De doorstroming van technologie van de universiteiten naar de industrie is nog steeds gebrekkig. Patentaanvragen zijn in Europa bovendien te log en te complex.
Universiteiten doen ongeveer 70 procent van het industriële onderzoek. Toch vindt slechts 5 procent van de bedrijven dat innovatie komt van dergelijke ‘pre-competitieve’ instellingen. “Er is dus duidelijk iets mis met de kennisoverdracht tussen universiteit en industrie”, vertelde voorzitter Gilles Capart van ProTon Europe tijdens een recent debat over technologiemarketing en intellectueel eigendom. ProTon Europe is een pan-Europees netwerk van technologiedeskundigen dat actief is binnen ruim tweehonderd Europese universiteiten en onderzoekscentra.
De Europese Commissie wil in het kielzog van de Lissabon-top van 2002 de budgetten voor onderzoek en ontwikkeling in Europa tegen 2010 optrekken tot 3 procent van het bnp (nu is dat 1,9 procent) om innovatie en groei te stimuleren. Op een Europese markt met een totaal bnp van twaalfduizend miljard euro levert dat 360 miljard euro op. De uitgaven aan onderzoek en ontwikkeling bij de vijfhonderd Europese topbedrijven bedroegen vorig jaar 100,8 miljard euro.
Aanvraag te duur
“De aanvraag van patenten in Europa is bovendien te duur (tien keer duurder dan in de VS, red.) en te complex. Universiteiten kunnen beter enkel patenten aanvragen in de Verenigde Staten”, stelt Capart, die tegelijkertijd toegeeft dat het voor universiteiten moeilijk is om samen te werken met de industrie. “Er is een groot verschil tussen strategische patenten om innovatie te stimuleren en de tactische patenten die de industrie vaak hanteert om de concurrentie een hak te zetten.”
Amerikaanse universiteiten halen bovendien tien keer meer patenten binnen dan hun Europese collega’s. “Daardoor zien we in Europa miljoenen euro’s aan licentie-inkomsten aan onze neus voorbijgaan. Bovendien zorgde één en ander in de Verenigde Staten voor het ontstaan van drieduizend nieuwe ondernemingen”, vertelt Marie-Christine Janssens, professor aan de katholieke Universiteit Leuven. Aan de Leuvense universiteit is het aantal ‘spin-offs’ gestegen naar vier tot vijf per jaar.
“Van de 65 zijn er tien topbedrijven, tien hebben zo goed als geen waarde, en de rest hangt daar ergens tussenin”, aldus Martin Hinoul, KUL-business development manager r&d. De KUL zelf heeft voor bijna 45 miljoen euro aan contractueel onderzoek lopen. Over het bedrag aan licentie-inkomsten wil Hinoul niets kwijt. “We mogen echter niet focussen op patenten. Het gaat ook om mensen, kennisomgeving en apparatuur. Netwerken wordt daarom steeds belangrijker”, aldus Jean-Fran�ois Plucker van BirchBob International.