De gezamenlijke standaard voor internetbetalingen, waaraan ING, ABN Amro en Rabobank werken, gaat 'Ideal' heten. Dat werd gisteren bekendgemaakt op het eNederland Congres.
In september kondigden Rabobank, ABN Amro en Rabobank al aan dat ze volgend jaar met een gezamenlijke betaalstandaard willen komen. Ze hopen dat andere banken deze standaard ook zullen overnemen. In de wandelgangen van het congres viel te beluisteren dat nu ook pogingen worden ondernomen om Fortis en SNS aan boord te halen. Ook wordt nog gesproken over de manier waarop ‘Ideal’ in de markt gezet gaat worden. Een gezamenlijke campagne staat op de planning, maar banken zullen ook zelfstandig de betaalmethode willen stimuleren, is de verwachting. Iedere bank zal de eigen naam in combinatie met ‘Ideal’ gebruiken, zoals ‘Postbank Ideal’ of ‘Rabobank Ideal’. De naam is overigens een Engelse vertaling van het Nederlandse ‘Ik handel’.
Monika Milz, van de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) en tevens directeur MKB bij de Rabobank, betitelt ‘Ideal’ als “pinnen op internet”. “Het gemak dat mensen ervaren met pinnen zullen ze terugzien op internet.” Het vertrouwen dat de eigen bank en het eigen programma voor online bankieren wekt, moet e-commerce in Nederland een stimulans geven, is de verwachting van zowel de banken als Thuiswinkel.org, de brancheorganisatie voor webwinkels (en postorderaars). “Wij juichen het toe”, zei Lennert de Rijk namens Thuiswinkel.org. “Onderzoek leert dat consumenten nog twijfels hebben over het betalen op internet. Een methode die wel dat vertrouwen wekt kan zorgen voor een grote impuls voor kopen via internet.”
Thuiswinkel.org praat momenteel met de banken over de ontwikkeling van de betaalmethode. De brancheorganisatie wil ervoor zorgen dat de kosten voor het betalingsverkeer dalen. “Een standaard leidt tot kostenbesparing. We willen dat die besparing leidt tot aanpassing van de tarieven en we roepen de banken op daarin mee te gaan”, zegt De Rijk. “Het zou raar zijn wanneer we hetzelfde tarief of juist meer moeten betalen.”
Een uitgebreid artikel kan worden gevonden op de site van Emerce.