China heeft een nieuwe backbone geactiveerd die geheel op versie 6 van het Internet Protocol (IPv6) draait. Dit volgende-generatie-Internet-segment, Cernet2 genaamd, is het grootste Ipv6-netwerk ter wereld.
Cernet2 verbindt maar liefst vijfentwintig universiteiten in twintig Chinese steden met elkaar. De snelheid van de backbone ligt tussen de 2,5 en 10 Gigabit per seconde, terwijl er tussen de individuele universiteiten snelheden van 1 tot 10 Gbps worden gehaald. Een proef tussen Bejing en Tianjin heeft een piek van 40 Gbps bereikt.
Naast rauwe snelheid biedt het nieuwe netwerk, dankzij het gebruik van IPv6, een enorm bereik aan unieke ip-adressen. Dat is dan ook de voornaamste reden voor de implementatie van deze Chinese backbone. De adressen zijn niet alleen nodig voor computers, maar ook voor de enorme hoeveelheid consumentenelektronica, zoals mobiele telefoons, met ip-verbinding.
Het huidige IPv4, bijna vierentwintig jaar oud, is een 32 bit-protocol en kan daardoor maximaal vier miljard unieke adressen aan. Dat beperkte aantal is al enige tijd goeddeels gereserveerd, waarbij zo’n 74 procent in handen is van Amerikaanse organisaties en bedrijven. Experts twisten er nog over of IPv4 binnen korte tijd ’vol’ is. Ondertussen bieden technieken als nat (network address translation) uitwegen door netwerksegmenten af te schermen en via één of enkele poorten of bruggen te verbinden met hoofdnetwerken zoals het Internet.
IPv6 is een 128 bit-protocol en vele triljoenen adressen (2 tot de macht 128). Het is in 1994 geratificeerd als officiële standaard waarna in 1996 de eerste implementaties verschenen. Grootschalige invoering stuit echter op kip-en-ei situaties; telecombedrijven willen de vereiste forse investeringen en de – niet geringe – overstap niet te vroeg maken.