Red Hat heeft deze week versie 4 van zijn Enterprise Linux-distributie (RHEL) gelanceerd. De leverancier wil het hiermee opnemen tegen Suns Unix-variant Solaris. De nieuwe versie van RHEL draait op versie 2.6.9 van de Linux-kernel.
|
RHEL4 heeft 54 patches ten opzichte van kernel 2.6.8. Suse Linux Enterprise Server (SLES) versie 9 heeft 1568 patches, maar dat is ten opzichte van kernel 2.6.5. Novell kwam veel eerder met het op 2.6 gebaseerde SLES 9 op de markt en had toen dus een eerdere subversie van de Linux-kernel.
Niet allernieuwste
Van Leeuwen hamert op Red Hats streven om gebruikers een stabiele omgeving te bieden, zowel qua systeem en uptime als qua opbouw en software-versies. Dat laatste dient voor het certificeren en testen van applicaties.
Soms resulteert dat streven dus in het laat opnemen van nieuwe technologie. “We hebben in Enterprise Linux 4 veel nieuwe software opgenomen, waaronder versie 4 van NFS (Network File System – red.).” Mocht er binnenkort een nieuwere versie verschijnen, dan neemt Red Hat die niet op in zijn Enterprise-distributie, benadrukt Van Leeuwen.
Andere nieuwe elementen zijn de integratie van het extra beveiligde SE Linux in de standaarddistributie en het omvatten van Sun Solaris-servers in Red Hats beheerapplicatie. De Linux-leverancier komt deze zomer met een eerste opwaardering, Update 1, die onder meer de overgenomen Netscape serversoftware bevat. “Daarmee bieden we een equivalent voor Suns iPlanet-software én is een-op-een migratie van LDAP-servers mogelijk.”
Omhoog versus opzij
De komst van RHEL4 betekent ook het gebruik van Linux-kernel 2.6. Die versie biedt vooral verbeteringen op het gebied van zware systemen, tot 32 processoren. Inmiddels heeft serverleverancier HP patches voor kernel 2.6.10 ingediend bij de kernel-ontwikkelaars waarmee Linux tot 64 processoren aankan. Red Hat neemt die patch vooralsnog niet op in zijn distributie.
“Wij hebben zelf ook wel patches ontwikkeld voor Sequent-systemen, met wel 128 processoren. Die nemen we niet op in de standaarddistributie. Klanten kiezen namelijk toch vooral voor serverblades, in clusters. En we willen klanten niet opzadelen met technologie die ze toch niet gebruiken.”
Van Leeuwen stelt dat zijdelings uitbreiden (scale out) tegenwoordig populairder is dan omhoog uitbreiden (scale up). Clusters van relatief lichte servers zijn goedkoper in aanschaf dan zware servers met veel processoren. Dankzij betere beheersoftware is het gebruik van clusters, waaronder ook serverblades kunnen vallen, lang niet meer zo complex en duur als voorheen, legt de Red Hat-directeur uit.< BR>