Het is tijd dat Nederland zijn sombere gedachten over innovatie achter zich laat. Met wereldwijde handel in elders ontwikkelde uitvindingen of andere toegevoegde waardediensten kan ons land opnieuw harde munt slaan uit zijn eeuwenoude koopmansgeest.
De krantenberichten dat hoog opgeleide werknemers in groten getale ontslagen worden door overplaatsing van activiteiten naar lagelonenlanden zijn ook in Nederland inmiddels aan de orde van de dag. Dit is een nieuwe variant van de verhuizing van productiebanen, wat in de jaren zestig en zeventig tot massale sluiting van fabrieken leidde. Dit keer komt de klap extra hard aan, omdat het nu gaat om het verdwijnen van onderzoeks- en ontwikkelwerk en hoogwaardige ict-diensten, met funeste gevolgen voor de innovatieve kracht van de economie. Het Innovatieplatform van het kabinet is inmiddels door diverse partijen als een praatclub neergesabeld. Is de somberheid van Nederlandse bedrijven terecht?
Onterecht
Navi Radjou, analist bij onderzoeksbureau Forrester, vindt het niet terecht, maar wel begrijpelijk dat Nederlandse bedrijven somber gestemd zijn over hun toekomst. Radjou werkt in zijn onderzoek over innovatie met het concept ‘innovation networks’. Volgens hem ligt het ontwikkelen van toegevoegde waardediensten en de handel in nieuwe uitvindingen niet langer bij één groot concern, maar bij een grote constellatie van internationaal operende bedrijven. Deze partijen spelen ieder hun eigen rol: de financiering, ontwikkeling, marktrijp maken en verkoop van vernieuwende producten en diensten. Door deze samenwerking zijn bedrijven gezamenlijk in staat om sneller producten en diensten op de markt te brengen die beter op de vraag zijn afgestemd. Dat is hard nodig om aan de snel veranderende eisen van de afnemers te kunnen voldoen.
De van oorsprong Franse, maar nu in de VS werkende Radjou heeft enkele jaren bij de massale overplaatsing van ontwikkelwerk en ict-banen in de VS hetzelfde pessimisme geproefd. “Het is begrijpelijk dat deze ontwikkeling tot nadenken stemt. Het is ook goed. Bedrijven hebben die tijd nodig om na te gaan waarin zij kunnen excelleren. Dat is hard nodig als er actie ondernomen wordt.” Hij constateert dat het merendeel van de vernieuwende Amerikaanse bedrijven hun nieuwe rol in de innovatieve netwerken aangenomen hebben. De tijd om dat ook hier te doen is volgens hem aangebroken. Radjou kent Nederland, omdat Forrester betrokken is bij het stimuleringsprogramma High Tech Connections. In dit door het ministerie van Economische Zaken geïnitieerde en door de ambassades van de VS en Nederland gedragen programma wisselen Nederlandse en Amerikaanse high-tech-bedrijven kennis en kunde met elkaar uit.
Traditionele vaardigheden
Nederlandse bedrijven moeten bij het uitkiezen van hun nieuwe rol in deze innovatienetwerken op vaardigheden terugvallen waar zij van oudsher in uitblinken. “Nederlanders hebben kennis over markten in hun vingers zitten. Een groot aantal beheerst meerdere talen. Ze doorzien als geen ander wat beide partijen aan de andere kant van de tafel nodig hebben om zaken te kunnen doen. Als het aanbod nog aanpassing op de doelmarkt nodig heeft, leveren ze dat als een toegevoegde dienst. Dat is eeuwenlang met veel succes gedaan”, aldus Radjou. Hij constateert dat Nederlandse bedrijven door deze sterke eigenschappen een unieke kans hebben om als koopman en makelaar andere schakels in de innovatieketen bij elkaar te brengen en op elkaar af te stemmen.
Niet iedere vinding levert per definitie succes op, waarschuwt de analist. “Als de ene partij sterk is in marketing en de andere in de creatie en productie van een vinding, levert dat niet gelijk succes op. Het kan zelfs zeer risicovol zijn, omdat concurrerende bedrijven elkaar een te ruime kijk in de eigen keuken gunnen.” Volgens Radjou hebben bedrijven alleen succes als zij het resultaat van de innovatienetwerken radicaal in lijn brengen met de wensen en eisen van afnemers. Als vanuit dit uitgangspunt blijkt dat partijen elkaar in sterke punten kunnen aanvullen, zal deelname aan het netwerk een succes zijn.
Bedrijven moeten investeren in hypermoderne middelen om hun producteisen beter af te stemmen op de vraagzijde, raadt Radjou aan. Als voorbeeld geeft hij Webfountain van IBM, dat bedrijven in staat stelt om weblogs van consumenten geautomatiseerd af te struinen om ervaringen met producten te analyseren. “Ik denk dat het een uitermate zinvolle investering is voor bedrijven als Heineken en ING om producten en diensten beter op de vraag af te stemmen met dit soort software.” Hij raadt grote it-bedrijven als SAP en Oracle aan om met een platform te werken waarbij zij eenvoudig de wensen en eisen van gebruikers kunnen verzamelen.
High-tech tulpenhandel
Volgens de in Nederland opererende Forrester-analiste Michelle de Lussanet is de bloemenveiling in Aalsmeer een uitstekend voorbeeld van een organisatie waarin de traditionele sterke punten van Nederland versterkt worden door de inzet van vernieuwende ict-concepten. De veiling heeft de aanvoer en handel in één van Nederlands voornaamste exportproducten volledig geautomatiseerd met behulp van rfid (radio frequency identification), resulterend in wat Forrester beschrijft als een toepassing van ‘X-Internet’ (extended internet – internettechnieken die informatiestromen, producten en apparaten met elkaar verbinden). Het X-Internet wordt door Forrester beschouwd als een belangrijk platform voor innovatienetwerken.