Fred van der Molen beschouwt en becommentarieert het ict nieuws van de afgelopen week. Met deze keer: Als Europa eerst maar een domeinnaam heeft; Rfid heeft last van FUD.
Als Europa eerst maar een domeinnaam heeft
… dan komt het met die kenniseconomie ook wel goed. Zou het? De Lissabon-agenda, herinnert u zich dat nog? Minister-president Kok stond destijds nog fier op het bordes toen de ambitie werd uitgesproken van Europa uiterlijk in 2010 de meest vooruitstrevende kenniseconomie ter wereld te maken. Tja. Het voornemen klonk toen al wat potsierlijk, maar aan de andere kant. De prioriteitsstelling was goed en een flinke ambitie kon geen kwaad. Ondertussen is Nederland al weer wat plaatsen gezakt op de ict-ranglijst en is de concurrentiekracht van landen als China en India eerder toegenomen dan afgenomen. Van Brussel als regisseur moeten we het natuurlijk ook niet hebben. Veelzeggend is de wijze waarop de implementatie van een Europese domeinnaam is aangepakt. Dat duurt al bijna vijf jaar! Eindelijk is er dan nu het verlossende bericht dat we in april 2006 waarschijnlijk met de registratie kunnen beginnen. Dat is zes jaar nadat het eerste voorstel daartoe werd besproken in het Europees parlement!
Deze traagheid is niet alleen de schuld van Brussel. De internationale domeinnaamorganisatie Icann kan er ook wat van. Het begon al met de discussie of Europa wel een land was en als zodanig recht had op een eigen domeinnaam. Maar hoe bureaucratisch de Icann ook is, dat valt geheel in het niet bij de aanpak van de Europese Unie. Het kostte bijvoorbeeld 17 maanden om alle contractuele details te regelen met de uitverkoren domeinregistrator EURid. Dit nadat het daarvoor al acht maanden had gekost EURid te selecteren. ‘Daar spreekt weinig gevoel van urgentie uit’, zou een politicus zeggen. Nu is dat misschien niet ten onrechte, want Europa verandert niet door een eigen domeinnaam. Maar toch: als zelfs zo’n betrekkelijk eenvoudige operatie al zo veel tijd in beslag neemt, hoe moet Brussel dan helpen bij het omhoog stoten van de Europese kenniseconomie in de vaart der volkeren?
Rfid heeft last van FUD
… irreële angsten overschaduwen daardoor het debat. Over Europese innovatie gesproken. Noemde marketinggoeroe Cor Molenaar vorig jaar de komst van Rfid niet de belangrijkste ontwikkeling sinds internet. Daar moet je bij zijn, wist hij en werd voorzitter van de Stichting RFID Nederland. Daar moet natuurlijk ook de Europese ict-industrie bij zijn. De miniscule radiochips zullen naar verwachting op grote schaal in producten en productverpakkingen worden verwerkt om logistieke processen te stroomlijnen. De grote doorbraak wordt door marktvorsers zo rond 2007 verwacht, maar radio-chips worden al jaren op flinke schaal toegepast: in autosleutels als component van de startonderbreker, in gele oormerken van Nederlandse koeien, bij slimme kattenluikjes.
De nieuwe veel kleinere rfid-chips worden tot op het bot gewantrouwd door privacy-organisaties. Mede daardoor vergezellen BigBrother-angsten onlosmakelijk de ontwikkelingen rond rfid. Een deel van de ongerustheid is het gevolg van onwetenheid. Je ziet aan voorbeelden die de gevaren van ’tracking and tracing’ moeten illustreren dat geen onderscheid wordt gemaakt tussen actieve en passieve chips of tussen rfid-labels en smartcards. Je ziet ook dat handelingen die nu al in strijd zijn met privacy-wetgeving worden gekoppeld aan toekomstige rfid-toepassingen. En andere gesignaleerde potentiële aantastingen van de privacy gaan net zo goed op voor technologieën die al lang worden gebruikt.
Niettemin verdienen andere bedenkingen zoals organisaties als Bits of Freedom die inbrengen (http://www.bof.nl) serieuze aandacht. Er is aanvullende regelgeving nodig om uit te sluiten dat organisaties zonder opsporingsbevoegdheid zomaar productinformatie kunnen koppelen aan de identiteit van burgers. De industrie doet er goed aan niet in het defensief te schieten, maar juist werk te maken van gewenste beperkingen. Het is bovendien zaak de politieke besluitvorming over dit onderwerp nauwlettend te volgen. Zo heeft de eerste verkenning van de ‘Artikel 29 Werkgroep’ eind januari nog een iets te hoog FUD-gehalte. De Artikel 29 Werkgroep? In Brussel, waar anders?
Fred van der Molen beschouwt en becommentarieert het ict-nieuws van de afgelopen week.