Ip-telefoniesystemen van gevestigde telecomfabrikanten zijn zonder uitzondering op omvangrijke serverplatformen gebaseerd. Een aantal starters omzeilt dit concept. Zij verplaatsen de software voor de centrale naar de telefoons zelf of brengen deze onder in kleine kastjes.
Skype rukt op Het populaire p2p VoIP-belsysteem Skype heeft op dit moment wereldwijd ruim 30 miljoen gebruikers, waarvan de helft Europeanen. In Nederland zijn er op dit moment circa één miljoen Skype-gebruikers, die op hun computer gratis met elkaar kunnen bellen. Via de prepaid-beldienst SkypeOut zijn ook vaste en mobiele telefoonnummers te bereiken. Om het bellen via Skype te stimuleren bracht het bedrijf eind 2004 een api (application programming interface) uit, waarmee externe programmeurs toegang kregen tot een deel van de Skype-broncode. Dit stelde hen in staat om telefoons en andere producten te ontwikkelen die de telefoniedienst gebruiken. Siemens bracht een dect-telefoon uit die kan bellen via het telefonienet of Skype. Het Deense telecombedrijf RTX ontwikkelde de Olympia Du@lphone met dezelfde eigenschappen. Skypetelefoon.nl verkoopt deze telefoons in Nederland. De combinatie van Skype- en telefonienet is ook terug te vinden in de Skype Gateway die ePlaza op de markt brengt. |
Geen gebruikershandleiding De lijst van mogelijkheden van telefooncentralesoftware Asterisk is lang. Naast de klassieke functies van een telefooncentrale, biedt de openbare software mogelijkheden voor een lange lijst VoIP-diensten. De mogelijkheden, zo stelt de website, zijn vergelijkbaar met die van bekende fabriekseigen telefoonsystemen. Voicemail, telefonische vergaderen, wachtstanden en gespreksdetails. Nederland is drie open-sourceprogrammeurs rijk die code mogen toevoegen aan de cvs van Asterisk, code waarmee steeds de nieuwste versie van de software wordt verbeterd. Een van hen is Ron Arts, directeur van VoIP-dienstverlener Neonova in Amsterdam. Hij is vanzelfsprekend enthousiast over de open source toepassing. Hij weet ook wat het niet kan: het is uitsluitend een telefoonsysteem. Facturen print het niet. Het is geen crm-systeem en het is niet bekend met iets als ‘gebruikers’. Alle configuratie geschiedt via tekstbestandjes en er is geen handleiding voor eindgebruikers. Arts: “Daarmee gaat de wens van C++-auteur Bjarne Stroustrup in vervulling. Handleidingen zijn nu niet zo eenvoudig als de telefoon.” Volgens Arts kan Asterisk inmiddels met een grote hoeveelheid hardware overweg. “Dat begint bij de goedkoop in China gemaakte toestellen. Beter nog zijn de professionele toestellen van Cisco en Polycom.” De software clients verdienen nog wat aandacht, merkt Arts. “Ik beheer niet graag honderd pc’s met sip-clients.” Veel meer dan een snelle cpu, om overweg te kunnen met de codes die veel rekenwerk opleveren, en 50 tot 100 MB Ram. “En zo’n 35 MB schijfruimte voor de gsm-gecodeerde teksten zoals ’the person on extension … is on the phone’. Die teksten zijn op veel verschillende manier te koppelen aan diensten of nummers. Arts: “Een van onze klanten herkent van sommige telemarketeers het nummer. Die bellers krijgen steevast te horen: ‘Al onze medewerkers zijn op dit moment in gesprek met andere telemarketeers.” |
Kant-en-klaar
Nimcat Networks heeft inmiddels in Noord-Amerika samen met de eveneens Canadese producent van telefoontoestellen Aastra een systeem op de markt gebracht dat een implementatie tot tweehonderd telefoontoestellen ondersteunt. De Aastra telefonietoestellen VentureIP 480i, die het VoIP-protocol sip (session initiation protocol) ondersteunen, worden via een netwerkaansluiting op de switch aangesloten. De voorgeïnstalleerde Nimcat-software op de toestellen zorgt voor herkenning van alle telefoons in het netwerk. Na invoering van een gebruikerscode, een aankiesnummer en een ip-adres zijn de telefoons gebruiksklaar. De telefoontoestellen kosten rond de 350 dollar. Naast deze toestellen is er nog een toegangspoort (VentureIP Gateway – 280 dollar) nodig voor koppeling van het bedrijfsnetwerk aan het publieke telefonienet. Voor die ontsluiting kan een conventionele telefoonlijn of een ip-dataverbinding gebruikt worden. Na de zomer komen de Aastra-systemen op de Europese markt.
Het Amerikaanse Popular Telephony stelt dat bedrijven flexibeler zijn door de afwezigheid van een telefooncentrale. Deze Amerikaanse starter die zijn p2p-telefoniesysteem vorig jaar op de markt bracht, beweert op dit moment al grotere implementaties met deze opzet aan te kunnen. Als een bedrijf meer telefoontoestellen nodig heeft, loopt het in een p2p-opzet niet langer aan tegen een dure uitbreiding van de telefooncentrale, doordat het maximale aantal aansluitingen bereikt is. Door de p2p-opzet kunnen er simpelweg nieuwe telefoontoestellen bijgeplaatst worden. De netwerkswitch wordt daarmee de beperkende factor. Popular Telephony meldde begin maart in een persbericht dat investeringsbedrijf Ifex het telefoniesysteem in zijn kantoren in Nederland, Frankrijk en Engeland uitprobeert.
Robuust doosje
De Duitse telecomfabrikant Snom brengt een telefooncentrale voor het mkb uit in het formaat van een antwoordapparaat. Een usb-poort, twee netwerkpoorten, een sleuf voor een geheugenkaart en een stroomdraad is alles wat er aan het kastje te zien is. De centrale en de meegeleverde telefoonsoftware, die gebaseerd zijn op Linux en andere open source software, worden opgeslagen op een flash-geheugenkaart in het apparaat. “Doordat er niet gekozen is voor een harde schijf, maar voor een flash-geheugenkaart is dit een robuust doosje geworden. Samen met de VoIP-software voor het bellen, het opnemen van boodschappen en het voeren van telefonische conferenties is het een compleet telefoniesysteem”, zegt verkoopmedewerker Oliver Wittig van Snom.
De telefooncentrale, die rond de 500 euro kost, kan overweg met telefoons die sip ondersteunen. VoIP heeft veel in zich om de bestaande marktverhoudingen op zijn kop te zetten, meent Wittig. Het gaat dan volgens hem nog niet eens zozeer om de hoge aanschafprijs van traditionele telefoniesystemen, als wel om het onderhoud. “Als bedrijven kunnen bellen met een centrale zonder een onderhoudscontract, dan heb je de belangrijkste sleutel tot goedkopere telefoniesystemen in handen. Dat zal de telecommarkt nog meer op zijn kop zetten dan VoIP-bellen eerder al heeft gedaan”, aldus Wittig.