van een brede mogelijkheid om software te patenteren.
Schuurpoorten
Volgens Toine Manders, lid van de Alliantie van Liberalen en Democraten, ligt het probleem breder. Hij heeft een amendement ingediend om de gehele richtlijn te verwerpen. “De Raad heeft geen controle op het Europees Octrooi Bureau. We moeten de richtlijn die er nu ligt verwerpen en komen met een wetsvoorstel dat de Raad de mogelijkheid geeft om het Octrooi Bureau te controleren.”
Evelin Lichtenberger van de Groene fractie maakt zich vooral zorgen om het aantal achterdeuren in de richtlijn. “Als morgen het gemeenschappelijke standpunt van de raad wordt geaccepteerd, dan worden er geen achterdeuren, maar schuurpoorten geopend voor het patentwezen. Als gevolg daarvan zal het mkb niet meer kunnen bijblijven in de industrie.”
Ze pleit voor de aanname van de amendementen, opdat ‘de concurrentie op de markt blijft en zich niet verplaatst naar de rechtbank’. Meerdere fracties vinden dat vooral de patentjuristen en -advocaten wel varen met de acceptatie van het gemeenschappelijk standpunt.