SGI doet een gooi naar de nummer één positie voor supercomputers. Het nieuwe Nasa-cluster Columbia haalt een prestatieniveau van minstens 42,7 teraflops (miljard zwevende komma berekeningen). De volledige configuratie zou zelfs 51,9 teraflops halen.
|
De Earth Simulator is pas recentelijk voorbijgestreefd; IBM onthulde in september dat een kleine uitvoering van zijn Blue Gene/L-super 36,1 Teraflops haalt. Daarna kwam NEC echter met cijfers van zijn nieuwe SX-8 super (zie pagina 9). Die haalt een theoretisch piekvermogen van 65 Teraflops en zou daarmee nummer één zijn.
Toch claimt SGI nu die positie. Het vermogen van Columbia is namelijk daadwerkelijk behaald, terwijl het prestatiecijfer voor NEC’s SX-8 een schatting betreft. Theoretisch piekvermogen valt meestal lager uit in de praktijk. NEC stelt dat de schatting voor de SX-8 ook in de praktijk overeind blijft. De Earth Simulator is toentertijd al opvallend dicht bij zijn theoretische maximum van veertig Teraflops uitgekomen.
Kleinere opstelling
SGI heeft echter als weerwoord het feit dat de praktijktest van Columbia, met de Linpack-benchmark, is uitgevoerd met slechts zestien van de geplande twintig servers die tesamen het cluster vormen. De testopstelling beslaat 8192 Itanium 2-processoren (Madison) met 6 MB Level 3 cachegeheugen. De totale configuratie omvat 10.240 van die 64-bit Intel-chips. Elke server (node) heeft 512 van die 1,6 GHz processoren aan boord.
De aanvankelijk niet meegenomen vier servers bevatten 2048 stuks van de aanstaande nieuwe Itanium-uitvoering met 9 MB cache-geheugen. Daarmee zou het gehele cluster op 51,9 Teraflops uitkomen met een piek naar 61 Teraflops, aldus berichten die sinds vorige week rondgaan. SGI onthulde begin deze week de nieuwe versie, BX2, van zijn Altix-servers. De BX2 heeft twee keer zoveel processoren per serverkabinet en dubbel de interne bandbreedte van de eerste versie.
Recordtijd
Columbia, die dus beide Altix-versies gebruikt, kost een slordige vijftig miljoen dollar. Dit omvat ook de Infiniband-interconnect en een SGI-opslagsysteem met een capaciteit van 440 Terabyte. Opvallend is dat SGI en Nasa het systeem in slechts vijftien weken hebben opgezet. Hierbij zijn negentien nieuwe Altix-servers gekoppeld aan de eerder door Nasa geïnstalleerde machine (codenaam Kalpana). Het cluster was tijdens de installatie al – deels – beschikbaar voor wetenschappers en onderzoekers.
SGI erkent dat het de toppositie waarschijnlijk niet lang in handen zal hebben. “Het is duidelijk dat een aantal deelnemers nu de sprint aantrekken vlak voor de finishlijn. IBM kan wat meer serverkabinetten inzetten en dan net wat meer presteren”, zegt vice-president Dave Parry van SGI. De wereldwijde ranglijst van supercomputers, de top500, wordt twee keer per jaar bijgewerkt. De nieuwste lijst wordt aanstaande dinsdag (9 november) onthuld op de SC2004-conferentie die plaatsvindt in Pittsburg (Pennsylvania).< BR>