Morgen wordt in Rotterdam het Kenniscentrum Transities (KCT) van TNO en de Erasmus Universiteit feestelijk geopend. Het Centrum heeft twee vestigingsplaatsen: de Faculteit Sociale Wetenschappen van de Erasmus Universiteit en TNO Bouw en Ondergrond in Delft.
In het Kenniscentrum Transities wordt wetenschappelijk en fundamenteel onderzoek gecombineerd met concrete praktijkprojecten waarbij TNO en de Universiteit betrokken zijn. Transities zijn ingewikkelde maatschappelijke vraagstukken, waarvan de oplossingen ver in de toekomst liggen. TNO-onderzoekers en aio’s (assistent-onderzoekers in opleiding) van de Erasmus Universiteit zullen op elkaars locatie onderzoek verrichten.
Het KCT maakt transactiekennis toepasbaar en draagt bij aan het “stimuleren, aanjagen, in gang zetten en evalueren” van maatschappelijke vernieuwing in tal van innovatieprojecten. Het Centrum maakt deel uit van het transitienetwerk, dat naast het KCT ook het Kennisnetwerk Systeeminnovatie en transities (KSI) en het Competentiecentrum transities omvat. Het werkterrein van de drie centra ligt in elkaars verlengde.
Het KSI creëert theorie en toetst concepten en werkt met derden samen in zogenaamde proeftuinen voor transities in bijvoorbeeld de landbouw en de mobiliteitssector. Het Competentiecentrum Transities is een samenwerkingsverband van TNO, KSI, SenterNovem van het Ministerie van Economische Zaken en het ministerie van VROM. Het Competentiecentrum werkt aan “het ontwikkelen en ontsluiten van competenties die specifiek zijn voor het werken aan systeeminnovaties en transities.”