D-Link is bekend als leverancier van kaarten voor draadloze communicatie. Het doet echter meer dan dat; met zijn apparatuur voor breedband dsl en voip (voice over ip) spreekt het ook operators en dienstenaanbieders aan.
Mede door de populariteit van zijn kaarten voor draadloze communicatie heerst de indruk dat D-Link zich vooral op de consument richt. Kevin Wen, president van D-Link Europa: “We hebben ons vanaf het begin gericht op het midden- en kleinbedrijf, aanvankelijk vooral met ethernet-kaarten, maar geleidelijk aan ook met allerlei andere producten. Nog steeds komt 21 procent van de omzet uit ethernet-apparatuur, maar al meer dan vier jaar geleden zijn we ook met draadloze apparaten gestart. Dat is nu onze grootste omzetgenerator met 38 procent van de totale verkoop. Afgelopen jaar zijn vooral systemen voor breedband dsl en voip snel gegroeid, tot al bijna een kwart van de omzet.” Sinds begin dit jaar bouwt D-Link verder een volledig aanbod van firewalls uit. Daarnaast is de Wireless Media Player aangekondigd, “waarin we een aantal van onze kerntechnologieën samenbrengen met consumentelektronica”.
Trekpleister
D-Link telt wereldwijd 87 kantoren, waarvan twintig in Europa (waar zo’n 280 mensen werken). Het moet volgens Wen dit jaar op een omzet van meer dan één miljard dollar afstevenen – “en daarmee zijn we de tweede leverancier van netwerkapparatuur ter wereld”, stelt hij. “Het mkb is en blijft onze grootste afnemer met zowat 45 procent van de omzet, gevolgd door grote bedrijven, overheid en onderwijs met 35 procent, en consumenten met 20 procent. Sinds we een jaar of vijf geleden met consumentenproducten zijn gestart, zijn we wel uitgegroeid tot de grootste leverancier van netwerkapparatuur voor consumenten met een marktaandeel van bijna 24 procent.”
D-Link heeft meer dan achthonderd medewerkers in onderzoek en ontwikkeling die vooral bezig zijn met multimedia. Het tweede grote onderzoeksdomein is alles wat met breedband en voip te maken heeft. “Ik verwacht dat we dit jaar in Europa alleen al meer dan twee miljoen dsl-toestellen zullen verkopen”, aldus Wen. “Op dit gebied gaan we vooral samenwerken met de grote operators en telecomaanbieders, zoals Telecom Italia. De meeste leveranciers concentreren zich op het mkb en de detailhandel, maar wij zijn ervan overtuigd dat het segment van de dienstenaanbieders de grootste groeimarkt voor dit soort producten zal worden.”
Wen positioneert zijn Wireless Media Player hier als trekpleister omdat dit toestel dsl nodig heeft om streaming muziek en video binnen te halen. D-Link heeft op dit terrein al een akkoord met America Online voor de content. Er lopen onderhandelingen met BT, France Telecom en Deutsche Telecom voor het opzetten van dsl-diensten rond dit concept. Volgens Eric Marchal, country sales manager voor D-Link Benelux, hebben ook Belgacom en Telenet al belangstelling getoond, allemaal om dezelfde reden: dsl-diensten genereren nieuwe omzet.
Hindernissen
“Dat is ook de reden waarom al die operators uitkijken naar triple play“, zegt Wen. “Video toevoegen aan spraak- en datakanalen vergt ook weer meer bandbreedte; dat is dus kassa voor hen. Ook wij gaan daarom de komende maanden producten voor triple play aanbieden, maar we verwachten toch het meeste succes van spraak en data. De vraag naar video is nog klein – al kan ze natuurlijk wel aangewakkerd worden door producten als onze Wireless Media Player. In Frankrijk hebben we samen met France Telecom al triple play gedemonstreerd. Daar trekt vooral Alcatel de kar.”
Ook al gelooft Wen rotsvast in het concept, toch blijft hij voorzichtig in zijn marktverwachtingen. “Soms kan je ook te vroeg met iets op de markt komen. In 1997 introduceerden wij al voip in de VS, maar die technologie begint nu pas door te breken. Het voordeel is wel dat wij al over alle kennis en ervaring beschikken en sneller nieuwe producten kunnen lanceren. Voor triple play zal veel ook afhangen van de medewerking van de filmmaatschappijen en van de bereidheid van de consumenten om voor video te betalen. Vergeet niet dat er al zovele goedkope alternatieven zijn, met op kop de kabeltelevisiekanalen”.
Ook wat betreft een andere nieuwe draadloze technologie, wimax, houdt hij zich op de vlakte. “Het al dan niet doorbreken van wimax zal grotendeels afhankelijk zijn van de bereidheid van de operators en dienstenaanbieders om te investeren in de technologie. De meeste zijn al actief met dsl, kabel of zelfs satelliet, en vele zijn nog volop bezig het umts-debacle te verwerken. Bovendien is er het probleem van de spectrumwetgeving, die in bijna elk land van Europa anders is. Pas als al die hindernissen uit de weg geruimd zijn, geef ik wimax kans van slagen.”< BR>
Frans Godden