Alle West-Europese overheden spenderen steeds grotere budgetten aan IT-diensten. Dat blijkt uit een nieuw onderzoek van marktanalist IDC.
In 2003 had zo'n 12 procent van alle bestedingen aan it-diensten door de West-Europese overheden te maken met e-government projecten, zo schat IDC. Dat vertegenwoordigt een bedrag van 2,6 miljard dollar. De uitgaven aan dit soort projecten zullen volgens IDC tot 2008 jaarlijks 10,5 procent stijgen en dan op 4,2 miljard dollar liggen.
Het niveau van de online overheidsdiensten en de mate waarin de burgers daar klaar voor zijn, variëren wel van land tot land. Nu de deadline van het eEurope Action Plan nadert, doen veel landen een extra inspanning om nieuwe diensten online te brengen. Zo zijn er al heel wat landen met interactieve online diensten voor de burgers.
IDC klasseerde de toestand van e-government in16 West-Europese landen aan de hand van de benchmarks van de Europese Unie, maar voegde daar extra indicatoren aan toe om te bepalen in welke mate de bevolking klaar is voor e-government. Dat onderzoek gebeurde nu al voor de vierde keer.
Vorig jaar was Denemarken het land met de meest geavanceerde online overheidsdiensten én kende het de hoogste acceptatiegraad van die diensten door de bevolking. Dit jaar blijken Denemarken en Zweden op hetzelfde niveau te staan. Italië volgt hen op de hielen wat betreft het niveau van de dienstverlening, maar in dat land blijkt de bevolking in veel mindere mate klaar te zijn voor e-government.
Opvallend is dat Zwitserland nog steeds het e-dienstenniveau van de andere Europese landen niet bereikt. Dat is volgens IDC deels toe te schrijven aan de gedecentraliseerde structuur van de Zwitserse overheidsdiensten.
De grootste verbeteringen op het vlak van e-government tussen 2003 en 2004 werden volgens IDC doorgevoerd in Noorwegen, Zweden en het Verenigd Koninkrijk, gevolgd door Nederland, Oostenrijk en Portugal.