De agentloze Tarantella-server, waarmee applicaties draaiend op meerdere platformen vanaf clients zijn te bedienen, lijkt in Nederland snel populair te worden. Enkele installatiebedrijven meldden de afgelopen maanden honderden gebruikers tegelijk aan te sluiten.
De recente groeispurt wordt gemeld door zowel de Leidse leverancier Divider als Dionar in Hoofdorp. “Het zijn weliswaar gebruikers, dat is niet hetzelfde als klanten. Maar we sluiten er wel veel tegelijk aan”, aldus Arthur Bodegom van Dionar.
Een vertegenwoordiger van Divider meldt onder meer veel accountantskantoren als klant te hebben. “Maar ook de stichting epilepsie-instellingen Nederland (Sein). Hun twaalf vestigingen maken gebruik van thin clients. De beheerkosten blijven zo heel laag.”
Printen zonder hoofdpijn
Enkele weken terug kwamen vijftien installateurs bijeen in Hoevelaken. Op uitnodiging van Dupaco, de Nederlandse distributeur van de servers, luisterden ze naar een presentatie van Tarantella-directeur Frank Wilde. Hij meldt dat wereldwijd nu zo’n twaalfduizend bedrijven van de server gebruikmaken. “Ons grote succes: wij koppelen zowel legacy als Windows-toepassingen. Zodra men doorheeft dat het allemaal bereikbaar is vanaf dezelfde terminal, worden gebruikers enthousiast.”
“Klanten zeggen vaak: ‘Dat kan ook met Citrix’. Nou, een mengeling van Legacy, Unix en Windows op die manier met elkaar verbinden, dat kan Citrix echt niet. En printen? Dat levert bij Citrix vaak een boel hoofdpijn op. Wij hebben het opgelost. Met ons kun je bij wijze van spreken in Japan bij een internet-café inloggen op je beveiligde netwerk, en toch je documenten printen.”
Geen link met SCO
De Tarantella-server werd eind jaren negentig ontwikkeld door SCO, vooral bekend als leverancier van Unix-varianten Xenix en Unixware. Dat bedrijf werd het afgelopen jaar verguisd door de rechtszaak die het begon tegen IBM, dat volgens SCO zonder toestemming Unix-code zou hebben overgezet naar de Linux-kernel.
Het bedrijf Tarantella stamt uit 2001. SCO verkocht dat jaar de Unix-rechten en distro’s Xenix en Unixware aan Caldera, dat zich daarop omdoopte tot SCO. Het oude SCO ging verder als Tarantella.
“Met SCO hebben we niets meer te maken”, haast Wilde zich. “We draaien voornamelijk op Solaris en Linux.” De meeste installaties draaien nu nog op Solaris, vertelt Wilde. Het aantal nieuwe installaties op Linux groeit echter heel snel: “Volgend jaar draait de helft op Linux.”
“Tarantella lift mee op de populariteit van Linux”, zegt Erik Monninkhof, financieel directeur van Dupaco. “Linux is leuk, maar het kan nog wel wat nuttige toepassingen als deze gebruiken.”
Licenties
Dankzij de Tarantella-server kunnen ook de licentiekosten voor bijvoorbeeld Microsoft Office omlaag, denkt Wilde. In plaats van vijf licenties voor vijf systemen, volstaat een enkele licentie voor een systeem dat om beurten Office doorgeeft aan een andere medewerker.
Het klinkt aardig, maar in de praktijk komen de Nederlandse wederverkopers het nog niet tegen. “Technisch gezien zijn dubbele licenties onnodig. Zolang er nog niet altijd vanaf de laptop verbinding is te leggen met het bedrijfsnetwerk, blijft een lokale versie van bijvoorbeeld Excel handig. Zo goed is de prestatie van umts niet.”< BR>