Waarom vinden bewezen verbeteringen zo moeizaam ingang in de zorg? De Raad voor de Volksgezondheid & Zorg probeert hier een antwoord op te formuleren. Dan wordt ook meteen duidelijk waarom het zo droevig is gesteld met de automatisering in de zorgverlening.
Floris Sanders, de voorzitter van de raad die rechtstreeks aan de minister adviseert, sprak zijn sombere constateringen uit in zijn openingswoord van het seminar E-Zorg dat begin november plaatsvond. Hij haalde twee rapporten aan waaruit blijkt dat de inefficiëntie in de zorgsector mensenlevens en veel geld kost. Het eerste is de studie 'To Err is Human, Building a Safer Health System' van het Amerikaanse Institute of Medicine. Dit rapport stelt dat er in de VS meer doden vallen door medische fouten dan door verkeersongevallen.
Het tweede betreft het manifest 'Veilige medicatie en ICT' dat spreekt van 90.000 vermijdbare zorgopnames in Nederland, wat neerkomt op een bedrag van 300 miljoen euro, alleen al aan directe kosten.
"Technologische innovatie, waarbij naast ict ook bijvoorbeeld biotechnologie genoemd kan worden, is een must. Bij biotechnologische innovatie is de bottleneck vaak de (nog) ontbrekende wetenschappelijke kennis. Voor e-zorg daarentegen zijn kennis, de benodigde apparatuur en technische mogelijkheden om de benodigde infrastructuur te realiseren, aanwezig. Zo is een elektronisch patiëntendossier (epd) al meer dan 25 jaar technisch goed mogelijk. Het probleem is niet de technologie, maar de mens, c.q. de zorgsector", stelt Sanders.
Koning
In Sanders' ogen zou de zorgsector verplicht moeten worden standaardsoftware te gebruiken. Hij gaat nog een stap verder. Als het aan hem ligt gebruikt de branche alleen nog maar open source software. "Dan zit de zorgsector niet meer vast aan één leverancier die hoge prijzen kan bedingen. Ook komt het de interconnectiviteit ten goede: men is niet afhankelijk van de bereidwilligheid van een leverancier om een bepaalde interface te maken."
Sanders vindt dat de zorgaanbieder koning moet zijn, en niet de ict-leverancier, zoals in een ziekenhuis de patiënt koning is.
Hij verklaarde de macht van de ict-leveranciers door de versnipperde zorgsector die niet in staat is gebleken gezamenlijk op te trekken en aldus een machtsblok te vormen.
E-zorg is volgens Sanders een noodzaak om in de toekomst, met een hogere zorgvraag en minder handen aan het bed, toch de nodige zorg te kunnen leveren. Dat kan alleen met uitgekiende ict-ondersteuning, waardoor de werkers in de gezondheidszorg zo min mogelijk tijd kwijt zijn aan informatieoverdracht en het voortdurend stellen van dezelfde vragen aan hun patiënten.
Gewoon dóén
In het succesverhaal van Vecozo (zie Computable 5 maart 2004 en online), dat onder meer een betrouwbaar medicatiedossier beschikbaar heeft voor zeventien verzekeraars, kon directeur Arno van Son niet nalaten de stroperigheid in de besluitvorming binnen de zorgsector te hekelen. Hij had het vooral gemunt op het Nictiz dat al jaren bezig is een medisch dossier, als basis voor een epd, ingevoerd te krijgen, zonder tastbaar resultaat.
"De oplossing van het Nictiz kost miljoenen euro's en heeft nog niks opgeleverd. Bij ons draait het al maanden naar tevredenheid en heeft het slechts 50.000 euro's gekost. Je moet niet zitten wachten tot iedereen het met iedereen eens is, zoals het Nictiz dat doet. Je moet het gewoon dóén. Je begint met degenen die enthousiast willen meewerken. De rest komt dan vanzelf wel."
Op de vraag uit het publiek of uit het medisch dossier van Vecozo is op te maken of iemand ook daadwerkelijk de medicijnen gebruikt die door de apotheek zijn verstrekt, merkte dagvoorzitter dr. ir. Jo Bollen op dat dit "typisch een opmerking is uit de zorgsector. Eerst alles willen aftimmeren, voordat er iets gebeurt. En dus gebeurt er niks. Bovendien kun je het ook gewoon vragen aan iemand of die de medicijnen gebruikt. Met het medisch dossier van Vecozo kan de arts in elk geval zien dát iemand die medicijnen heeft. Dat is al heel wat." Bollen is sinds september vorig jaar director healthcare bij SAP-Nederland.
Online afkicken
De ict-ontwikkelingen staan overigens niet stil in de zorgsector, zo bleek op het congres. Aan het eind van de dag verrasten Heleen Westendorp, maatschappelijk werkster bij de instelling voor verslavingszorg Tactus, en Chris Bele, commercieel directeur bij en medeoprichter van websitebouwer TheFactor.e, het publiek met de applicatie om online mensen met alcoholproblemen te begeleiden.
Ruim een jaar is Thefactor.e aan het bouwen geweest om http://www.alcoholdebaas.nl het net op te krijgen. "Het heeft zo lang geduurd omdat je kennis van de verslavingszorg moet opdoen. Dat is broodnodig voor de bouw van een dergelijke site", verklaart Bele.
Westendorp meldt dat de methode die wordt gebruikt bij persoonlijk contact met een alcoholverslaafde, is omgezet naar een schriftelijke. Die is de basis van de online behandeling. Het eerste gedeelte daarvan is gericht op het onderzoeken van de drinkgewoonten en het tweede deel moet leiden tot gedragsverandering.
De behandeling is nog niet voor algemeen publiek toegankelijk, maar draait nu in een besloten testfase. Naar verwachting is de behandeling over vier maanden wel toegankelijk. De site is overigens wel bereikbaar.
Westendorp benadrukt dat het contact geheel anoniem blijft en verwacht dat mensen eerder geneigd zijn online van een alcoholprobleem af te komen dan dat zij de drempel nemen bij een instituut voor verslavingszorg binnen te stappen. Zij overweegt, als dit een succes wordt, iets dergelijks ook voor cocaïneverslaafden in te richten. < BR>