Integratie van systemen en applicaties staat hoog op de agenda van vele organisaties. Zowel kleine als grote, zowel commerciële als niet-commerciële, bijna iedere organisatie spendeert veel tijd en geld aan integratie. Integreren van systemen kan op verschillende niveaus plaatsvinden. Deze niveaus corresponderen met de drie bekende lagen waar de meeste systemen uit zijn opgebouwd: de gegevenslaag, de applicatielogicalaag en de presentatielaag.
Bij het integreren op de gegevenslaag worden de applicaties zelf gepasseerd. Gegevens uit verschillende systemen worden bijvoorbeeld naar één centrale plek gekopieerd. Daarna kan er geïntegreerd over die gegevens gerapporteerd worden. Een datawarehouse, maar ook een ods (operational data store), zijn voorbeelden van systemen waarbij op gegevensniveau geïntegreerd wordt.
Een andere vorm van integratie is die waarbij systemen in een presentatielaag bij elkaar komen. Dit wordt ook wel schertsend integratie op het glas genoemd. Het portaal (portal) is hier de bekendste vertegenwoordiger van. De onderliggende systemen weten amper dat ze geïntegreerd worden. Dit wordt volledig door het portaal verzorgd.
Tenslotte het integreren op de applicatielogicalaag. Hiervoor zijn door de jaren heen al vele technologieën bedacht. Denk hierbij aan DCE, Corba en edi. Nu is het tijdperk aangebroken voor de soa (service oriented architecture). Een soa leunt zwaar op algemeen geaccepteerde standaarden als XML, Soap, Wsdl en Bpel.
Met het integreren van systemen zijn we al jaren bezig, maar nu wordt het tijd om de systemen voor integratie zelf te integreren. Lange tijd hebben de soa en het portaal langs elkaar heen geleefd, maar dat gaat veranderen. We zien deze oplossingen steeds vaker bij elkaar komen.
Portalen zijn sterk in zaken als content en document management, collaboration, zoekmachines en uiteraard in het integreren van systemen. Een soa is sterk in het ontsluiten van functionaliteit die verborgen ligt in bestaande systemen en in het integreren van diezelfde systemen. Elke soa biedt diverse generieke services, waaronder Bpel-engines, XML transformatie services en business rules services.
Als we de mogelijkheden van de twee integratietechnologieën naast elkaar leggen, dan zien we dat ze niet complementair zijn. Er bestaat een forse hoeveelheid overlap. Om de twee beter te integreren zullen beide taken moeten laten schieten. Wat er onder andere moet gebeuren, is dat de portalen de integratie van systemen aan de soa gaan overlaten en tevens moeten diverse modules van het portaal, zoals de zoekmachine en die voor content management, als generieke services gaan opereren. Hierna zijn ze bruikbaar voor elke applicatie die gebruik maakt van de soa. Daarentegen zal de Bpel-service van de soa beter afgestemd moeten worden op de behoeftes van het portaal, zeker wat betreft workflow-achtige handelingen.
Het integreren van een portaal met een soa is een logische stap. De soa zal hiermee sterk uitgebreid worden met mogelijkheden om te integreren op de presentatielaag en portalen krijgen meer integratiefaciliteiten op de applicatielogicalaag. Deze integratie zal zeker een synergetisch effect bewerkstelligen.
Veel klanten zullen ook behoefte hebben aan een soa met een portaal. Het zal dus voor de leveranciers van belang worden dat ze deze twee producten netjes bij elkaar weten te brengen. Leveranciers moeten zoeken naar de perfecte integratie van deze twee producten. In de soa-markt heeft er nog geen shake-out plaatsgevonden. Het is nog een groeiende markt, elke maand hebben we er een leverancier bij. Het zou wel eens kunnen zijn dat de kwaliteit van de integratie met een portaal hier doorslaggevend gaat worden.
Rick F. van der Lans is onafhankelijk adviseur, een internationaal bekend spreker en auteur van diverse boeken, tevens gespecialiseerd in softwareontwikkeling, datawarehousing en internet.