Hyperion, fabrikant van software voor financiële analyse en rapportages, vermindert de invloed van Java. Dat bleek tijdens de gebruikersbijeenkomst twee weken terug in New Orleans.
In versie 4.x van Hyperions Financial Manager (HFM) is de ondersteuning voor Java verdwenen. De voorloper, 3.x, draait nog wel op Java. Met de nieuwste versie van deze applicatie kiest Hyperion voor DHTML (Dynamic HTML, een methode om de weergave en opbouw van html-pagina’s variabel te krijgen. Een van de methoden om dat te regelen is overigens via Java-code.)
Het Amerikaanse softwarebedrijf reageert daarmee op gebruikers en beheerders van HFM. Die mopperden over conflicten tussen applicaties die verschillende versies van Java vereisten. Hyperion krijgt vaker vragen van ict’ers die twijfelen over de vereiste Java-versies.
Analyser versie 6.5.1 bijvoorbeeld vereist JRE 1.3.1.04, en voorloper 6.2.1 vraagt om JRE 1.3.0.02. De toepassing verwacht de Java-installatie ook op een afwijkende plek.
Voorliefde
Een van de gebruikers: “Wij werken met Java 1.3. De eerste keer dat wij Analyser 6.2 opstartten, begon dat echter met het ophalen van Java2. Dat geeft mogelijk conflicten met andere toepassingen.” Het antwoord van de Hyperion-techneut: “We hebben Hyperion beproefd en gebouwd op een specifieke versie van JRE. Tenzij het erg veel problemen oplevert om de JRE bij de gebruikers te verversen, omdat het er bijvoorbeeld enkele honderden zijn, zou ik 1.3.1.04 adviseren.”
Hyperions verminderde voorliefde voor Java is opvallend. Het bedrijf onderhoudt al jaren zowel een relatie met zowel Microsoft als Sun. Met dat laatste bedrijf begon het in 2000 Java-programmeerregels (objects, classes en methods) te schrijven speciaal voor rapportage- en analysetoepassingen. Aan dit project, Jolap, waarvan de regels afgelopen zomer in de Java-standaard (JSR) zijn opgenomen, werkt ook concurrent SAS mee.
De twee concurrenten werken daarnaast sinds 2001 samen met Microsoft aan XML-regels die vergelijkbare functionaliteit bieden aan ontwikkelaars (XML/A, XML for Analysis). Deze variant levert een webdienst en beschrijft een methode voor database-queries.
Gebruikers vragen Hyperion vaker of deze twee standaarden elkaar niet bestrijden. De softwarebouwer ziet de twee als complementair. “Je kan XMLA wel gebruiken zonder Jolap. Maar wij passen XMLA toe boven op onze Java API, en die is weer opgebouwd volgens de Jolap-voorschriften.”
Een XMLA-webserver krijgt van een gebruiker elders een in SOAP opgesteld bericht, pakt daaruit de XMLA-boodschap en geeft dit door aan de analyserende toepassing, die het verzoek behandelt via de Java-API. Het met Java doorgegeven antwoord wordt door de XMLA-server weer ingepakt en als SOAP-bericht teruggezonden naar de gebruiker.
Slapeloze nachten
Een van de opvallendste presentaties in New Orleans was die van Diana Rae, bij hardwarefabrikant Logitech verantwoordelijk voor Business Intelligence. Het bedrijf voerde onder haar leiding een flinke opwaardering uit van de Hyperion-software. Nieuwe softwareversies werden gecombineerd met de vervanging en uitbreiding van het aantal servers.
Toen Rae Hyperion vooraf meedeelde op welke schaal ze van plan was de inrichting te veranderen, was de verbaasde reactie: “Zijn jullie gek geworden?”
Ze raadde collega-ict’ers ten eerste aan de meegestuurde documentatie goed te lezen. “Dat zal wel een flinke stapel worden”, gebaarde ze met haar hand. “Maar dergelijke lectuur helpt tegen slapeloze nachten.” Daarnaast adviseerde ze om bij een opwaardering eerst alle bestaande Hyperion-sporen op de servers en de (Windows)clients te wissen, tot en met onderdelen in het start-menu en het register. “Vergeet daarbij ook de links in browsers en desktopkoppelingen niet.”
Volgens Teus Verbree, een van de Nederlandse adviseurs van Hyperion, is dat soms inderdaad aan te raden. “Op de drie oude servers waren alle applicaties gecombineerd. Voor de opwaardering richtte Logitech vijf nieuwe servers in voor specifieke toepassingen. Dat maakt de nieuwe situatie ingewikkelder.”
Volgens hem helpt een grondige deïnstallatie op clients problemen te voorkomen met rekenbladprogramma Excel. “De nieuwere versies van Hyperion maken daar minder gebruik van.”
Twee softwarecentrales
De komende jaren vlecht Hyperion de twee centrale softwareservers ineen die het nu rijk is. De afgelopen jaren bouwde Hyperion in eigen huis een eerste centrale server, ‘HUB’. Het is de centrale plek voor het beheer van data en voor de in Hyperion gemaakte toepassingen die daarmee werken. De HUB is een standaardonderdeel van Hyperion-installaties.
Enigszins vergelijkbaar is Hyperions MDM (Master Data Management)-server. Deze is vooral bedoeld voor het beheer van gegevens afkomstig uit verschillende databases, etl-applicaties of bijvoorbeeld erp-systemen en die worden gebruikt in meerdere bedrijfsrapportage toepassingen. De server is afkomstig uit de boedel van het Texaanse bedrijven Razza, begin dit jaar overgenomen. De Hyperion is hard bezig de integratie van MDM met de Hyperion-toepassingen voor elkaar te krijgen, aldus topman Godfrey Sullivan in New Orleans.
Of de twee op termijn helemaal in elkaar opgaan, kan Teus Verbree niet met zekerheid zeggen. “Wel is de ontwikkeling van onze HUB versneld door de aankoop van MDM.”