Het internationale Linux-consortium Open Systems Development Labs (Osdl) is de afgelopen maanden gestaag gegroeid. Stuart Cohen is achttien maanden geleden ceo geworden van de Labs, de organisatie die het zakelijk gebruik van Linux propageert. We bespreken de toekomstplannen met Cohen en trachten een glimp op te vangen van wat de nabije toekomst voor Linux in petto heeft.
|
Heel goed. Ik zit hier nu 18 maanden. Hoe je marktaandeel ook wenst te meten, Linux komt altijd tot groeicijfers in de dubbele getallen en heeft een enorm succes. Dat gaat dus goed.
Toen ik hier begon hadden we 23 ondernemingen als lid. Dat zijn er nu ongeveer 60 en aan het eind van het jaar komen we naar verwachting uit op 65 tot 70 leden, om volgend jaar door te groeien naar 100 leden. Veel mensen willen meedoen met onze activiteiten. Onze begrotingen en reserves vertonen een stijgende lijn.
We zijn nog steeds in overwegende mate een technische club. Maar nu Linux meer een heersende trend wordt in de automatisering, ligt de nadruk bij ons inmiddels in gelijke mate op technische, marketing, zakelijke en juridische zaken. We zijn ook breder georiënteerd en dekken niet alleen Linux, maar ook op Linux gebaseerde applicaties (zowel open source als bedrijfseigen), die bovenop het besturingssysteem draaien. Dat is nu eenmaal de realiteit van het softwareportfolio op de markt.
We zouden graag meer mensen zien deelnemen in meer werkgroepen, met name Europeanen. We zijn nu wel heel erg Noord-Amerikaans en Aziatisch van karakter. We hebben kantoren in Tokio en (net geopend) in Beijing. We hebben slechts één medewerker in Europa (in Groot-Brittannië), maar openen de komende maanden een nieuw kantoor in Europa.
Wat zijn op de korte termijn de grootste uitdagingen voor Linux?
Bij de bureaucomputers zijn er heel aantrekkelijke oplossingen voor administratieve medewerkers met een vaste functie. Het beheren van je eigen e-mail, agenda, browser en applicaties gaat tegenwoordig prima op Linux. Maar er valt nog een hoop te doen aan mobiele informatica, mobiele agendafunctionaliteit en groupware voor professionele zakelijke gebruikers, en replicatie en synchronisatie van data.
Linux voor servers gaat prima. Vanzelfsprekend ligt Linux vanwege zijn succes onder vuur. Het mooie is dat dit voor concurrentie zorgt. Maar omdat dat winnaars en verliezers oplevert, is er af en toe sprake van irrationeel gedrag.
Dus het wordt uiteindelijk een rechtstreeks gevecht tussen Microsoft en Linux?
Ja. Ik weet alleen niet hoe zwaar dat gevecht wordt. Als je naar de open source software kijkt die op de markt is, dan zal die zeker aandeel gaan winnen op bedrijfseigen software, maar is die aan de andere kant niet breed genoeg samengesteld om veel van het bedrijfseigen portfolio te kunnen afdekken.
Ik zeg altijd tegen mensen: als je honderd medewerkers hebt die langer dan twee jaar bij je in dienst zijn, dan heb je hoogstwaarschijnlijk bedrijfseigen code in huis waar je niet van af kunt (al zou je het willen) omdat het tot het cement van je onderneming behoort. Dan moet je denken aan Oracle, SAP of Peoplesoft. Het is er altijd al geweest, en dat blijft zo. Je beschikt waarschijnlijk ook nog over eigen onmisbare legacy code. Er is dus een hoop code die niet zomaar verdwijnt.
Want denkt u dat er de komende vijf jaar zal gebeuren met bureaucomputers en met mobiele apparaten?
Novell, Red Hat, veel ondernemingen in China en een aantal in Zuid-Amerika zijn bezig met het ontwikkelen van Linux-software voor bureaucomputers. In de VS kijkt men naar desktopapplicaties die op Linux draaien. Ik denk dat bureaucomputers in de vorm van een dunne client voor kantoormensen met een vaste routinematige taak aardig snel in aantal zullen groeien.
Maar er valt nog een boel te doen voor de mobiele, zakelijke manager en de administratieve staf die e-mail en agendafuncties met elkaar delen. Als je dominerende groei zoekt, dan valt die te vinden op het mobiele terrein. Ik denk dat 45 procent van de pc’s die nu wereldwijd verkocht worden een laptop is.
Zal het zakelijke gebruik van Linux de consument beïnvloeden?
Wat mensen op hun werk doen bepaalt wat ze thuis doen. Het goede nieuws voor Linux is dat het webgedeelte, de e-mail en de agendafuncties best goed zijn, zeker als je alleen opereert. Je komt alleen in de problemen als je e-mail of je agenda deelt met je secretaresse, of als je met verschillende mensen op verschillende servers probeert te kijken in verschillende agenda’s. Daar zitten waarschijnlijk de zwakke plekken, en als consument zal je geen van die dingen nodig hebben.
Maar voor zakelijk gebruik zijn groupware en gedeelde functies van vitaal belang. Zou het oplossen van dit soort problemen dan niet de allerhoogste prioriteit moeten krijgen?
Absoluut. Het kan nu al, maar het moet geïntegreerd worden met je Blackberry, je Treo PDA, je mobiele telefoon en al het andere – niet alleen met je laptop. Er moet ook gewerkt worden aan replicatie en synchronisatie. Maar ik denk dat zakelijk gebruik de drijvende kracht is achter consumentengedrag.
Wanneer worden bureaucomputers de standaard?
Over twee of drie jaar. Je kunt met bureaucomputers een heel eind komen buiten de mobiele gebruiker om; misschien wel tot twintig procent van de markt zonder één enkele mobiele gebruiker. En significant marktaandeel dus voordat je in de mobiele problemen verzeild raakt en tegen die tijd zullen een groot aantal problemen wel opgelost zijn.
Komen er op grote schaal bureaucomputers met voorgeïnstalleerde Linux-systemen, of andere niet-Windows-systemen?
Meer en meer wordt Linux voorgeïnstalleerd geleverd of gaan er dozen de deur uit zonder iets er op geïnstalleerd. De meeste middelgrote en grote ondernemingen, onderwijsinstellingen en ministeries halen sowieso alle voorgeïnstalleerde software eraf en vervangen die door hun eigen ‘image’. Voorinstalleren doet er echt niet (meer) toe.
Ik heb lang in de pc-business gezeten en daarbij ging het er altijd om een suite samen te stellen die mensen zou aanspreken, als een uniek onderscheidend aanbod. De gebruiker kreeg die voorgeïnstalleerde spullen echter nooit onder ogen, want ergens tussen onze fabriek en zijn bureaublad werd alles geschrapt en zette het bedrijf zijn eigen image en suite er op. Of het bedrijf of de systeemintegrator deed dat, de eindgebruiker wist van niets.
Hetzelfde gebeurt met Linux en Windows. Ik geloof niet dat Windows het er beter vanaf brengt met het vooraf bepalen van de suite.
Wat vindt u van het volgende argument over beveiliging: ‘Als Linux even wijdverbreid was als Windows, zou je evenveel aanvallen hebben te verduren.’?
Betekent dit dat naarmate Microsoft groeit, het alleen maar meer wordt aangevallen en dat het met de beveiliging alleen maar bergafwaarts gaat? Als je zegt dat het onveilig is omdat meer mensen het aanvallen vanwege zijn marktaandeel, dan zul je, tenzij dat marktaandeel daalt, toch ergens een lijn moeten trekken die zegt dat het nog onveiliger wordt met meer aanvallen en problemen.
Met vijfentwintig procent van alle servers is Linux de grens van de kritische massa voorbij. Wat ook de aantallen zijn van Windows, beide zijn een kritische massa -en de veiligheidscijfers spreken voor zich.
Wat is de belangrijkste boodschap die u graag uit Osdl zou laten klinken?
Dat hangt af van het publiek waarvoor ik spreek. In het algemeen zou ik zeggen dat Linux een algemene trend is op servers, en dat er overal ter wereld veel werk wordt verzet om dat ook voor de desktop te laten gelden.< BR>
Vertaling René Rippen
Peter Williams