Intel brengt zijn virtualisatietechnologie, codenaam Vanderpool, dit jaar al uit voor server- én desktopprocessoren. Vanderpool verdeelt de hardware in gescheiden gedeeltes, iets wat Unix-servers en mainframes al jaren doen onder de naam partitionering.
Intel werkt al geruime tijd aan hardwarevirtualisatie op het niveau van processor en systeemchipset. De chipproducent heeft eind vorige week voorlopige specificaties voor zijn technologie vrijgegeven. Vanderpool maakt het mogelijk twee of meer besturingssystemen te draaien op een enkele computer, ook met maar één processor. De besturingssystemen draaien dan gelijktijdig en zijn gescheiden van elkaar.
Dualcore
Deze partitionering voor x86-processoren verschijnt in de tweede helft dit jaar in Pentium-4-processoren (de 600-reeks). Daarnaast worden de 500-serie en de Celeron 300-serie in het tweede kwartaal al voorzien van 64-bit extensies van de instructieset (EMT64). Intels eerste dualcore-processoren, codenaam Smithfield, verschijnen naar verluidt eind tweede kwartaal en vallen dan onder de 800-serie. De Smithfield-chips worden in het eerste kwartaal van 2006 opgevolgd door de 65 nanometer Presler-processoren.
De komst van Intels hardwarevirtualisatie is gerelateerd aan de komst van processoren met twee verwerkingskernen. Dergelijke dualcore-chips komen midden dit jaar uit. Deze twee technologische ontwikkelingen zijn voorafgegaan door Hyperthreading, Intels uitvoering van symmetrische multithreading waarbij één enkele processor twee of meer programmadelen (threads) gelijktijdig kan uitvoeren. Dit werkt echter op applicatieniveau, terwijl Vanderpool ónder het besturingssysteem werkt.
Aanvankelijk zou Vanderpool eerst voor de 64-bit Itanium-processoren uitkomen. Die zware chips doen dienst in servers waar virtualisatie al een bekend begrip is. Bovendien kan virtualisatie op servergebied erg nuttig zijn, onder meer voor consolidatie van fysieke machines.< BR>