Volgens Dan Warmenhoven, ceo van Network Appliance, koopt binnen drie jaar niemand meer fc (fibre channel) als opslagplatform. Dat is te duur en te ingewikkeld, terwijl er een alternatief is: iscsi (internet protocol small computer system interface). Volgens hem gaat het ip-san (internet protocol storage area network) het helemaal maken. Philips Semiconductor is al om en zou in een jaar 2,5 miljoen dollar bespaard hebben.
Stan van Bree van Philips Semiconductor legt tijdens de gebruikersbijeenkomst van Network Appliance in Rosmalen uit hoe hij tot die besparingen is gekomen. Onder meer door wereldwijd in te kopen bij NetApp en zo een flinke korting te bedingen, maar vooral door over te stappen op een ip-san. De iscsi-apparatuur (de termen zijn uitwisselbaar) van NetApp maakt ‘opslag op aanvraag’ (storage on demand) mogelijk, aldus Van Bree.
Hij vertelt overigens dat zijn bedrijf aanvankelijk vrij naïef in het traject is gestapt bij de keuze voor een nieuw opslagsysteem. De gebruikelijke manier bleek te duur en de controller begon zich af te vragen of het echt nodig was zulke dure apparaten te kopen. De druk om het anders aan te pakken was groot. “Het was echter meer dan een lijstje van mogelijke leveranciers opstellen. Uiteindelijk hebben we onze data moeten classificeren en rekening moeten houden met btw-regels, internationale boekhoudstandaarden en dergelijke”, zegt Van Bree.
In lagen denken
De technische voordelen van een ip-san zijn volgens Van Bree de vooruitstrevende technologie, en de mogelijkheid voor verdere consolidatie en virtualisatie van opslagsystemen, waarmee verdere besparingen mogelijk zijn. Philips Semiconductor heeft nu wereldwijd een systeem waarbij wordt betaald voor het gebruik van opslag – en reken maar dat de ontwerpen van chips veel opslag vergen.
Eerder die ochtend presenteerde Warmenhoven (zijn grootouders zijn in 1918 uit Schiedam naar de VS geëmigreerd) zijn bedrijf als een onderneming die aan databeheer doet. Het is belangrijk te bepalen welke waarde gegevens hebben en daarvan af te leiden hoe snel ze beschikbaar moeten zijn. Opslag gaat immers voornamelijk over de beschikbaarheid van data. Daarmee is ook de beveiliging van die gegevens een gewichtig onderwerp.
Claus Egge, program director European Storage bij IDC, onderstreepte eveneens het belang van gelaagde opslag. Wie een opslagsysteem ontwerpt, moet in lagen denken, en tegelijkertijd ervoor zorgen dat het systeem (van schijf tot schijf tot tape) geheel automatisch werkt en makkelijk te beheren is. Niet alle data zijn immers gelijk en niet elk opslagsysteem is even duur of goedkoop. Daar moet een evenwicht tussen bestaan, meent de IDC-onderzoeker. De trends zijn volgens hem ‘data levenscyclus management’, gelaagde opslag, seriële ata-schijven (goedkope schijven) en iscsi.
Niet overboord
Dat iscsi in de lift zit, is volgens Egge meer dan duidelijk. Hij laat de bijzonder steile groeicurve zien van de verwachte wereldwijde verkoop van iscsi-apparatuur in de komende jaren. Dat heeft volgens hem te maken met het feit dat er tegenwoordig keus is. Pionier NetApp van tien jaar geleden mag dan overtuigend marktleider zijn, aan de onderkant komen starters als EqualLogic met succes hun marktaandeel opeisen. In de nabije toekomst is 10 Gb ethernet voor opslagnetwerken geen sprookje meer, waarmee het snelheidsvoordeel van fc vermindert. Hij noemt als verklaringen voor de populariteit van iscsi onder meer dat het goedkoop en bekend is (ip en ethernet krijgt elke it’er met de paplepel ingegoten, terwijl fc een avondstudie vereist, bij wijze van spreken).
Warmenhoven maakt de belangstelling voor ip-san op een andere manier duidelijk. In 2001 verkocht hij zijn spullen voor 75 procent aan zwaar technische bedrijven en internetondernemingen, en voor 25 procent aan andere organisaties. Inmiddels gaat 80 procent naar bedrijven in de financiële dienstverlening, telecommunicatie, industrie, media en film, en naar de overheid. Slechts 20 procent gaat tegenwoordig naar de ‘high tech’- en de internetsector. De zegetocht van iscsi is ook zichtbaar in de groei van NetApp: “Tien jaar geleden telde ons bedrijf vijftig mensen, nu zitten we op vijfduizend werknemers.”
Het succes blijkt verder uit de groei van bedrijven die actief zijn op de opslagmarkt in het eerste kwartaal van dit jaar vergeleken met 2004. NetApp zit op 39 procent groei, gevolgd door Dell (+27 procent), EMC (+19) en HDS (+2), terwijl HP een verlies had van 1 procent en IBM en Sun zelfs 11 procent onder de lijn scoorden. In dit rijtje is alleen NetApp toegewijd aan iscsi. IBM en EMC hebben inmiddels deze technologie ook in hun pakket opgenomen. Analisten zullen niet gek opkijken als Sun de technologie in huis haalt door EqualLogic in te lijven. Zelfs Brocade, toch een fc-leverancier bij uitstek, laat iscsi in zijn productportfolio binnensijpelen.
“Volgens analisten duurt het nog wel een jaar of zes, maar ik denk dat binnen drie jaar iscsi het wint van fc”, zegt Warmenhoven. Waarmee niet gezegd wil zijn dat fc van de aardbodem verdwijnt, want veel bedrijven hebben al flink wat geld in die systemen gestopt en dat zullen ze heus niet overboord gooien.
Opslaggrid
Warmenhoven vertelt dat tegelijkertijd een beweging gaande is naar ‘gridcomputing’. HP noemt het The Adaptive Enterprise, IBM spreekt van Autonomic Computing, Hitachi van Harmonious Computing, Dell van Dynamic Computing, Sun van N1 en Microsoft van Dynamic Systems Initiative. Volgens de NetApp-ceo hebben ze het allemaal over gridcomputing.
Daar hoort ook een ‘opslaggrid’ bij, waarbij fc en iscsi hand in hand gaan, het platform dynamisch is te schalen, één beheerconsole volstaat, herconfiguratie transparant is en gebruik gemaakt wordt van een ‘global name space’. Dat laatste is van belang voor het bouwen van een ‘global storage pool’, waarbij de opslag geheel transparant is en alle opslagsystemen onder dezelfde (beheer)paraplu zijn te brengen. Eind dit jaar, zo belooft Warmenhoven, die nog even verklapt dat zijn labs druk bezig zijn zelfherstellende opslagsystemen te ontwikkelen.