Fred van der Molen beschouwt en becommentarieert het ict nieuws van de afgelopen week. Met deze keer: Wie gelooft er in Byoa-telefonie? Eet de open-broncodebeweging zijn eigen kinderen op?
Wie gelooft er in Byoa-telefonie?
..uhh? Nu ook KPN ermee begint, kunnen we er niet meer om heen: bellen via internet. 2005 zal de geschiedenis ingaan als het jaar waarin Voice-over-IP doorbrak. Het einde van de telefoontik is in aantocht. Nederland loopt mondiaal gezien niet voorop, maar kan in Europa een voorhoedepositie innemen vanwege de hoge penetratiegraad van breedband. Kabelmaatschappijen, providers en KPN storten zich op deze markt. Grootmacht KPN een beetje als een boer met kiespijn, want internetbellen gaat ten koste van de traditionele melkkoe – het vaste net. Maar internettelefonie is ooit bedacht door softwaremakers. Er is geen reden waarom deze ‘softphone’ partijen geen stukje van de spraaktaart zullen kunnen opeisen, zeker nu een nieuwe generatie wifi-, wifi/gsm en Skype/dect-telefoons deze aanpak uit het pure pc-domein haalt. In Azië verschijnen wekelijks nieuwe modellen hybride telefoons. Dat zijn telefoons die of specifiek voor Skype zijn gemaakt of geschikt zijn voor sip (session initiation protocol), het protocol dat de meest ip-telefoondiensten ondersteunen.
De moderne telefoonmaatschappij kan zich beter spiegelen aan MSN, Hotmail of Google dan aan KPN: hij hoeft niet over een eigen netwerk te beschikken: Byoa – bring your own access. Veelzeggend is dat de grootste Amerikaanse aanbieder van VoIP-telefonie geen eigen netwerk heeft. Maar toch kun je bij Vonage je eigen nummer en eigen telefoon gebruiken. Microsoft is ook hard bezig de integratie van spraakfuncties in zijn software te verbeteren. In dat kader passen ook de recente samenwerkingsverbanden met AT&T, Amdocs en Sylantro. De overgang naar internettelefonie maakt het makkelijker spraak op dezelfde wijze als mail of messaging op te nemen in computertoepassingen. De knop ‘klik om te bellen’ vanuit een website of PowerPoint gaat eens werkelijkheid worden. Draadloze wifi, Bluetooth of usb-telefoons/headsets zullen de drempel verder verlagen. Chatten via MSN krijgt nog eens de oorspronkelijke betekenis van het woord terug. Praten over afstand wordt steeds minder een exclusieve markt van de KPN’s van deze wereld.
Eet de open-broncodebeweging zijn eigen kinderen op?
…Of: is de GPL een goede manier om de concurrentie dwars te zitten. Linux had nooit geworden wat het nu is zonder de steun van de grote computerfabrikanten, IBM voorop. Deze steun was welbegrepen eigenbelang; men zag in dit monsterverbond van idealisten en it-bedrijven een mogelijkheid de nakende hegemonie van Microsoft op de servermarkt te pareren. Voor computerbedrijven en dienstverleners is het niet zo’n offer een aantal eigen applicaties vrij te geven of ontwikkelaars beschikbaar te stellen. Het geld komt via een andere weg toch wel binnen. Voor softwarebedrijven ligt het echter ingewikkelder. Er moet immers nog ergens aan verdiend worden. De overlevingsstrategie van bedrijven als Red Hat en Novell bestaat uit een mix van gratis basisproducten met beschermde applicaties, uitbreidingen en diensten waaraan geld wordt verdiend. Maar waar trek je de grens? De open broncode beweging heeft trekken van een roedel hongerige wolven. Telkens weer wordt een nieuwe prooi toegeworpen. Softwareleveranciers gooien applicaties over de schouder waarmee ze zichzelf niet meer menen te kunnen onderscheiden. Het mes snijdt aan twee kanten: het product krijgt wellicht een tweede leven dankzij de gratis steun van een betrokken ontwikkelaarsgemeenschap én de concurrentie wordt dwarsgezeten. Die moet nu immers concurreren met een gratis alternatief. Zo wordt het softwareaanbod in het publieke domein steeds breder. De speelruimte van softwarebedrijven wordt daardoor kleiner. Neem Novell. Red Hat heeft besloten zijn directory-server in het publieke domein (GPL) te brengen. Let wel: dat is geen gewone Ldap-server maar de volledige Netscape Directory Server, een product voor grote ondernemingen. Red Hat verdiende er kennelijk niet veel aan. Maar hoelang kan het veelgeplaagde Novell nog het normale tarief vragen voor zijn directory-systeem – toch het kroonjuweel van het bedrijf? Goed nieuws voor de klant? Ik twijfel.
Fred van der Molen beschouwt en becommentarieert het ict-nieuws van de afgelopen week.