Sommige personen en bedrijven produceren bergen documenten. Vroeg of laat wil je informatie uit die massa halen: je zoekt iets. Dan is gereedschap nodig dat helpt de spreekwoordelijke naald in de hooiberg te zoeken: zoeksoftware.
Het spreekwoord zegt: ‘Zoekt en gij zult vinden’. Het zegt alleen niet hoe de gebruiker te werk moet gaan om iets te zoeken. Het is ondoenlijk om zelf duizenden documenten een voor een in de tekstverwerker, de spreadsheet, het presentatiepakket of wat dan ook te laden en telkens te zoeken of de gewenste informatie erin voorkomt. Er is software nodig die helpt informatie terug te vinden.
Zoeksoftware werkt het snelst als hij informatie niet realtime hoeft te zoeken. Eerst wordt een index aangemaakt: een soort database van kernwoorden. Als de gebruiker dan een of meerdere zoektermen opgeeft, kan de zoeksoftware met behulp van deze index alle documenten die voldoen aan die zoektermen binnen een seconde terugvinden. De zoeksoftware presenteert een overzicht van alle gevonden documenten. Het is dan wel zo handig als met gewoon dubbelklikken op zo’n link het gevonden document te bekijken valt.
Wat moet zoeksoftware kunnen doorzoeken? Alle formaten van Microsoft Office, ongeacht waar die staan: als Windows erbij kan, moet het zoekprogramma er ook bij kunnen. Daarnaast liefst nog wat formaten van andere softwareproducten, zoals Adobe Acrobat (pdf), Wordperfect, Open Office en Star Office, en internetprogramma’s als mail- en nieuwsgroepenclients; Outlook, Outlook Express en Eudora, en de mail- en nieuwsgroepenclient van de Mozilla-suite en van Thunderbird.
Zoektermen opgeven
Zoektermen opgeven is een wetenschap op zich. Zolang we zoeken naar één woord is er geen probleem, maar als we meerdere woorden intikken wel. Zoeken we naar alle woorden of naar minstens één ervan? Moeten de woorden in exact die volgorde voorkomen of hoeft dat niet? Zijn er misschien woorden waarvan we beslist niet willen dat ze in het gevonden document voorkomen? Er is dus een methode nodig om zowel zoektermen bestaande uit woorden als bepaalde relaties tussen die woorden op te geven. Dit heet contextgevoelig.
In de Unix-wereld is al lang geleden een systeem van zoektermen ontwikkeld dat uitermate krachtig is en het mogelijk maakt nauwkeurig te definiëren wat je zoekt en hoe dat eruit moet zien: reguliere expressies (regular expressions). (Zie: http://www.linuxfocus.org/Nederlands/July1998/article53.html.)
Zoekmachines, of dat nu een internetzoekmachines of persoonlijke zoeksoftware is, passen reguliere expressies zelden of nooit toe. Dat is jammer omdat dit het opgeven van zoektermen veel krachtiger zou maken, maar wel begrijpelijk. Voor de meeste gewone gebruikers zijn reguliere expressies namelijk niet of nauwelijks te doorgronden; er is bijna een cursus nodig om ermee uit de voeten te kunnen. Zoekmachines vereisen een methode van zoektermen opgeven die juist erg intuïtief is; een kind moet de was kunnen doen. Een goed systeem is dat van de zoekmachine Google. In het kort betekent “xxx yyy” dat of xxx of yyy in het document moet voorkomen. “xxx +yyy” wil zeggen dat yyy moet voorkomen en “xxx -yyy” betekent dat yyy niet mag voorkomen. Om meerdere woorden gescheiden door spaties als één zoekterm op te nemen, sluit je ze in tussen dubbele aanhalingstekens. (Zie http://www.google.be/intl/nl/help.html voor de volledige uitleg.)
Voor zoekinstructies die ingewikkelder zijn is het gemakkelijk als er een formulier beschikbaar is waar de gebruiker duidelijk omschreven zoekopties kan aanvinken. Bij Google is dat het geval. In deze test zijn negen applicaties die het gemakkelijk zouden moeten maken om informatie terug te vinden in een berg documenten onder de loep genomen.
Criteria
Voor de test is een selectie uit een enorme verzameling documenten gebruikt. Die verzameling bestond grotendeels uit rtf-bestanden (rich text format, een tekstdocumentformaat ontworpen door Microsoft dat iedereen mag gebruiken) en xls-tabellen (Microsoft Excel) die door verschillende pakketten aangemaakt zijn (diverse versies van Microsoft Excel en Star Office). Verder komen er doc-bestanden (Microsoft Word), WP5 (Wordperfect) en pdf (Adobe Acrobat) in voor, maar in mindere mate.
Uit deze verzameling is een subgroep gekozen bestaande uit artikelen voor het Belgische zusterblad van Computable, Data News. Deze selectie omvatte in totaal 3.150 documenten met een gezamenlijke omvang van 60,2 MB. Onderzocht is hoe lang de zoeksoftware erover doet om deze subgroep te indexeren en hoe groot die index is. Andere criteria waren of er een makkelijke manier is om wijzigingen op te vangen (index geautomatiseerd actualiseren) en hoe gemakkelijk of moeilijk het is om zoektermen op te geven.
Bij de prestatiecijfers is niets terug te vinden over de zoektijden omdat dit geen onderscheidende factor is. Elke zoekmachine vindt alle documenten behorend bij de opgegeven zoektermen binnen een seconde terug, als deze maar geïndexeerd zijn. Er is wel een speciale test-pdf aangemaakt vanuit het rtf-bestand van een van de artikelen. Als een zoekterm het rtf-document laat zien, hoort deze test-pdf ook in de lijst te staan. Zoeksoftware waarbij dat het geval was, krijgt tien punten extra.
Estraier
Estraier is open source en heeft geen producentnaam. Het wordt onderhouden en verspreid via Sourceforge (http://www.sourceforge.net). Omdat Estraier plug-ins ondersteunt, kan het in principe alle talen morfologisch ondersteunen. Dit vereist wel dat iemand zo’n plug-in eerst programmeert. Op dit ogenblik bestaan er plug-ins voor verschillende talen, maar voor zover bekend nog niet voor het Nederlands. Estraier is geschreven door een Japanner: Mikio Hirabayashi.
Deze zoeksoftware is ontstaan als gereedschap voor het terugzoeken van informatie op websites, maar inmiddels kan het programma ook zoeken op intranetsites en in lokale- en netwerkvolumes. Omdat het open source is, kan het aangepast en gecompileerd worden voor ieder platform. Standaard kan je ‘binaries’ (gecompileerde en uitvoerbare versies) downloaden voor Linux en voor Windows.
Estraier scant alleen platte tekst en Html-bestanden. Andere types mail- en nieuwsgroepberichten zijn te indexeren als ze opgeslagen staan als platte tekst. Dat is het geval bij de meeste mailclients voor Unix en Linux en de daarvan afgeleide varianten voor Windows, maar niet voor de software van Microsoft. Onze testdirectory bevatte 69 documenten (van de meer dan drieduizend) die aan de voorwaarden van Estraier voldoen. Het indexeren van die 69 documenten duurde 107 seconden en vereiste 2,66 MB opslagruimte. Als we hierop de regel van drie toepassen, zou Estraier voor het indexeren van zo’n tweeduizend documenten bijna een uur (3194 seconden) en 79 MB opslagruimte nodig hebben. Dat is ingevuld in de prestatietabel om de resultaten overeenstemmend te houden met die van de andere zoeksoftware.
Estraier kan samenwerken met een bestaande webserver. Het is ook mogelijk om er een van Estraier zelf te draaien. De Estraier-webserver starten of directory’s indexeren vereist dat je de opdrachtregel gebruikt, ook onder Windows. Het installeren van dit pakket onder Windows vereist eveneens het handmatig op de juiste plaats kopiëren van allerlei bestanden. Dit is dus geen pakket voor de doorsnee Windows-gebruiker. De gebruiker moet zich al thuis voelen op een opdrachtregel en niet schrikken als er geen ‘install’ of ‘setup’ te vinden is om alles te installeren. Als die opdrachtregels eenmaal juist uitgevoerd zijn, kan voor de eigenlijke zoekopdrachten wel gebruikgemaakt worden van een webinterface die ook voor derden toegankelijk is. Die webinterface is gemakkelijk, ook voor onervaren gebruikers. De hele interface is overigens eenvoudig te vertalen vanuit het Engels naar de eigen taal; het gaat slechts om een vrij klein Html-bestand. Estraier kan geen pdf- of andere binaire bestanden doorzoeken.
Copernic Desktop Search
Op het gebied van zoeksoftware is Copernic geen onbekende; het maakt al jaren zoekmachines en andere software die met zoeken te maken heeft. Desktop Search maakt gebruik van Internet Explorer om zijn gebruikersinterface vorm te geven. De hele omgeving doet sterk aan Outlook denken zonder er echt op te lijken. Door de overeenkomsten zullen gebruikers vrij gemakkelijk met Copernic vertrouwd raken.
Na installatie moet eerst een index aangemaakt worden. De gebruiker kan meerdere directory’s in zo’n index opnemen, ook op netwerkvolumes. Het is ook mogelijk meerdere indexen aan te maken. Alleen stelt Copernic zo’n index puur in de achtergrond samen en slechts terwijl de computer leeg is. Dat heeft ernstige gevolgen voor de tijd die het aanmaken van zo’n index kost. Na ongeveer een uur had Copernic slechts 45 documenten geïndexeerd van de meer dan tweeduizend die het moest verwerken. Geëxtrapoleerd met de regel van drie zou het meer dan vier uur kosten om de complete index van de testdocumenten aan te maken. Dat komt overeen met zestienduizend seconden, wat is ingevuld in de tabel als aanmaaktijd. In de praktijk had Copernic overigens veel langer dan vier uur nodig om de testdirectory te indexeren. Zelfs na een nacht zwoegen was het programma nog niet klaar.
Zoeken kan meteen, maar alleen in de tot dusver geïndexeerde documenten. Het is overigens de bedoeling dat die indexering de hele tijd in de achtergrond draait: als alles gescand en geïndexeerd is, begint Copernic van voren af aan en voegt het nieuwe of gewijzigde bestanden automatisch toe aan de index.
Copernic kan niet alleen zoeken in documenten op de harde schijf of in netwerkvolumes, maar ook in web- en ftp-sites, mail, muziekbestanden en videofilmpjes, contacten, favorieten en de internetgeschiedenis. We kunnen het zo gek niet bedenken of deze software kan erin zoeken. Alleen in archieven snuffelen is niet mogelijk. Op de website van Copernic staan, naast de gratis Desktop Search, krachtigere zoekinstrumenten die niet gratis zijn.
Copernic kon de zoektermen terugvinden in onze test-pdf, maar weigerde die in zijn ‘quickview’ te tonen vanwege een ‘copy protection’ in het bewuste bestand. Omdat het bij het zoeken wel de pdf als resultaat teruggaf, krijgt Copernic de tien punten daarvoor.
DT Search
Met een prijs van zo’n 170 euro is DT Search het duurste product in deze test. Na de installatie moet eerst een index aangemaakt worden, maar het product zelf stelt dat niet voor. Bovendien vertelt de documentatie niet dat je na installatie tussen twee programma’s kunt kiezen: DT Search Desktop en DT Search Indexer. De gebruiker moet dus zelf al weten dat hij dient te beginnen met een index. Nu is de Indexer ook wel aan te roepen vanuit DT Search Desktop, maar je wordt daar niet naartoe geleid zoals bij veel andere pakketten. DT Search veronderstelt kennelijk dat de gebruiker van wanten weet. Zoiets vinden we over het algemeen geen goede aanpak.
Het is mogelijk om meerdere indexen bij te houden. Elke index kan een verzameling directory’s en bijbehorende bestanden omvatten. Hierbij kan je zowat alles opgeven, ook websites en mail, naast de gebruikelijke opgeslagen documenten. Tijdens het indexeren toont DT Search de verlopen tijd, maar twee keer blijft die verlopen tijd ineens minutenlang stilstaan met als enige uitleg een nauwelijks opvallende zin ‘Storing words…’ terwijl het lampje van de harde schijf als een gek flikkert. De eerste keer kwam Windows zelfs vertellen dat hij het virtueel geheugen moest vergroten. Voor het opbouwen van een zoekindex is dat wat overdreven.
Het indexeren van de artikelen ging langzamer dan bij alle andere pakketten, op Copernicus na, maar DT Search las wel het grootste aantal bestanden. Ook bestanden met onbekende extensies, zoals nummers, werden gelezen en herkend als een bepaald formaat. Zelfs oude Lotus 1-2-3 spreadsheets uit het begin van de jaren negentig werden herkend en verwerkt. Bij zoveel inspanningen is het DT Search te vergeven dat het ruim negen minuten nodig had voor de indexering.
Dit zoekpakket is overigens voorzien van een aparte Unicode-indexer, maar dat is voornamelijk handig voor documenten in Aziatische talen. Het product kan interessant zijn voor politieonderzoek, want het kan ook een forensische indexering uitvoeren.
In het zoekformulier zien we een krachtige verzameling opties. De gebruiker kan zoektermen logisch combineren, relaties definiëren en zelfs regels opgeven voor het negeren van grammaticale verschillen (‘stemming’) of voor het vinden van gelijkklinkende woorden (‘phonic’). Zelfs een ‘fuzzy search’ is mogelijk: die staat u toe om scanfouten in ingescande documenten en typfouten te negeren tijdens een zoekopdracht. Het is zelfs mogelijk om rapporten laten genereren van alle zoekopdrachten.
Dit is een van de volledigst uitgeruste pakketten in de test, maar ook het duurste. DT Search kon overigens de test-pdf lezen.
Google Desktop Search
Google is de populairste zoekmachine op internet. Het is dus niet onlogisch dat dit bedrijf ook een oplossing beschikbaar stelt voor de desktop. Wel is het nog een bètaversie. Dat heeft een aantal gevolgen: de software is bijvoorbeeld alleen in het Engels en alleen voor Windows beschikbaar, en buiten Microsoft Office en Outlook en dergelijke worden geen andere formaten of applicaties ondersteund voor zoekopdrachten. Op de thuispagina van Google Desktop Search vermeldt Google dat het de bedoeling is ook andere talen te ondersteunen en andere formaten en applicaties toe te voegen in de zoekopdrachten. De huidige bètavorm is ondanks dat alles al goed bruikbaar.
Google Desktop Search bestaat voornamelijk uit een in de achtergrond draaiende applicatie waarmee de gebruiker communiceert via een webinterface. Op deze manier biedt Google de vertrouwde zoekmachine-interface met alle bijbehorende zoekopdrachten, maar dan voor lokaal gebruik. Je kunt een installeerklaar uitvoerbaar bestandje downloaden van de thuissite van Google Desktop Search. Bij installatie hiervan verschijnt er een snelstartpictogram in de statusbalk van Windows en wordt de Google Deskop Search-dienst gestart. Een van de eerste taken is het indexeren van alle documenten. De gebruiker kan hier niets instellen of kiezen; het programma indexeert alles waar het bij kan. Het doorzoekt en indexeert dus ook eventuele netwerkverbindingen. De software is daarom geïnstalleerd op een zo leeg mogelijke Windows XP pc. Daarna zijn de testartikelen lokaal gekopieerd. Vervolgens is de netwerkverbinding naar de bestandsserver met alle artikelen verbroken. De indexering draait in de achtergrond en alleen als de pc standby staat. Dit betekent dat het traag zal zijn maar niet het werk zal hinderen. De zoekfunctie is direct bruikbaar, maar wat nog niet geïndexeerd is, valt ook niet te doorzoeken. Waarschijnlijk is het daarom het interessantst om deze software pas op het eind van een werkdag te installeren en de indexatie dan ook te starten, zodat die ’s morgens bij de aanvang van de nieuwe werkdag voltooid is. Overigens blijft de indexering ook daarna nog actief in de achtergrond, zodat nieuwe mails, chatteksten en documenten automatisch aan de index toegevoegd worden. Google Deskop Search biedt een fraaie en vooral vertrouwde zoekinterface. Het indexeert geen pdf-bestanden, maar wellicht zit dat in een volgende editie. De indexeringssnelheid is vrij hoog: na vijf minuten waren al meer dan vijftienduizend bestanden geïndexeerd. Net zoals de webzoekmachine houdt Google Desktop Search een cache bij van geïndexeerde bestanden. Wie op een pc met meerdere gebruikers werkt, zoals een pc uit een internetcafé, moet er rekening mee houden dat alle informatie die daarop bekeken is, inclusief privé-gegevens, via die cache tevoorschijn te toveren zijn. Het is niet mogelijk om Google Desktop Search te dwingen bepaalde documenten uit zijn cache te weren. De gebruiker kan wel resultaten wissen nadat deze gevonden zijn. Kennelijk zitten er nog een paar bugjes in de zoekfunctie, want af en toe werden documenten waarin de zoekterm voorkwam niet teruggevonden.
Lord Of Search
Het gratis product Lord Of Search (Heer der Zoektochten) komt van het kleine Texaanse ETE (Excellent Technology Exchange). Het was bijna niet in deze test opgenomen omdat het gepositioneerd wordt als zoeksoftware voor multimediabestanden (audio en video in allerlei formaten) op de eigen pc, netwerken, via p2p bereikbare computers (peer to peer; evenknienetwerken als Kazaa), en ftp- en websites. Deze zoeksoftware blijkt echter ook andere documentsoorten te ondersteunen en is daarom toch interessant voor deze test.
Onmiddellijk na installatie van dit product bleek dat het meteen ook vijf ‘spy’- en ‘adware’-toestanden op de pc installeert. Als de gebruiker dit niet meteen ziet en hij doorwerkt, komt via die vijf nog meer rommel op zijn systeem terecht. Bovendien blijkt Lord Of Search niet te werken als de installatie van de spyware geblokkeerd is en de software ook de toegang tot internet verbiedt. Alleen al de installatie van spy- of adware levert een onmiddellijke diskwalificatie op. Software met zo’n verborgen agenda is voor zowel particulieren als bedrijven absoluut af te raden.
Diskmeta
Het van Russische oorsprong Diskmeta bestaat in drie varianten: Lite (gratis), Personal (41,75 euro) en Pro (83,50). De Pro-versie is getest. De Personal-editie ondersteunt wat minder bestandsformaten en biedt hier en daar minder functionaliteit, en de gratis variant biedt het minst van allemaal. Van de betaalde versies zijn evaluatieversies te downloaden. De gratis versie mag overigens niet binnen een commerciële omgeving gebruikt worden.
Diskmeta-Pro geeft na de installatie meteen een wizard om een index aan te maken. Het is mogelijk om meerdere indexen aan te maken en elke index mag meerdere directory’s omvatten. Hierbij ondersteunt Diskmeta-Pro lokale directory’s en netwerkvolumes, maar geen internetbronnen als ftp- en websites. Het aantal herkende bestandstypes is vrij beperkt, ondanks de toch wel hoge prijs van het product. Niettemin ondersteunt de Pro-editie wel de bruikbaarste bestandsformaten: doc, Html, pdf, rtf, platte tekst en xls. Zoeken in zip-, rar- en chm-archieven is ook mogelijk. Diskmeta kon echter de test-pdf niet lezen. Dit product is veel te duur voor wat het biedt.
Sowsoft Instant Document Search
Het Amerikaanse bedrijf Sowsoft claimt dat IDS (Instant Document Search) razendsnel is. Bij het installeren krijgt de gebruiker meteen een wizard voorgeschoteld die hem een ‘zoekzone’ wil laten aanmaken. U kunt meerdere paden in zo’n zone laten opnemen, ook netwerkvolumes, maar geen internetbronnen (ftp- of websites). Er is een functie om de indexbijwerking te automatiseren: dagelijks of om de drie, zeven, vijftien of dertig dagen. Manuele bijwerking is ook mogelijk. Standaard indexeert IDS alleen de eerste 200 KB van elk document, maar dat valt aan te passen. Hoe meer je wilt laten indexeren van elk document, hoe langer het zal duren om de index te actualiseren. De indexeersnelheid viel mee.
Nadat zo een of meerdere zoekzones zijn aangemaakt, kan je onder aan het hoofdscherm klikken op ‘Perform Search’. Dat vervangt het IDS-hoofdscherm door een zoekformulier. Als minstens één zoekzone is aangemaakt, verschijnt voortaan altijd meteen dat zoekformulierscherm. De zoektermvoorzieningen zijn redelijk beperkt, maar wel intuïtief. Bij dit zoekprogramma waren er wat meer problemen met de beperktheid van de ondersteunde bestandsformaten. IDS ondersteunt bestanden in platte tekst, rtf, Microsoft Word (doc), Html, pdf en verder niets. Voor de prijs is dat veel te weinig, zeker vergeleken met de andere zoekpakketten. Tijdens de test kon IDS de test-pdf probleemloos lezen.
Archivarius 3000
Archivarius 3000 van Wizetech biedt een eenvoudige en aantrekkelijke interface, hoge werksnelheid en allerlei interessante mogelijkheden. Er zijn wizards om op te geven wat er geïndexeerd moet worden. De gebruiker kan meerdere gescheiden indexen bijhouden. Archivarius kan zowat overal documenten terugvinden, maar niet van web- of ftp-servers. Vrijwel alle documentformaten worden ondersteund, behalve de eigen bestandsformaten van Open Office en Star Office. Er is ook geen ondersteuning voor de mail- en nieuwsclients van Mozilla en Thunderbird, maar wel voor The Bat. Het onderzoeken van bestanden in cab-, zip- en rar-archieven en nog veel meer archiefsoorten is wel mogelijk. Er is een morfologische analyse voor verschillende talen, maar niet voor het Nederlands.
Een fraaie eigenschap van Archivarius is dat het een eigen webservertje bevat waarmee het zijn zoekfunctie ook ter beschikking kan stellen aan derden via hun webbrowser. Wat meer hulp bij de zoektermen was welkom geweest, want hoewel het niet al te moeilijk is, wijkt Archivarius genoeg af van de Google-manier om voor problemen te zorgen. Tijdens de test kon Archivarius de test-pdf niet lezen.
Windows Indexing Search
In Windows 2000 en XP is standaard al een indexzoekfunctie ingebouwd. De gebruiker moet die voor een bepaalde locatie (alleen lokaal, geen netwerk) inschakelen via het systeembeheer. Daarin staat onder de kop ‘Services en toepassingen’ helemaal onder aan wat nodig is. Via ‘Indexing-service’ is indexeringscatalogus ‘System’ die er standaard al in staat te vinden. Om er een bij te maken klik je ‘Indexing-service’ rechts aan, en vervolgens ‘Nieuw’ en ‘Catalogus’. Er verschijnt een nieuw venster waarin naar een naam en locatie voor de catalogus gevraagd wordt. Binnen zo’n catalogus kan de gebruiker een of meerdere lokale mappen opgeven die geïndexeerd moeten worden. Het indexeringssysteem van Windows kan alle formaten lezen waarvoor in dit besturingssysteem bestandsfilters geïnstalleerd zijn. Hoewel Microsoft in de hulpteksten aangeeft dat ook mail te indexeren is, werkt de indexeringsdienst daarvoor niet samen met Outlook zelf maar leest hij de inhoud van de postbestanden van Outlook. Dat heeft een aantal beperkingen die andere producten met mailondersteuning niet hebben, maar verdient toch een ‘ja’ in de productinfotabel bij deze optie. Het indexeringsproces is bijzonder traag, maar gebeurt tenminste wel in de achtergrond.
Eigenaardig genoeg heeft Microsoft geen voorziening ingebouwd om deze catalogus te raadplegen via de zoekfunctie van het startmenu van Windows. De gebruiker moet weer naar het systeembeheer. Onder ‘Indexing-service’ vindt hij ‘Zoeken in catalogus’. Als hij dat aanklikt, krijgt hij een dialoogscherm te zien waarin hij een zoekopdracht kan intikken.
Microsoft ondersteunt hierbij een vrij krachtige vraagtaal. Die is op verschillende manieren te gebruiken, afhankelijk van de vereisten van de gebruiker en zijn kennis van die vraagtaal. Er is een eenvoudig zoektermensysteem dat erg aan dat van Google doet denken, maar zeer geavanceerd zoeken met allerlei ingebouwde logische functies is ook mogelijk.
Conclusie
Wizetech levert volgens deze test de beste zoeksoftware. Archivarius 3000 biedt een indrukwekkende functionaliteit en werksnelheid voor 45 dollar. De onderzoekers raden degenen die een gratis zoekfaciliteit willen hebben Copernic Desktop Search aan. Google Desktop Search ziet er ook interessant uit, maar kan voorlopig niet aan Copernic tippen. De standaard Windows Indexing Service is krachtig genoeg voor de meeste zoekbehoeften, maar de interface zou beter kunnen. De andere pakketten zijn te moeilijk in het gebruik of bieden niet genoeg functionaliteit.< BR>
Johan Zwiekhorst, copyright 2004 by DTL BVBA, Belgium
Archivarius 3000 is inmiddels verder verbeterd en niet meer te verkrijgen via Wizetech, maar op http://www.likasoft.com/nl/.
Archivarius kent geen beperkingen wat betreft het aantal te indexeren en doorzoeken documenten. Daardoor heeft Archivarius een uitstekende prijs kwaliteit vergelijking ten opzichte van bijvoorbeeld Google, Copernicus en andere zoekmachines.
05.01.2009
Archivarius 3000 is inderdaad een zeer goed programma. Net gekocht na intensief testen een maand lang. Ik gebruik search-software sinds 25 jaar. Vroeger onder Dos was Magellan van Lotus het beste. Prijs was 450 gulden. Dus 200 euro voor Dtsearch is niet duur. Het is een goede prijs. Werkelijke kostprijs is eigenlijk 45,- euro per jaar (men gebruikt het 10 jaar lang). Men moet weten dat DtSearch gebruikt wordt door grote professionele vertaalafdelingen, zoals de vertaalafdeling van de Verenigte Naties.
Dat zegt veel over de degelijkheid van het programma.
MAAR: vaak gaat het bij een vertaler niet zozeer om de snelheid van indexeren of van het zoeken, maar eerder om de manier hoe de zoekresultaten op het scherm gepresenteerd worden en hoe de vertaler makkelijk met het toetsenbod (en dus niet de muis) verder naar de volgende hit of naar het volgende document kan gaan.
Op dat punt moet ik zeggen dat Dtsearch en Archivarius 3000 zeer goed scoren, met een lichte voorkeur voor Archivarius, die het bedieningsgemak van Magellan heeft overgenomen (F6 of spatiebalk) en pijltje naar beneden.
That’s all folks.
Jan Cromwijk, bedankt aan jou voor de NL vertaling van Archivarius. Efcharisto Poly.
Socrate-Yani Huysmans