De meeste gebruikers werken met een gewone pc voorzien van een webbrowser, al dan niet draaiend onder Windows. Om in een dergelijke omgeving contact op te nemen met een mini- of mainframesysteem of een daarop draaiende applicatie is host- of web-to-hostconnectiviteitsoftware nodig. Deze test neemt dit soort connectiviteitproducten onder de loep.
Windows mag dan alomtegenwoordig zijn op pc’s, dat is niet het geval bij mini- en mainframesystemen. Gebruikers willen toegang tot die mini- en mainframesystemen en hun applicaties via een gewone pc, liefst met behoud van de mooiere en gebruiksvriendelijkere grafische interface. Hostconnectiviteit was ooit synoniem met terminalemulatie, maar tegenwoordig ligt dat anders.
Terminalemulatie
Terminalemulatie doet letterlijk wat het woord zegt: het bootst de interface na van een originele terminal waarmee de gebruiker contact krijgt met een mini- of mainframesysteem. Een bekend voorbeeld is de 3270-terminal van IBM: er bestaan massa’s 3270-emulatoren voor Windows en andere besturingssystemen, waaronder DOS, OS/2, Linux en andere Unix-varianten, en Mac OS.
Vrijwel iedere fabrikant van mini- en mainframesystemen ontwikkelde zijn eigen terminal en vaak nog speciale terminals voor specifieke systemen. Daardoor bestaan er heel veel soorten terminals, die bovendien wat betreft de bedieningsinterface (wat ze op hun scherm kunnen tonen, hoe de gebruiker daarop moet reageren, en hun toetsencombinaties en andere terminalbevelen) onderling volledig incompatibel zijn.
Terminalemulatie zorgt weliswaar voor een bij een bepaalde terminal horende gebruikersinterface op de pc, maar dit veronderstelt dat de gebruiker vertrouwd is met die terminal; hij moet weten hoe alles in elkaar zit en hoe hij een en ander bedient. Wat nu als dat niet zo is? Of als in een applicatie draaiend onder systeem a gegevens nodig zijn van een database of andere applicatie draaiend onder systeem b?
Dit illustreert op welk vlak de hostconnectiviteitsoftware geëvolueerd is: geen gewone terminalemulatie meer, maar een soort conversiehulpstuk dat een bepaalde interface vertaalt naar een andere, door de gebruiker gewenste, interface. Een terminalemulatie is een clientapplicatie. Hostconnectiviteit zit in de middleware. Het helpt een clientapplicatie contact te leggen met een serverapplicatie op een voor die client incompatibel platform. ‘Web2hostconnectiviteit’ (web-to-host) gebruikt doorgaans een webbrowser als clientapplicatie en biedt dus een webinterface naar een mini- of mainframesysteem of een daarop draaiende applicatie.
Beperkt aspect
Web2hostconnectiviteit is slechts één, vrij beperkt, aspect van het geheel. Deze test is beperkt tot dat aspect, maar er is dus nog veel meer middleware. Database-connectoren bijvoorbeeld koppelen applicatie a met bijbehorende database-interface aan database b, die in feite een incompatibele interface gebruikt (zie http://www.datadirect.com voor een voorbeeld).
Mainframes en zware Unix-systemen als de RS/6000 en AS/400 zijn nog altijd de beste platformen voor toepassingen waarbij hoge transactieniveaus moeten worden gegarandeerd en waarbij bijna 100 procent beschikbaarheid essentieel is. Het is geen toeval dat verschillende producenten van erp-software, zoals SAP, JD Edwards en Peoplesoft, versies hebben voor IBM’s System 390, en dat Lotus Domino in zowel een z/OS- als een OS/400-versie (besturingssysteem voor respectievelijk S/390 en AS/400) het licht ziet.
Getest zijn twee ‘grote jongens’: complete serversystemen die het lan verbinden met een IBM mini- of mainframenetwerk en de nodige transformaties over en weer uitvoeren. Naast de grote jongens is er veel ‘connectiviteitmiddleware’ beschikbaar. Deze oplossingen zijn voornamelijk gericht op het toegankelijk maken van één systeem of één applicatie tegelijkertijd. Er kunnen wel meerdere sessies mee beheerd worden en actief zijn, maar elke sessie zal maar één host aanspreken. Vier van deze producten voor web2hostconnectiviteit zijn uitgeprobeerd.
IBM Websphere Host Integration Solution
IBM biedt met Websphere Host Integration Solution een oplossing die het mogelijk maakt om via Java, Html en XML data af te leveren vanuit meerdere bronnen: S/390-, AS/400-, VT- en Jdbc-databases. De basis van deze hostintegratie-oplossing is Websphere Hats (Host Access Transformation Services). Dat levert alle gereedschappen om terminalgebaseerde applicaties (3270- en 5250-terminals) als Html op de webbrowsers van gebruikers tevoorschijn te toveren, met een gebruikelijk webuiterlijk, dus geen terminaluiterlijk. Aan de clientzijde is naast de webbrowser geen andere software nodig. De transformatie-engine van Hats werkt met behulp van regels waarmee precies te definiëren valt hoe de terminalschermen realtime naar een webinterface omgezet of getransformeerd moeten worden. Als er applicaties bijkomen waarvan de terminalinterface lijkt op die van andere, is het mogelijk om dezelfde dag nog een webinterface online hebben.
Websphere Host On-Demand biedt één interface voor alle terminalapplicaties, of het nu om 3270-, 5250-, virtuele- of Cics-applicaties gaat. De gebruiker kan bestanden uitwisselen met een desktopomgeving (voor zover het formaat compatibel of omzetbaar is) en gebruikmaken van de op een lokale pc beschikbare printer of netwerkprinter. Met behulp van een ‘deployment wizard’ zijn Html-bestanden op maat te creëren met verschillende configuraties voor hostsessies.
Via Websphere Portal is het mogelijk om met behulp van op maat gemaakte ‘portlets’ eenvoudige toegangspoorten voor de gebruikers ter beschikking stellen, zodat deze geen kennis hoeven te hebben van de toegangs- en authenticatiemechanismen van bijvoorbeeld een AS/400. Met de Websphere Host On-Demand-client, een applet die op de webbrowser van de gebruiker draait, kan deze toegang kan krijgen tot alle hostapplicaties en -data. Omdat Wshod slechts eenmaal op een webserver ter beschikking gesteld hoeft te worden, biedt dit een eenvoudig beheer- en uitrolsysteem.
IBM is een voorvechter van Java. De Wshod-applet is dus een Java-applet. De bijbehorende Websphere Application Server biedt ondersteuning voor Java2 en J2EE, transactiebeheer, beveiliging, clustering, hoge prestaties, een hoge beschikbaarheid, connectiviteit en schaalbaarheid.
Kennis van J2EE en dergelijke is niet essentieel voor het gebruik en het beschikbaar maken van Websphere Host Integration. Voor de ontwikkeling van deze web- en Java-applicaties en diensten is er de Websphere Studio Site Developer. Deze RAD-omgeving (Rapid Application Development) met sjablonen en wizards is gebaseerd op Eclipse, een door de ict-branche ondersteund platform voor ontwikkelgereedschappen. Beschikbaar zijn onder meer een groot aantal plug-ins van IBM en zijn partners, en alles wat er is voor Eclipse. IBM voorziet in een Java-hosttoegangsinterface met Host Access Beans for Java en een bijbehorende klassenbibliotheek, Hacl (Host Access Class Library).
IBM Communications Server verzorgt de basisfunctionaliteit. Die biedt in essentie dezelfde functionaliteit als Microsofts sna-server (ondertussen opgevolgd door Host Integration Server 2004), maar is minder robuust omdat hij geen ondersteuning biedt voor automatische overname van taken bij technische storingen. Er is wel TN5250-emulatie (AS/400), maar dat valt te verwachten van IBM als producent van de AS/400. Communications Server is via een webbrowser te beheren.
Een groot voordeel van IBM’s product ten opzichte van de concurrentie is dat het draait op diverse platformen, waaronder Windows- en Linux-servers, AIX, OS/400 en z/OS (S/390) (voor meer informatie zie http://www.ibm.com/software/network/commserver/). Organisaties kunnen voor hun Websphere Host Integration Solution een combinatie van client-, server- en platformsoftware kiezen die is afgestemd op hun behoeften. De koppeling van sna- en tcp/ip-netwerken kan ook voor beheerders interessante mogelijkheden bieden. Dit geeft hen van huis uit via een webserver een beveiligde toegang tot een terminalsessie naar het doelsysteem. Voor tcp/ip-systemen maakt het immers niet uit of ze lokaal in de bedrijfsruimtes opgesteld staan of mobiel gebruikt worden. De beveiliging gebeurt via encryptie en vpn’s (virtueel privé-netwerk). Op die manier kan iedere gebruiker waar dan ook met behulp van een eenvoudige internetverbinding bij de hostapplicaties die hij nodig heeft.
Productinfo
Product: Websphere Host Integration Solution
Producent: IBM Nederland, Amsterdam, tel. +31 20 513 51 51, http://www.ibm.nl
Leverancier: IBM-dealers (bel of surf naar de producent voor een lijst)
Website: http://www.ibm.com/software/webservers/hostintegration/
Adviesprijs (excl. btw): 456 euro per gebruiker (Host Integration Solution internet concurrent user license plus twaalf maanden softwareonderhoud – D5BI4LL)
Systeemvereisten: afhankelijk van gekozen integratie-oplossing en het platform; beschikbaar zijn IBM Communication Servers, Websphere Application Server, Websphere Host Publisher, Websphere Host On-Demand, IBM Personal Communications, Websphere Studio Site Developer en Websphere Host Access Transformation Server op de platformen Windows 9x/Me/NT/2000/XP/2003, Mac, Solaris, Linux, OS/400, AIX, HP-UX en andere
Microsoft Host Integration Server 2004
Net als IBM richt Microsoft voor zijn middleware-oplossing alle pijlen op de mini- en mainframeomgevingen van Big Blue. Microsoft Host Integration Server 2004 koppelt een Windows-netwerk aan IBM’s mainframe- en AS/400-netwerken. HI Server 2004 ondersteunt dus sna en biedt hierbij de mogelijkheid om gebruikersinformatie tussen Active Directory en een mainframe of AS/400 uit te wisselen, zodat mainframe- of AS/400-applicaties gebruik kunnen maken van Windows-netwerkbronnen alsof die rechtstreeks aan het mainframe of de AS/400 gekoppeld zijn. Denk hierbij aan niet alleen netwerkprinters en terminals, maar ook speciale ‘ole db-drivers’ voor toegang tot IBM DB2-databases.
Er is een gestroomlijnde installatie- en configuratieprocedure aanwezig, samen met de typische mmc-gebaseerde beheergereedschappen. HI Server 2004 werkt samen met andere Microsoft-serveroplossingen als Biztalk Server 2004, Commerce Server 2002 en Office 2003 Infopath. Daarnaast is er een ’transactie-integrator’ voor het ondersteunen van applicaties op AS/400, mainframe Cics en IMS. Om de eigen applicaties met al dat fraais te laten samenwerken, wordt Visual Studio .Net 2003 gebruikt. Daarmee zijn XML-webservices en andere .Net-oplossingen te bouwen die gebruik kunnen maken van de transactie-integrator en de DB2-connector.
Microsoft realiseert zich dat mini’s en mainframes met geen stok binnen een .Net-omgeving te krijgen zijn. Daarom heeft het HI Server 2004 van een ip-dlc-koppeling voorzien, zodat deze in een IBM Enterprise Extender-omgeving kan functioneren. Voor de schaalbaarheid steunt het zoals gewoonlijk op zijn Clustering Services.
Voor de beveiliging gebruikt Microsoft ssl (secure sockets layer) en tls (transport layer security) om TN3270-diensten over tcp/ip te sturen. Een koppeling met Active Directory biedt een sso (single sign-on) voor zowel een Windows-netwerk als de IBM-hosts die de gebruiker integreert. Daarbij hoort een automatische wachtwoordsynchronisatie tussen Active Directory en de hosts.
Productinfo
Product: Host Integration Server 2004
Producent: Microsoft, Schiphol-Rijk, tel. +31 20 500 1500, http://www.microsoft.nl
Leverancier: Microsoft-dealers (bel of surf naar de producent voor een lijst)
Website: http://www.microsoft.com/hiserver
Adviesprijs (excl. btw): 2499 dollar per processor (standaardeditie), 9999 dollar per processor (bedrijfseditie)
Systeemvereisten: Intel Pentium 450 MHz of equivalent of beter, 512 MB ram, 1 GB harde schijf-ruimte, Windows 2000 SP4, Windows Server 2003 of Windows XP Professional SP1
Attachmate Extra
Attachmate richt zich met zijn Extra Mainframe Server Edition voornamelijk op terminalemulatie, maar met veel meer functionaliteit dan we gewend zijn van dergelijke pakketten. De basisapplicatie heet Extra X-treme. Dat is een super-de-luxe uitvoering van een terminalprogramma: de gebruiker definieert sessies voor een verbinding met allerlei types mainframes, mini’s en dergelijke systemen. De leverancier noemt dat ‘rich client emulation’. Hierbij is nauwkeurig te parametriseren hoe en met welke authenticatiemechanismen de sessie tot stand moet komen. Attachmate levert een paar demosessies mee waarmee de gebruiker kan oefenen en zien hoe een en ander in elkaar zit.
Ondanks alle ronkende termen kent Attachmate Extra standaard eigenlijk maar drie hoofdsoorten terminals: 3270, 5250 en ‘iets anders/telnet’, maar het lijken er meer omdat hierbinnen allerlei parametrisaties mogelijk zijn. Het uiterlijk van de terminalsessies is vrij direct te bepalen doordat de gebruiker uit voorbereide kleurenschema’s kan kiezen of een nieuw kleurenschema kan aanmaken. Daarnaast zijn er tools om de terminalsessies gecentraliseerd te beheren (Management & Control Services). Alle netwerkfunctionaliteit is compatibel met Windows XP SP2 (waarvan de standaard ingeschakelde firewall berucht is omwille van het grote aantal applicaties dat hij dwarsboomt).
Er zijn een aantal opties en plug-ins beschikbaar die de functionaliteit van het Extra-pakket uitbreiden. Met de Extra Terminal Viewers kan de gebruiker anderen via hun webbrowser toegang bieden tot terminalsessies. Er zijn ook stand-alone Terminal Viewers: Java-applets die op individuele pc’s geïnstalleerd kunnen worden zodat die met een minimum aan overhead bij bepaalde hostapplicaties kunnen.
De Extra Presentation Builder is een transformatiemodule waarmee hostapplicaties naar eigen wensen volledig te hermodelleren zijn. Dat is interessant voor gebruikers die niet vertrouwd zijn met terminalsessies (de ‘groene schermen’ omdat de meeste tekstterminals een monochroom groen/zwart scherm tonen). Er is een ‘Hot gui’-optie die dergelijke groene schermen realtime omzet naar een typische Windows grafische interface met tekstkadertjes, pull-down- of pop-up menu’s en dergelijke vertrouwde bedieningselementen.
Met behulp van Attachmate Smart Connectors pakt de producent de applicatieconnectiviteit aan. Zo’n connector kan niet alleen een terminalsessie maar ook databasetoegang (DB2, Adabas, IMS/DB, Vsam) en transacties (Cics, IMS) integreren binnen Windows-applicaties.
Het testpakket bestond uit zes cd’s. Dat geeft een idee hoeveel modules en opties er beschikbaar zijn. Voor Windows-gebruikers is de verbinding met Microsoft Office interessant. Hiermee kan de gebruiker informatie van hostapplicaties vliegensvlug in Office-documenten en de Outlook-kalender krijgen. Op de website van Attachmate staat een evaluatieversie van Extra X-treme.
Productinfo
Product: Attachmate Extra! v8 Mainframe Server Edition for Windows XP
Producent: Attachmate Corporation, USA, http://www.attachmate.com
Leverancier: Attachmate Sales Benelux, Wemmel (België), tel. +32 2 481 07 50
Adviesprijs (excl. btw): 454 euro
Systeemvereisten: Windows NT/2000/XP
WRQ Reflection
WRQ Reflection biedt terminalemulaties via een webbrowser. Verder dan dat gaat dit product niet echt. Voor het omvormen van ‘groene schermen’ naar webpagina’s of het compleet omwerken van een hostapplicaties tot een gebruiksvriendelijke grafische ‘wijs en klik’-webinterface is een ander product nodig: WRQ Verastream. Voor deze test was alleen WRQ Reflection beschikbaar. Bij WRQ zijn cd’s met evaluatieversies aan te vragen.
Na installatie biedt WRQ Reflection de gebruiker een eenvoudige en rechtlijnige manier van werken. Onder het startmenu van Windows vindt hij een menu-inschrijving voor WRQ Reflection met een onderverdeling voor Utilities (appc lu6.2-configuratie, Kerberos-beheer, een ping-programma en Reflection for IBM Translator), een connectiewizard, een ftp-client en voorgedefinieerde hostsessies voor vijf van de meest gebruikte hosttypes (AS/400, HP, mainframe, Regis Graphics en Unix plus Open VMS). Met zo’n voorgedefinieerde sessie is de gebruiker vlug aan de slag: erop klikken, de gewenste host opgeven als hostnaam (directe ethernet-aansluiting) of ip-adres (tcp/ip-connectie), en meteen wordt de verbinding tot stand gebracht en ziet de gebruiker zijn vertrouwde ‘groene scherm’.
Is een verbinding nodig die niet meteen gedekt wordt door een van de voorgedefinieerde hosttypes, dan kan de gebruiker met behulp van de connectiewizard zelf een hostsessie aanmaken en opslaan voor toekomstig gebruik. Niettemin kent deze connectiewizard niet echt meer hosttypes dan wat al beschikbaar is in de voorgedefinieerde types. De wizard vraagt eerst naar het soort host en biedt daarbij de keuze uit een terminalverbinding naar een niet-IBM-host of een IBM-host, een printerverbinding naar een IBM-host of een Regis Graphics-sessie met een Open VMS-host. Onder de noemer ‘niet-IBM-host’ is letterlijk alles wat geen IBM-mini of -mainframe is op een hoop gegooid. Het omvat dus Unix-machines, Open VMS, Unisys, HP, bbs’en en Linux-systemen (via telnet, geen X).
De tweede vraag van de wizard gaat over het te gebruiken verbindingsmedium: via een lan (inclusief dial-up), via een modem of rechtstreeks via een seriële poort. Als derde vraagt de wizard de naam of het ip-adres van het systeem waarmee verbinding gemaakt moet worden. Vervolgens wil de wizard weten wat voor soort host het is. De gebruiker kan ook kiezen voor ‘ik weet het niet’. De andere keuzes zijn HP 3000, Unix, Open VMS, bbs en een Unisys A-serie. In elk van die gevallen gebruikt WRQ Reflection een gewone telnet-sessie, maar past het een soort terminalsjabloon toe waarbij de toetsenbordindeling en andere terminalinstellingen voor een specifieke host ingeladen worden. Helaas kan de gebruiker hier geen andere tcp-poort of dienst opgeven. Dat kan wel vanuit het eigenlijke terminalscherm, door connectie-setup en dan geavanceerd te kiezen.
Een ssh-verbinding (secure shell) is vanuit de wizard wel mogelijk. In het authenticatiepaneel (vijfde wizardvraag) kan de gebruiker kiezen voor authenticaties via open ssh, Kerberos en ssl/tls via telnet. De open ssh-authenticatie kan gebeuren via een inlog met gebruikersnaam en wachtwoord, Kerberos of een publieke sleutel. Dan probeert de wizard de sessie tot stand te brengen. Als dat niet lukt, is er geen mogelijkheid om de sessie te bewaren. Om het opnieuw te proberen moet de gebruiker dus de hele wizard nogmaals doorlopen. Als de connectie wel lukt, wil de wizard eerst weten of alles er goed uitziet. Alleen dan is er de mogelijkheid om de sessie te bewaren.
Als een soort speciale sessie krijgt de gebruiker er nog een ftp-client bij. Die is eenvoudig voor allerlei niet-standaardpoorten en allerlei vormen van authenticatie te configureren. Hij biedt een standaard tweepanelen-interface (verticaal geplaatst) waarbij de gebruiker bestanden tussen de twee panelen heen en weer kan slepen om uploads en downloads tot stand te brengen. Er is een macrofaciliteit en ondersteuning voor ‘scripting’ via Visual Basic-scripts. De WRQ Reflection Multi-Host die voor de test geïnstalleerd is bood alleen Windows-terminalemulatie, maar er bestaat er ook een voor webgebaseerde emulatie, X-servertoegang, nfs-clients en f-secure ssh. Voor grotere netwerken biedt WRQ een module voor centraal beheer, Reflection Administrator, waarmee alle WRQ Reflection-clients (zowel web als Windows) gecentraliseerd te beheren zijn. Deze beheermodule kan ook terminalclients beschikbaar stellen.
Productinfo
Product: Reflection Multi-Host, Prof. Edition 12.0
Producent: WRQ, USA, http://www.wrq.com
Leverancier (Europa): WRQ Nederland, tel. +31 71 368 11 00, http://www.wrq.nl
Adviesprijs (excl. btw): 777 euro (Multi-Host Prof. Ed.), 465 euro (Multi-Host Std. Ed.), 315 euro (Reflection for IBM), andere prijzen voor diverse hosttypes, alle genoemde prijzen gelden voor één gebruiker; Reflection Administrator 11.673 euro per server
Systeemvereisten: Windows NT/2000/XP/2003 of Citrix Metaframe/XP
Ericom Powerterm Webconnect
Ericom is al enige tijd bekend door zijn Powerterm-serie terminalemulatiesoftware. Powerterm Webconnect is een oplossing die gebruikers met hun webbrowser verbinding laat opnemen met hosts via terminalsessies. Powerterm Webconnect omvat een Java-client, de Hostview-client (Windows) en de Webview-client, die ‘groene schermen’ omzet naar door de gebruiker aanpasbare webpagina’s. Daarnaast is er een lpd-client voor via tcp/ip bereikbare netwerkprinters en verschillende bestandstransmissie-opties, waaronder beveiligde ftp, AS/400 dft (data file transfer) en mainframe ind$file.
De Remoteview-client stelt de gebruiker in staat contact op te nemen met Microsoft Windows Terminal Server. Daardoor kan hij Windows-applicaties via een lokale webbrowser te draaien. Ericom biedt als enige in deze test een dergelijke oplossing.
Met Webconnect Administation Tool zijn alle lopende terminalsessies centraal te beheren en te configureren. Het is mogelijk om lopende sessies te bewaken, en op elk moment te bekijken welke sessies wanneer en vanaf waar gestart zijn en hoe lang ze al draaien. De beheerder definieert gebruikers en gebruikersgroepen met bijhorende rechten. Hierbij is een koppeling met Active Directory mogelijk. De verbindingen verlopen via ssl of ssh. Ze maken voor authenticatie en versleuteling gebruik van Kerberos en bieden sso (één inlog voor alle systemen tegelijk). De beheerder kan bepalen wie toegang heeft tot welke systemen. Webconnect heeft ingebouwde beveiligingen die meermaals mislukte inlogpogingen tijdig blokkeren.
Webconnect kan een afgebroken terminalsessie opnieuw verbinden. Gebruikers kunnen een webagent van de Webconnect-server downloaden en installeren waarmee ze beroep kunnen doen op ondersteuning van de beheerder. De webterminal ondersteunt meerdere talen (Engels, Duits, Frans, Spaans en Italiaans) en de hele interface verandert meteen zodra de gebruiker een taal kiest in de pull-downmenu’s.
Productinfo
Product: Powerterm Webconnect 4.22
Producent: Ericom, USA, http://www.ericom.com
Leverancier: Dupaco, Leusden, tel. +31 33 494 88 88, http://www.dupaco.nl
Adviesprijs (excl. btw): 1579 euro (tien concurrent session client licenses, inclusief Java-, Active X- and OCX-clients)
Systeemvereisten: Windows 9x/Me/NT/2000/XP/2003 (client); IBM mainframe, AS/400, Unix, Linux, Open VMS, Data General, SCO, Tandem, HP (host)
Esker Persona
Eskers potfolio omvat allerlei hostconnectiviteitsoftware. Persona is specifiek bestemd voor web2hostterminalemulatie. Het moet dus op een webserver geïnstalleerd worden. Esker gaat uit van Windows NT, 2000, 2003 of XP met IIS aan boord. Volgens de installatiegids moet de gebruiker er zelf voor zorgen dat de rechten voor het uitvoeren van scripts en ‘executables’ toegewezen zijn in de webserver omdat de Persona-website anders niet behoorlijk functioneert. In de test bleek de installatieprocedure alles zelf netjes ingesteld te hebben.
Op de server is een Configuration Assistant beschikbaar om na te gaan of aan de serverkant alles correct geïnstalleerd is. Als dat niet het geval is, geeft de Configuration Assistant desgevraagd suggesties voor het oplossen van eventuele problemen. Aan de clientzijde is alleen een webbrowser nodig. De gebruiker kan kiezen uit twee soorten clientsoftware: een Java-applet en een piepkleine Windows-applicatie. De Java-applet vereist helemaal geen software-installatie op de gebruikers-pc, de Windows-applet vereist dat wel. Voor de test is Java gekozen.
Het hele beheer in verband met het aanmaken en configureren van sessies moet op de Persona-server gebeuren; de clients kunnen alleen sessies oproepen maar er zelf geen definiëren (beheerders kunnen dat wel via een beheerderinlog). De connectie gaat dus van een webbrowserclient naar de Persona-server en van daaruit naar de eigenlijke host: dat is een drielagen-architectuur. Esker Persona ondersteunt onder meer ssl, ssh, des (data encryption standard) en triple des om de communicatie tussen die lagen te beveiligen.
Het sessiebeheer gebeurt met de Persona Toolbox. Hiermee maakt de beheerder een nieuwe terminalsessie aan. Persona ondersteunt meer dan dertig hosttypes, waaronder alle bekende, zoals IBM-mainframes en AS/400 via 3270- en 5250-terminalsessies, en Unix, Digital- en Data General-hostsystemen. Daarnaast kan beheerder vrijelijk nieuwe types definiëren. Bij het beëindigen van een sessiedefinitie zal de Toolbox de verbinding openen en activeren. Zo kan de beheerder meteen zien of zijn sessiedefinitie in orde is. Zodra de sessie bewaard wordt, zullen gebruikers die zien verschijnen op de sessielijst in hun webbrowser.
Door op een sessie te klikken, wordt een nieuw browservenster geopend met daarin de Java-weergave van een terminalsessie. Dat is snel. Verder biedt dit product een fraai vormgegeven knoppenbalk boven aan het terminalscherm. Wat de gebruiker kan instellen is beperkt. Hij kan wel macro’s en toetsenborden definiëren en gebruiken. Hij kan bij twijfel een scherm oproepen met een weergave van de terminaltoetsen en hoe die vertaald worden naar pc-toetsen. Daarnaast is er Smartmouse, waarmee muisklikken te definiëren zijn als een soort macro, zodat gebruikers specifieke acties in een bepaalde sessie kunnen uitvoeren. Net als de andere pakketten in deze test biedt Esker een ftp-client met een tweepanelen-interface. Die staat hier horizontaal, boven het lokale systeem, onder de ftp-site. Klikken en slepen is mogelijk.
Productinfo
Product: Persona 5.0 Insight
Producent: Esker, USA, http://www.esker.com
Leverancier: Dupaco, Leusden, tel. +31 33 494 88 88, http://www.dupaco.nl
Adviesprijs (excl. btw): 2566 euro (licentie voor tien servers)
Systeemvereisten: Windows NT/2000/XP/2003 met IIS (server); webbrowser met Java Virtual Machine of Windows 9x/Me/NT/2000/XP/2003 (client)
Conclusie
Bij de grote jongens biedt IBM de meeste flexibiliteit met zijn Websphere-oplossingen. Voor wie een puur Windows-netwerk wil koppelen, is Host Integration Server 2004 van Microsoft niet te versmaden. Onder de connectiviteitmiddleware maakte Attachmate Extra de meeste indruk. Bij de webgebaseerde oplossingen verdient Ericom Powerterm Webconnect de voorkeur.< BR>
Johan Zwiekhorst